1.

21 3 4
                                    

(Pov. Maisha)

Morgen is het zo ver. De dag dat ik terug ga. Langzaam loop ik door de resten van de stad die ooit Los Angeles werd genoemd

*Flashback*
Bommenwerpers razen over. Boem. Boem. Boem. Gebouwen worden opgeblazen. Verderop zie ik mensen met geweren rondrennen die mensen uit mijn stad neerschieten. Vlak voor mijn voeten valt een kind neer. Schotwond in de borst. Die is niet meer te redden. Met tranen in mijn ogen kijk ik naar het meisje. Dan wil ik omdraaien om de mensen verderop in de stad te waarschuwen dat ze moeten vluchten. Voordat ik ook maar 1 stap kan doen hoor ik voetstappen achter me. Ik draai me om om te kijken wie het is maar voordat ik dat kan zien word ik met een hard voorwerp op mijn hoofd geslagen. Een groene flits. Een steek van pijn. Dan word alles zwart. Op het laatst merk ik nog net dat ik word opgetild.
*einde flashback*

Ik loop langzaam verder en probeer te beseffen wat er in tijd tussen de flashback en nu gebeurt is. Langzaam som ik het op in mijn hoofd.
Neergeslagen, opgetild, daarna ben ik waarschijnlijk meegenomen naar de locatie waar ik later met heel veel moeite uit ontsnapt ben. En nu moet ik weer terug... nouja... Ik moet niet maar ik wil het zelf, de andere mensen die gevangen zijn genomen eruit krijgen. Het liefst in groepen maar als het moet een voor een. Wonder boven wonder heb ik iemand gevonden in de verlaten stad. Hij is best jong en doet onderzoek naar de plekken waar de andere mensen worden vastgehouden. Ik ben nu naar hem onderweg.

Ik loop verder tot ik een bekend gebouw in de verte zie. Ik ben er nog lang niet maar loop er heen. Als ik dichterbij ben zie ik iets groens glinsteren in de zon. Als ik nog dichterbij ben zie ik dat het het gebouw is dat ik voor het laatst zag voordat ik neergeslagen werd. Wat er op de grond ligt is een groene fles. Een groene flits. Daarna is alles zwart. Dit is het voorwerp waarmee ik Knock-out werd geslagen.

Voordat ik mezelf weer verlies in herinneringen loop ik door. Ik ben er bijna geloof ik.

Wanneer ik er ben klim ik door een van de ramen terwijl ik het pistool in mijn jaszak vast houd. Ik had het meegenomen voor als het een val bleek te zijn. Blijkbaar is het dat niet wanneer ik het huis doorloop en uiteindelijk in een soort woonkamer blijf staan. Hier zou mijn contact persoon moeten zijn.

"Kom tevoorschijn ik weet dat je hier bent. Ik heb een wapen dus handen omhoog!"

Vanachter een bankstel komt een jongeman langzaam omhoog.
Hij houd een afgebroken stoelpoot vast als een soort wapen.

"Z-zeg het w-wachtwoord"
Ik zucht.
"Horloge"

Hij ontspant zich zichtbaar. Dan loopt hij naar me toe en steekt zijn hand uit waar hij op de binnenkant van zijn handpalm een getatoeëerde wolf die aan het huilen is laat zien.

Ik draai een schouder naar hem toe en stroop mijn mouw op. Daar is hetzelfde teken te zien.

"Welk voertuig wil je morgen?"
Hij kijkt me vragend aan en als ik stil blijf lijkt hij te denken dat ik het niet begrijp. Hij begint net verschillende voertuigen op te sommen die ontzettend nep klinken als ik hem onderbreek. "Geen me de scooter maar. Heb je locaties?"

Hij houd op met praten en kijkt me met een scheef hoofd aan. "Ja kom maar mee." Hij loopt een andere kamer binnen en opent een luik in de grond.

Er komt een trapje dat naar beneden gaat tevoorschijn. Ik kijk hem vragend aan en hij gebaard dat hij niet meegaat. Zijn ogen staan bang.

Ik zet mijn voet op de bovenste tree en zak dan langzaam naar beneden terwijl ik met mijn andere voet de volgende probeer te vinden. Zo gaat het door tot ik weer vaste grond onder me voel. Boven me is het luik dichtgegaan zodat het echt enorm donker is. Met mijn handen uitgestoken zodat ik de muur kan voelen loop ik door. 

Ik voel een deurklink en duw hem naar beneden. Langzaam doe ik de deur open en kijk naar binnen. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht als ik de groep zie zitten die ik de vorige keer heb bevrijd. De groep waarmee ik ook vast had gezeten totdat ik ontdekte hoe je uit de kamer kon komen. Voor een moment begrijp ik niet waarom de jongen boven zo bang had gekeken. Ik voel dat 2 sterke armen zich vanachter mij om me heen wikkelen en me tegen een ijzeren borstkas duwen. Ik voel dat de  persoon achter me voorover buigt en voel een warme zucht adem tegen mijn oor. ''Heb je me gemist baby..?''  Ik vloek in mijn hoofd, godver. Uitgerekend een van de gevaarlijkste personen die ik ken staat hier achter me.

Jackson.

---------------------------------------------------------------------------------

813 woorden

a/n

Hee, hee, heee.

Het 1e deel van Prisoners!

Ik hoop dat jullie het een beetje leuk/spannend vonden en ik weet dat het nog erg kort is maar de hoofdstukken zullen geleidelijk aan langer worden.

bye babsss!



PrisonersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu