Het Gouden Boek

35 3 0
                                    

Mocht je de ondertitel niet goed kunnen lezen; "I finally discovered who I truly am."

De titel is bedacht door AnastasiaSchoofs

De titel is bedacht door AnastasiaSchoofs

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Het Gouden Boek

Het was een normale dag. Een dag zoals alle anderen. Tenminste voor hen, niet voor mij. Het was mijn verjaardag. Eindelijk was ik achttien. Ik stond in de bibliotheek waar ik werkte.

"Hallo?" Een jongen keek zoekend om zich heen. Hij leek van mijn leeftijd. Hij droeg een geruite blouse en een spijkerbroek. Een zonnebril bedekte zijn ogen. In zijn hand hield hij een stok. Ik liep naar hem toe. "Waar kan ik mee helpen?" Ik keek naar hem. Hij keek naar mij. Hij vroeg me naar een boek. "Kijk om je heen," zei ik lachend. "Het staat hier vol met boeken."

"Die boeken kan ik niet lezen. Ik zie maar vijftien procent," zei hij zachtjes. Ik schrok en verontschuldigde me. Ik vroeg wat voor boek hij dan zocht. "Braille," antwoordde hij. Ik dacht na. Hadden we boeken met braille? Ik schakelde de hulp in van een collega. Ze schudde haar hoofd.

Ik liep terug en vertelde wat ik nu wist. De jongen liet zijn schouders hangen. Teleurgesteld verliet hij de bibliotheek. Ik voelde medelijden. Ik rende achter hem aan. "Hoe heet je?" riep ik. Hij liep door, de naam Nathan Koop achterlatend.

De dagen die volgden leerde ik braille. Speciaal voor hem? Voor Nathan? Ik wist het niet. Ik wist niet waarom ik dit deed. Ik voelde me verbonden met hem. Verder kwam ik niet.

Toen ik braille kon keerde ik terug. Terug naar de bibliotheek. Honderden, misschien duizenden boeken. Welke moest ik kiezen? Wat vond Nathan leuk? Geen Nijntje, dat spreekt voor zich. Toen kreeg ik een idee. Ik schreef mijn eigen boek. Korte verhalen in alle genres. Dat moet werken. Ik rende naar huis. Ik was opgewonden en vol goede moed. Het boek werd steeds voller.

Ik liep door het park. Ik deed inspiratie op. Toen zag ik Nathan. Nog even, nog heel even. Dan is het boek af.

Ik startte mijn computer op. Ik typte Nathan Koop in. Ik zocht hem. Ik zocht naar zijn adres. Ik vond het. Met het boek liep ik naar zijn huis. Ik aarzelde, maar belde aan. Nathan deed open. "Hoi," zei ik. Hij hoorde mijn stem en glimlachte. "Jij bent het meisje van de bibliotheek toch?" Ik knikte.

"Waar kom je voor?" vroeg hij. Ik pakte zijn hand. Ik legde zijn hand op mijn boek. Zijn vingers bestudeerden de kaft. "Het gouden boek," las hij voor. "Ik heb het zelf geschreven," zei ik zacht. Hij keek me aan en glimlachte weer. "Dankje," fluisterde hij. Hij was gelukkig. Dat vond ik fijn. "Kom binnen." Hij stapte opzij. Ik liep langs hem heen. Ik stond in de gang, de gang van Nathans huis. "Ga vast zitten. Ik kom zo." Ik liep naar de woonkamer. Ik was hier nog nooit geweest. Ik kende Nathan niet. Toch voelde het vertrouwd.

Hij kwam binnen. Een ketting lag in zijn hand. Hij hing de ketting om mijn nek. Ik was verbaasd, verrast. "Waarom?" vroeg ik. "Je bent een engel," zei hij. "Dankje," stotterde ik. Ik bloosde. Hij lachte lief. "Een echte engel. Een verstoten engel. En je bent mijn dochter."

Ik keek hem aan. Ik snapte niet wat ik voelde. Mijn vader wees naar boven. "Daar ben jij als kind verstoten. Weggegooid naar de aarde. Ik ging je achterna, zou je niet aan je lot overlaten. Nu je achttien bent draag ik jouw straf. Ik volbreng een aards leven in jouw plaats. Dan hoef je de pijn van de dood nooit te voelen. Je boek is me dierbaar. Vanaf nu mijn kostbaarste bezit." Ik omhelsde hem. Hij was mijn vader. Ik twijfelde niet. "Keer terug naar boven, mijn kind. Naar je vrienden, naar je moeder. Ik kom als mijn taak hier is volbracht."

Ik had nog nooit gehuild. Tot vandaag. Tot dit moment. Ik huilde van vreugde, van verdriet. Toen kwamen mijn herinnering, allemaal. Ik wist wie ik was. Wie ik echt was. Op mijn rug verschenen vleugels. Mijn kleren verbleekten. Ze werden zo wit als sneeuw. Mijn vader omhelsde me stevig. Toen liet hij me los. Ik sloeg mijn vleugels uit en steeg op. Ik wilde naar boven, naar mijn thuis. Mijn vader keek omhoog en staarde me na.

Zijn stem was zacht, maar verstaanbaar. "Veel geluk, Laila. En maak niet nog eens dezelfde fout." Ik snapte niet wat hij bedoelde. Ik had geen idee. Nog steeds niet. Maar ooit zal ik het weten. Dat duurt niet lang meer. Ik voel het.

VerhalenbundelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu