Hoofdstuk 2.

1K 48 5
                                    

Meteen drukte ik de zilvere telefoon weer tegen mijn oor aan. "Charlie?" -ik glimlachte bij het feit dat ze me Charlie noemde- "Spreek ik met jou?" vroeg Kathie, met een enigszins slaperige toon aan haar stem. Als antwoord knikte ik, maar bedacht me vervolgens dat ze me niet kon zien.

"Ja, spreek je mee. Alsjeblieft vertel me dat je goed nieuws hebt, Kathie." Om eerlijk te zijn was het niet dat ik zo enorm graag weg wilde bij Lucy -ik kon haar niet vaak genoeg bedanken dat ze nog steeds met me om wou gaan- maar ik wist dat ik niet lang bij Lucy zou kunnen blijven wonen, ik wist dat dat huis geen permanente woonplek voor mij zou zijn. En dat is precies wat ik nodig had, iets constant in mijn leven.

"Ik was al zo bang dat ik je niet zou kunnen bereiken, het verbaasde je dat jij niet degene was die opnam toen ik opnam toen ik belde," legde ze uit.

"Ik was naar school," antwoordde ik snel; liever skipte ik de 'small talk' en wou ik dat ze gelijk naar de reden kwam dat ze mij gebeld was. Alleen met Kathie lijkt dit onmogelijk.

Aan de andere kant van de lijn hoorde ik een paar dingen vallen, en een gedempte vloek van Kathie, voordat ik haar stem weer hoorde. "Echt, Charlie? Wauw, ik ben verbaasd-"

"Kathie, kan je alsjeblieft het nieuws vertellen?" onderbrak ik haar, met een enigszins geïrriteerde toon ik mijn stem. Ik hoorde Kathie haar keel schrappen.

"Oh ja, ja het nieuws. Ik denk dat je blij bent om te horen dat we je tante hebben kunnen bereiken, en dat zij ermee instemde om je in huis te nemen. Dus zullen we afspreken bij jou huis?", vroeg Kathie, op een toon die ik niet echt kon uitzoeken. Aan de ene kant klonk haar stem enthousiast, blij voor mij dat ze een plek had kunnen vinden voor me, wat me alleen maar zekerde maakte van de gedachte die ik enkele dagen eerder had gehad: dat zij me oprecht wou helpen. Maar toch klonk ze bijna sip, maar waarom had ik geen idee van.

Ik dacht even na voordat ik Kathie antwoordde: "Ik weet het niet Kathie, ik heb eerlijk gezegd er niet zoveel behoefte aan om nog naar mijn oude huis te gaan."

Het was even stil aan de andere kant van de lijn, maar daarna hoorde ik Kathie diep ademhalen. "Ik snap waar je vandaan komt, Charlie. Ik zal naar je huis te gaan, als je alleen maar even een lijstje zou willen sturen van de dingen die ik mee moet nemen."

En dat deed ik. Lucy's moeder stond erop dat ze me bracht naar mijn oude huis; in de haast en stress op de dag dat ik mijn spullen pakte was ik mijn gammele fiets vergeten. Maar het zou me niet verbazen als hij de korte weg naar mijn huis niet zou overleven. De rid naar mijn huis was kort en stil: Lucy en haar moeder wisten dat ik op momenten als deze veel moest nadenken, en lieten me alleen. Toen we vervolgens aankwamen bij mijn huis - ik vertelde mezelf dat ik er niet teveel naar moest kijken- zat Kathie al op de trap te wachten voor de flat te wachten, en stond op zodra ze ons aan zag komen. De paar tassen in haar handen zaten vol met kleren, maar we hadden samen besloten, met instemming van mijn tante, dat we geen meubels zouden mee nemen: er was geen behoefte aan, gezien mijn tante's huis genoeg extra spullen had, en we ze zouden kunnen verkopen, aangezien ik niet zoveel van mijn moeder zou erven.

Lucy's moeder stapte uit de auto, en Kathie liep naar ons toe. Eenmaal voor de auto viel haar blik even op mij. "Charlie, zou ik je misschien even kunnen spreken?" Ik knikte en gebaarde dat ze mocht praten, met een flauwe glimlach waarvoor ik mezelf moest dwingen om mijn mondhoeken omhoog te krijgen. Kathie schudde haar hoofd, waardoor haar krullen heen en weer gingen en haar bril een beetje van haar neus kwam. "Onder vier ogen, graag." Ik knikte, en volgde Kathie die naar een plek liep een paar meter van de auto weg.

"Ik heb goed nieuws." Is het eerste wat ze zei. Al zou me dit verbazen: al zou je me ter plekken vertellen dat ik de loterij van een honderd miljoen euro had gewonnen, dat ik misschien wel bij vrienden kon wonen, dat mijn favourite beroemdheid achter de boom vandaan zou komen en me zou vertellen dat hij als jaren enorm verliefd op me was, of eigenlijk elk nieuws dat de hele populatie tieners en volwassenen zo enorm blij zou maken, zou niet eens tien procent van de pijn die ik voelde opvullen met blijheid.

Ik knikte, mijn ogen gericht op het park achter Kathie. Kathies stem bracht mijn aandacht weer terug naar het zogezegde 'goede nieuws'. "Ik weet dat dit maar een scharre troost is, maar ik vind het belangrijk dat je dit weet. Nadat je vader is doodgegaan heeft hij wat geld aan je nagelaten, wat hij in geheim had opgespaard voor jou toekomst. Het is niet veel, hoogtsteens een paar tienduizend euro, maar ik wil weten dat je moeder hiervan wist, en nad je vaders dood had ze hier toegang toe. Maar het geld is er nog," Hierdoor kreeg ze mijn aandacht. Ik keek Kathie aan, mijn wenkbrauwen omhoog in een vragend gebaar. Kathie knikte, alsof ze precies wist wat ik wou vragen. Ik deed mijn mond een paar keer open, telkens weer wou ik iets anders zeggen. Mijn gedachten schreeuwden door elkaar, mijn meningen waren verschillend. Ik wist dat ik aan de ene kant dankbaar moest zijn dat ze er niks mee had gedaan: het geld voelde als iets van mijn vader en mij, iets waar zelfs mijn moeder niet tussen mocht komen. Maar toch kon ik alle heringeringen niet wegduwen, al die avonden dat ik honger had en alleen thuis zat, terwijl mijn moeder ergens aan de bar zat, waarschijnlijk met een drankje in haar hand en een aantal lege glazen voor haar. Ik weet zeker dat een paar honderd euro niet zo veel verschil hadden gemaakt.

Dus ik knikte. "Er is helemaal niks weg?" vroeg ik me toen af.

Kathie schudde haar hoofd. "Er is helemaal niks weg," herhaalde ze, op een vasterberade toon. Weer knikte ik: knikken was het enige wat ik de laatste tijd bleek te kunnen. Zij aan zij liepen we terug naar de auto van Kathie, de auto die me naar mijn nieuwe thuis zou brengen. Ik zou willen dat ik een goede reden had waarom ik nog niet gevraagd naar de bestemming, maar mijn enige reden was dat het me echt helemaal niet uitmaakte. Ik had dit al zo vaak gedaan, zo vaak dat het gewoon een normaal aspect van mijn leven leek te zijn. Het leek normaal om mijn hele leven op die ene plek achter te laten, alleen maar om weer opnieuw te beginnen op een andere plek. Ik kon me er gewoon niet toe zetten om er enigszins om te geven.

"Misschien kan je je ogen even dicht doen, het is een lange auto reis." zei Kathie zachtjes, waarna ze de auto starte, een draai gaf aan het stuur en wegreed bij mijn oude huis. Het zoveelste oude huis.

Ik had er gelukkig al aan gedacht gedag te zeggen tegen Lucy; nadat ik meerdere malen beloofd heb contact te houden (maar wie hielt ik voor de gek; het contact houden met mensen terwijl ik een paar uur verderop zat was nooit echt een sterk punt geweest) had ik ook de moeder van Lucy bedankt, waarbij ik de kleine rimpels om haar ogen kon zien als ze glimlachte.

Enigszins probeerde ik mijn oortjes uit de knoop te halen, die ik al dagen niet had aangeraakt door het gebrek aan geluid waarnaar ik verlangde deze dagen, of zo leek het, sinds ik meteen weer ontspande toen ik de engelachtige stem van Danny O'Donoghue door mijn oren horen galmen. Met muziek in mijn oren, mijn voeten voor me op het dashboard, en mijn ogen gericht op het raam naar buiten, bereidde ik me voor op de lange reis die ik zou moeten verdragen.

En ik vroeg me af wat er komen zal.

Stiles Stilinski - Teen Wolf FanfictionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu