De volgende morgen vertrok ik naar school. Onderweg naar de bushalte kwam ik een mager katje tegen. Ze zat verstopt in de struiken en keek me aan met haar bange droevige ogen. Haar vacht zat vol met wonden en bloed, ik probeerde haar te lokken maar ze was bang en verstopte zich nog meer in de struiken. Dus ik liep maar vlug door voor dat ik mijn bus miste. In de bus dacht ik na; zou ze mishandeld zijn? Zou een hond haar aangevallen hebben? Het is duidelijk dat ze geen huis heeft om te overnachten. Ze haalt haar eten hoogstwaarschijnlijk uit de vuilnisbak. Mijn gedachten slaan op hol. Ik wil het katje zo graag helpen maar ze is te schuw. Hoe zou ik haar kunnen helpen. Oh, dat arme diertje! De volgende morgen ging ik weer naar school, ik zag dat katje dat achterna gezeten werd door een hond. Het katje hinkte vlug de struiken in waar de hond niet tussen kon. Ik zoek het baasje van de hond. "Die verdomde kat!,"hoor ik een man achter mij zeggen ik zwijg en loop verder naar mijn bushalte. Ik was geschrokken van de reactie van de man wat heeft dat katje hem ooit mis gedaan? Nu ben ik toch blij een mens te zijn en geen zielig katje. Ik kwam terug na school en had geleerd dat katten het niet leuk vinden als je ze lang aanstaart . Ik kwam het katje terug tegen en probeerde haar opnieuw te lokken maar nu knipperde ik met mijn ogen en hoopte dat dat zou helpen maar het katje bleef zitten op haar eigen veilige plekje. Ik liep dus maar door maar opeens hoor ik achter mij een stemmetje: "wacht." Ik kijk achter mij maar zie niemand waarschijnlijk een vreemde ilusie van mij. Maar weer hoor ik het stemmetje zeggen: "wacht , wacht alsjeblieft ik heb je hulp nodig!" Ik kijk rond mij maar zie nogmaals niemand. "Waar ben je dan?",vraag ik. "Achter je in de bosjes.", antwoord het stemmetje. Ik kijk maar zie enkel het katje. "Ik antwoord misschien dom maar....b....b..ben jij een kat?",antwoord ik zenuwachtig. "Je hebt het goed, ik ben de kat.",antwoord het katje. Ik hurk mij en stotter:"je...pr..pr..praat?"
Het katje: Ja ik praat dat ben je waarschijnlijk niet gewend van een kat.
Ik: Nee, inderdaad niet. Kunnen alle katten dat?
Het katje: Nee niet elke kat kan dit.
Ik: Goed dat doet er nu niet toe. Hoe kan ik je helpen? Onderdak, eten?
Het katje: Nee, ik wil geen eten of onderdak. Ik ben eigenlijk een meisje als jij maar dan met een beetje magie. Ik was graag een kat geweest en toverde me om in een kat. Nu zie ik in dat sommige katten het toch niet zo goed hebben als ik dacht. Het probleem is dat ik me niet terug kan omtoveren tot een meisje. Wil je me een manier helpen vinden terug meisje te worden?
Ik: Natuurlijk wil ik dat maar eerst mijn huiswerk. Kom anders mee naar mijn huis dan beginnen we morgen met ons onderzoek.*Ik hoop dat dit deeltje een beetje interessant was tips of ideeën altijd welkom ;-)