Niet te geloven! Dat die vent denkt dat hij ook maar iets over me te zeggen heeft is totale idoterie. Hij heeft de afgelopen jaren nog geen twee tellen naar me omgekeken, maar nu de familie van de la Court langskomt is hij ineens mijn vader. De man die voor me staat in zijn grijze maatpak van om en nabij de tweeduizend ballen, met zijn grijze vlekken in zijn haar. Natuurlijk denkt hij iets over me te zeggen. Het is immers zijn sperma wat mijn moeder zwanger maakte, maar de naam papa heeft hij nooit verdiend. Nooit. Ik haal mijn schouders op, meer krijgt hij niet van me. Hij krijgt niets van mijn woede, dat is hij simpelweg niet waard.
'Raph, ik meen het. Je gedraagt je als een heer bij die mensen. Hans en Marjorie zijn onze oudste vrienden,' bromt hij nogmaals. En weer krijgt hij dezelfde reactie een schouderophalend 'Ik denk het.' Die oude vrienden van hem die kennen mij. Ze hebben bijna vijftien jaar bij ons in de buurt gewoond. Ze kennen mij, elk foutje dat ik bezit. Ze kennen mijn ouders, mijn broers en zelfs mijn zusje. Elk genante detail van onze kindertijd is ze niet onbekend. Het zal geen verassing voor ze zijn dat ik een beetje opstandig ben.
'Francien! Kan je hier komen en je zoon vertellen waar zijn manieren zijn.'
Ik weet wel waar mijn manieren zijn, maar hij krijgt ze niet te zien. Maar toch doet mijn moeder wat er van haar gevraagd wordt. Ze drapeert zichzelf van de trap met haar net te hoge, glimmende blauwe hakken, haar jurk valt tot net over haar enkels. Met een zwaai stapte ze van de onderste trede de hal in. Ik rol met mijn ogen. Kunnen we nooit een keer normaal doen? Nooit één keer normaal lunchen met mensen die zichzelf vrienden noemen. Ik heb nog nooit bij één van mijn vrienden gezien dat ze zich moeten omkleden voor een lunch. Een lunch waarbij je normaal gesproken je broodje in de hand pakt en voor de televisie op de bank ploft. Ik kan je zeggen dat mijn familie dat nog nooit heeft gezien, laat staan gedaan. Toen ik dat voor de eerste keer deed bij Bram thuis was ik verkocht. Ik denk niet dat ik ooit iets zo burgerlijks zo leuk heb gevonden. Ik kreeg een broodje, die op elkaar was gevouwen met chocopasta. Dat had ik uberhaupt nog nooit gegeten. Ja, biologische notenpasta met cacoa, maar écht chocopasta vol suikers en vet. Nee, nog nooit. Ik kreeg een beker melk en we zaten met onze knieën opgetrokken voor de televisie, terwijl Bram's moeder ons af en toe een vraag stelde over school.
'Raphie,' zingt mijn moeder als ze me ziet. Ik heb een meer dan bovengemiddeld respect voor mijn moeder. Ze houdt deze poppenkast al haar halve leven vol en ze geniet er nog steeds van. Het woord 'Raphie' zorgt voor kippenvel op mijn armen en stijve nekharen. Ik vind het vreselijk als ze me aanspreekt met een verkleinwoordje. Ik voel me dan zo ontzettend klein. En klein is iets wat ik absoluut niet meer ben.
'Mam,' brom ik. Ik trek aan mijn iets te strakke blazer en wurm mijn vingers in de dichtgeknoopte blouse om het iets wijder te trekken. Mijn moeder moet eens aan de kledingmaker doorgeven dat ik geen twaalf meer ben. Die man komt vaak genoeg bij ons thuis. Het is zijn werk om te zien dat ik mijn kleren niet meer pas, maar het lijkt er niet op alsof deze man een heel goed oog heeft. Het is zijn werk om te zien dat ik sport en dat mijn spieren zich over de jaren heen hebben ontwikkeld. Ik maak een schouderrol en trek aan mijn witte blouse. Het pak wat ik draag lijkt op een schooluniform. Het lijkt erop alsof ik ieder moment kan worden opgeroepen om een debat te komen geven over de toestand in het zuiden van Afrika. Die beige broek heeft nog nooit iemand goed gedaan.
'Je kent Jolietje toch nog wel? Je vader wil dat Hans zijn dochter een tijd bij ons laat logeren. Het is belangrijk dat hij en Marjorie zien wat ons huis te bieden heeft.'
Vertel mij wat. Jolie is dat kind van vroeger waar ik niet vanaf kwam. Ze bleef maar achter me aan lopen, volgens mij was ze verliefd op me. Nooit had ik een seconde rust als ze bij ons was, ik en mijn broers werden gek van haar. Ik nog een beetje meer dan de rest. Haar puppyogen zullen me achtervolgen totdat ik in de grond lig en ik overdrijf hier niet eens.
Hans de la Court wil zijn dochter een normale Nederlandse jeugd geven, tenminste dat is zijn verhaal. Hij en zijn vrouw tezamen met hun twee kinderen wonen al tijden in Engeland. Jolie was nog maar tien toen ze vertrokken om hun bedrijf te verplaatsen naar de oostkant van Londen. Matthijs was toen al veertien. Hij zal wel niet meer hoeven overwinteren in Nederland. Ik zag haar na hun alleen nog tijdens de vakanties en dat was lang genoeg als je het mij vraagt. Voordat ze vertrokken waren ze wekelijks bij ons thuis. Die vakanties, misschien vond ik dat al wel te lang, ik weet het niet meer. Jolie en ik zijn nooit vrienden geweest. Ik ben twee jaar ouder dan zij en met mijn bijna twintig heb ik geen enkele behoefte om haar nu weer te zien. Ik heb wel wat beters te doen. Maar ja, iedereen weet dat de weg naar een fusie tussen twee vrienden de kinderen zijn. Of nee, bij elk normaal gezin praat je gewoon met elkaar. Maar Hans de la Court en Robert Stenden - Buitenweg niet, nee, zij laten hun kinderen het vuile werk opknappen. Want dat is waar dit gezeur werkelijk om gaat. De la Court Lakens en het bedrijf van mijn vader. Mijn vader maakt met zijn bedrijf een kwalitatief hoogstaand matras. Het loopt als een trein, maar hij wil uitbreiden. Hij wil meer omzet genereren ook al wonen we in een hel van een paleis met zijn zessen en hebben we helemaal niet nog meer luxe nodig. Hij wil fuseren met de la Court - sheets zodat hij het hele pakketje kan verkopen. Als Hans Jolie bij ons laat wonen voor het komende schooljaar is die fusie minder dan een muisklik weg. Mijn vader heeft echt nog nooit zoveel zinnen op een bedrijf gezet. Het is normaal ook nooit nodig. Hij koopt het, of hij koopt het niet. En nu, jolie hier laten logeren? Het is echt te stom voor woorden.'Mam, hoe laat komen ze? Heb ik nog tijd om naar Bram te gaan?' vraag ik tegen beter weten in. Ook al komen die mensen pas aan het eind van de middag, ik moet de hele middag in deze ongemakkelijke kleren zitten wachten in een verdwaalde yogapose met mijn benen in een houding die alleen vrouwen kunnen maken. Het liefst ook nog met een vaste glimlach op mijn gezicht geplakt waarvan mijn kaken sowieso gaan krampen.
'Nee schat! Ze komen ieder moment.'
Mijn moeder maakt een zwaai met haar jurk waardoor ze op een bejaarde ballerina lijkt. De grijze haren uit haar knot vallen inmiddels meer op dan de geveinsde bruine kleur van haar haren. Ze verft het iedere maand en toch dekt die kleur voor geen meter op haar grijze haren.
Oscar en Arletta lopen van de grote trap naar beneden. Oscar in hetzelfde apenpakje als wat ik aan heb en Arletta in een mooie zwarte cocktailjurk. Als ze niet de vriendin van mijn broer was dan wist ik het verdomme wel. Ik volg haar benen als ze langs de grote marmeren trap naar beneden loopt. Als haar ogen de mijne kruisen dan glimlach ik naar haar. Oscar trekt een beetje aan zijn stropdas. Hij voelt zich ongetwijfeld hetzelfde als ik, ongemakkelijk en geïrriteerd.
'Zo broertje, klaar om je grootste nachtmerrie weer te zien.' Ik schud heel voorzicht met mijn tanden op elkaar geklemd mijn hoofd. Mijn vader heeft hier alles vanaf hangen, dat weet ik, maar in de grote wereld waarin ik leef wil ik het liefst keihard wegrennen. En keihard rennen, dat kan ik. Oscar grinnikt en neemt naast me plaats in de grote gang.
'Shit Robert, we lijken wel de familie von Trap,' zeg ik wild. 'Ga je zo nog even een kamerinspectie doen?' Oscar neemt een grote hap lucht. Hij probeert het nog, hij probeert Robert een kans te geven als vader. Hij is een beter mens dan ik. 'Je kan ons deze poppenkast toch niet laten volhouden. Wat denk je dat Jolie doet als ze ziet dat we eigenlijk heel normaal zijn? Als Hans zijn dochter in onze klauwen heeft gestopt. Denk je dat ik elke dag zo aan het ontbijt verschijn? Want dan ben je nog meer los in je bol dan ik al dacht.'
'Raphael Peter Stenden - Buitenweg nog één woord uit jouw mond en ik beloof je dat er geen enkel zeiluitje op het programma staat het komende jaar,' roept mijn moeder met een ijzige klank in haar stem waar ik bang van word. Robert draait zich om en kijkt naar zijn vrouw. Zij is de enige die dit huis nog een beetje onder controle heeft en hij weet het. Mijn glimlach trekt van mijn gezicht af en ik stap weer in het gareel naast mijn broer.
'Waar is Beau?' vraagt Oscar. Niemand reageert. Onze broer Beaudewijn staat niet in het gelid en ik vraag me af waar hij is. Hij is de best gelukte Stenden - Buitenweg. Altijd als mijn ouders een etentje geven is hij er bij als één van de eersten. Hij weet ook precies hoe hij het publiek moet vermaken, welgemanierd en uitstekende connecties. Ze hadden moeten ophouden toen hij geboren werd. Het werd alleen maar slechter na hem. Ik haal mijn schouders op, het patroon van de rest van de ochtend.
'Geni,' moppert mijn moeder als mijn kleine zus de trap afloopt. Haar rokje is korter dan mijn moeder hem bedoeld heeft, dat ziet iedereen. Haar hand glijdt ongemakkelijk over het familiewapen op de blazer die ze draagt. Genevieve rolt zichtbaar met haar ogen, en zoals ik al zei na Beau werd het niet beter, alleen maar slechter.
'Moeder, ik heb vanavond Volleybaltraining. Denk je dat ik dat haal met dit hele geshowcase? Anders bel ik Arabella dat ik niet kom.'
Ze stapt naast Oscar en kijkt briesend naar Arletta. Die twee liggen elkaar totaal niet en tot op de dag van vandaag weet ik nog steeds niet waarom niet en dat terwijl Genevieve en ik het beste elkaar over weg kunnen. Soms lijken we wel een tweeling. Mijn moeder zucht luid en geeft Genevieve haar mobiele telefoon. Een glimmend verschijnsel met diamanten aan de zijkanten. Zonder twijfel één van de nieuwste modellen, want met minder komt je in ons gezin niet weg.De deur van de keuken gaat open en Beau komt binnen. Totaal in zijn element omdat alle broers er hetzelfde uitzien. Hij zweert erbij zodat iedereen kan zien dat we familie zijn. We zijn nog maar net samen als de grote zware gong die doorgaat als onze bel klinkt in de grote hal. Mijn moeder maakt een kreetje van opwinding, ze leeft voor dit soort dagen. Ik zucht diep. Laat de poppenkast maar beginnen.
YOU ARE READING
Geflipt
ChickLitZij is mijn nemesis. De gedachten aan dat meisje jagen me nog elke keer angst aan. Ik had haar niets misdaan, zelfs niet één keer haar kant opgekeken en ik denk daarom dat het mijn eigen schuld is. Ik haatte haar en ik ben er vrij zeker van dat zij...