Hoofdstuk 2: Lotsbestemming

5 7 0
                                    

Binnenkort zou ik 800 jaar worden, veel mensen zouden gefeliciteerd zeggen als ze het ze vertelde, maar ik schaamde me diep voor mezelf, niet omdat ik er oud uit zag ofzo, ik zag eruit als een 30-jarige. Ik voelde me een schande omdat ik na 800 jaar nog steeds niet bereikt had wat ik wilde. Recent was ik iets verder gekomen, en zat ik op het goede spoor, geweldig, eindelijk zat ik op het goede spoor, en het was alleen toeval dat ik het gevonden had. Maar het was enkel een spoor, en het kon nog tijden duren voordat ik mijn doelwit gevonden had. Als het doelwit zijn krachten niet op tijd vond zou het ook te laat zijn en alles voor niets zijn.

Woedend van frustratie zat ik op mijn kamer in Barcelona. Ik was nu al veel te lang in Barcelona, nadat ik gehoord had dat mijn doel in de buurt van mijn woonplaats lag, ben ik heel Barcelona doorgegaan, ik heb alles uitgekamt, maar niets gevonden. Er moest een andere songstress zijn met wie ik mijn krachten kon delen.

Ik haalde mijn krachten uit zingen, als ik zong, laadde ik in principe mijn batterij op. Ik kreeg nieuwe krachten, en kon weer aan de slag. Mijn doel was om te strijden tegen het goede, maar nu had ik het bericht gekregen dat er een andere songstress in de buurt van mijn huis in Barcelona was. Ik moest haar, want songstresses zijn altijd vrouwelijk, vinden. Als ik haar niet op tijd vond zou ze haar krachten niet op tijd ontdekken, en sterven. De tijd drong dus, maar ik kon niets vinden, nergens.

Toen drong het tot me door, gewoon in een keer. Misschien hoefde de andere songstress niet in Barcelona te wonen, misschien moest ik ook op andere plaatsen gaan zoeken. Ik zou wel eerst op zoek moeten naar een teken, hoe moest ik anders weten waar ik naartoe moest?

Ik zat op een prachtige open plek midden in een bos. Voor me liep een klein beekje dat eindigde in een meertje. De rust was hier intens. Het liefst zou ik in het meertje springen, maar dan zou ik mijn concentratie verliezen. Ik inhaleerde de zuivere lucht en probeerde rustiger en dieper te ademen. Langzaam sloot ik mijn ogen. Ik genoot van de sterke geur van naaldbomen en muskus. Met wat moeite zette ik mijn denken uit en probeerde ik signalen te vangen.

Ik zat al twintig minuten met mijn ogen gesloten, er was nog steeds niets gekomen. Langzaam opende ik mijn ogen en stond ik op. Ik wilde hier niet voor niets zijn en besloot om in het meertje te gaan zwemmen. Het water was prachtig helder en het was redelijk warm voor in februari. Ik begon te zingen om krachten te sparen. Als ik krachten had kon ik het water nog wat warmer krijgen.

Ik maakte een vuurbol in mijn handen en gooide hem in het water. Hij begon rondjes te draaien en vormde wonderbaarlijk genoeg een tekst, Girona. Al snel draaiden mijn hersenen op volle toeren, ik had dus wel een teken ontvangen! Ik probeerde te kalmeren, maar het lukte niet meer, ik was veel te enthousiast.

Overhaast ging ik terug om mijn spullen bij elkaar te pakken en naar Girona te vertrekken. Ik nam niet eens de tijd om afscheid te nemen van mensen met wie ik contact had, al waren dat er niet heel veel. Bijna wilde ik mijn krachten gebruiken om sneller te zijn, en toen ik begon met zingen bedacht ik me, dat zou veel te veel aandacht trekken, en natuurlijk mis gaan. Ik stopte weer met zingen en stapte in mijn auto, een blauwe Citroën Cactus. Op naar een plaats waar ik iemand kennis kon laten maken met haar lotsbestemming.

Ik trapte het gaspedaal diep in, er mocht geen tijd verloren gaan. Straks was de songstress al weg, dan zou het te laat zijn, dan zou ze verloren zijn, dat zou uiteindelijk haar eigen vroege dood zijn.

Helaas was het zo'n honderd kilometer naar Girona, dat zou wel wat tijd kosten, misschien kon ik naar een rustige plek gaan, en daar mijn krachten gebruiken om sneller te reizen. Ik pakte de eerste afslag die ik zag en zocht een rustige plaats. Ik begon alvast te zingen om mijn krachten op te sparen.

Het koste heel wat kracht, maar ik had al wel 800 jaar ervaring. Ik kon projectielen in de lucht laten zweven, maar een auto in de lucht houden kostte heel wat kracht, zeker omdat de auto ook nog genoeg vaart moest hebben. Uiteindelijk lukte het, en net op tijd, want in de verte zag ik een voetganger verschijnen.

Ik zag de steden onder me verschijnen en verdwijnen. Het was mooi om te zien. Toen ik boven het platteland was begon ik omlaag te gaan. Ik hoopte maar dat niemand mij zou zien, maar toen ik bijna geland was, zag ik een aantal mensen staan. Snel keerde ik, maar toen zag ik tot mijn verschrikking dat ze keken. Ik bedacht me dat mij Citroën Cactus, die felblauw was, veel te veel opviel. Snel gebruikte ik mijn krachten om hem van kleur te veranderen.

Ik was zo een idioot, ik kon me wel voor m'n kop slaan. Nu wisten de bewonderaars van mijn Cactus zeker dat magie bestond. Ik daalde in noodgang en gebruikte mijn krachten om de mensen te vermoorden. Ze mochten dit absoluut niet weten. Ik moest het doen, met mijn krachten liet ik ze stikken. Al snel zakte de mensen in elkaar. Ik landde mijn auto met een klap op de grond en liep naar de mensen toe. Een man van in de veertig, een vrouw met ook die leeftijd, en een kind van een jaar of tien.

Ik voelde geen spijt, de mensen moesten weg, bovendien hadden ze geen pijn geleden. Ik liet de mensen verdwijnen, zo zou niemand ze vinden. De mensen zouden er wel weer een onverklaarbaar verhaal van maakte, dat gebeurde altijd.

Ik stapte weer in de auto en veranderde hem weer in het felblauw. Ik zag dat het nog maar zestien kilometer was naar Girona, ik zou dus inderdaad niet meer hoeven vliegen. De spanning begon wel op te bouwen, ik had na mijn training nog nooit een andere songstress ontmoet, laat staan dat ik haar zelf moet trainen.

Ik zag het aantal kilometers verminderen, tot ik het bord voor me op zag doemen, Girona. Een kleine glimlach verscheen op mijn gezicht. Nu moest ik alleen nog op zoek in Girona zelf. Ik zou eerst een plaats moeten vinden om te overnachten. Dan zou ik de volgende dag verder gaan kijken.

De klok sloeg twee uur, ik lag nog steeds klaarwakker te piekeren. Voor de honderdste keer nam ik het plan door, misschien moest ik wel gewoon geen plan hebben en doen wat uit zou komen. Ik wist het niet meer.

Ik schrok wakker, blijkbaar had ik dus toch nog geslapen. Toen ik op mijn horloge keek zag ik dat ik te lang doorgeslapen had, het was al tien uur geweest! Snel trok ik kleding aan en pakte ik mijn spullen in. In de ontbijtzaal propte ik wat brood in mijn mond. Ook dronk ik nog wat water en nam ik nog een appel en een sinaasappel mee. Toen ik afgerekend had rende ik naar buiten, ik mocht geen tijd verliezen.

AncestorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu