4

831 36 4
                                    

Bella ☾

Jack en ik lopen de gang op. "Ik loop even een rondje met haar" zegt Jack tegen Esther en de andere verpleegster. Ze knikken. Wauw. Alleen mag het niet, maar met een dokter erbij wel? Wat een logica. Ik zucht en rol met het infuus over de grond. De wieltjes maken een akelig hard geluid in het stille ziekenhuis. 

"Dus Jack?" begin ik om het geluid van de wieltjes te overstemmen. 

"Dus Bella?" vraagt hij terug. Ik gniffel en kijk hem aan. 

"Jij bent dus een dokter?" vraag ik. "Ben je niet veel te jong om dokter te zijn?" 

"Als dat je manier is om achter mijn leeftijd te komen. Ik ben 26 en ben arts. Nog geen gespecialiseerd dokter" zegt Jack. 

"Heb je geneeskunde gestudeerd?" vraag ik. 

"Ja en nu ben ik me aan het verdiepen in oncologie" zegt hij. 

"Waarom?" vraag ik. "Wil je vrijwillig op deze afdeling werken?" 

"Ik wil mensen helpen" zegt hij en hij slaat een gang in. Ik volg hem. 

"Maar er is geen geneesmiddel tegen kanker" zeg ik. "Dus je kan ze niet helpen" 

"Jawel" zegt Jack. Hij wijst naar mijn infuus. "Dat ding helpt soms" zegt hij. "En er wordt onderzoek gedaan naar medicijnen"  

"En toch gaan mensen dood" zeg ik. 

"Negatieve blik" zegt Jack en hij slaat weer een gang in. 

"Sorry, maar wie van ons is hier ziek en loopt met een infuus?" vraag ik. "Ik" antwoord ik ook zelf. "Dus ik heb wel reden om in een negatief standpunt te staan" Jack stopt met lopen en kijkt me aan. 

"Oké, je hebt je punt gemaakt" zegt hij. "Maar je bent hier om te genezen." Ik rol met mijn ogen en loop door. Genezen. Dat gaat hem dus niet worden. 12%. Ik ga dood, dat is een feit. Ooit gaan we allemaal dood, maar ik ga gewoon iets eerder. Ik ga als 19-jarige. Als een 19-jarige die nog niet van haar leven heeft genoten, die net begonnen is met de studie waar ze dol op is, die net begon te denken aan een toekomst. Ik had kennelijk te veel lol en dus wordt het me op deze manier ontnomen. Er is een ziekte in me gestopt. Een dodelijke, pijnlijke ziekte. Een ziekte waar geen medicijn voor is en dan kan Jack wel heel leuk naar het infuus wijzen, maar deze vloeistof gaat mij niet genezen. De enige reden dat ik dat kut-infuus in mijn arm heb laten prikken is omdat ik mijn ouders nog iets van hoop wil geven. Zij gaan achterblijven. Ik ga alleen maar dood. Voor mij is het minder erg. 

"Ik heb honger" zeg ik om mijn gedachten af te leiden van de ziekte. Jack glimlacht en opent een deur aan zijn rechterhand. 

"Welkom in de voorraadkast" zegt hij en hij knipt het lampje aan. Een groot rek vol met snoepgoed en koekjes verschijnt in het felle licht. 

"Mag ik hier eten van pakken?" vraag ik. 

"Jij niet" zegt Jack. "Ik kan het echter wel voor jou pakken" zegt hij. Ik glimlach en kijk naar al het snoepgoed. 

"Ik wil die" zeg ik en ik wijs naar een zak haribo snoepjes. Jack pakt de zak en gooit hem naar me toe. Ik vang de zak en glimlach. "Dankjewel" zeg ik. 

"Je mag de zak houden als je wat minder negatief gaat zijn" zegt hij. "Ik wil niet dat je negatief gaat doen, totdat er is vastgesteld dat dingen niet goed komen." Ik haal mijn schouders op en open de zak snoep. Jack trekt de zak uit mijn hand. 

"Geef terug" zeg ik. 

"Ga je minder negatief zijn?" vraagt hij. 

"Waarom interesseert het jou?" vraag ik en ik kijk naar de zak snoep. Ik had niet echt honger toen ik zei dat ik honger had, maar door het zien van het snoep heb ik plots ontzettend veel zin om me vol te vreten. 

"Omdat ik hier op de afdeling stage loop en jij tot nu toe de enige bent die met me heeft gepraat, op de doktoren na. Ik wil graag dat de enige patiënt met wie ik praat nog wel een beetje positief in het leven staat" zegt Jack en hij pakt een snoepje uit de zak. Hij stopt het snoepje in zijn mond en kijkt mij aan. 

"Welk leven?" vraag ik. 

"Oké... daar gaan de snoepjes" zegt Jack en hij legt het snoep terug in de kast. 

"Prima" zeg ik en ik loop weg  van Jack. Zodra mensen eten van me ontnemen, word ik boos. Zodra mensen verwachten dat ik positief ga zijn in de meest negatieve situatie ooit, word ik boos. Zodra ik in een ziekenhuis ben, word ik boos. Ik duw het infuus voor me uit en schop ertegen aan. Ik wil hier niet zijn. Ik wil weg. 


Ik word wakker van het felle zonlicht die via de ramen naar binnen schijnt. Ik trek de dekens over mijn hoofd en kreun. "Lieverd, papa is ontbijt voor je aan het halen" zegt de stem van mijn moeder. Ik mompel iets en doe mijn best weer in slaap te vallen. Het is niet alsof ik gisterenavond goed heb kunnen slapen. Ik lig in een ziekenhuis, verdomme. Alles wat ik hoor is ziekenhuisgeluiden. Ik mis de geluiden van thuis. De irritante koekoeksklok in de hal, het gekrijs van mijn buurmeisje, de overdreven harde afzuiger in de keuken. Hier hoor ik alleen maar wandelende, hoestende en huilende mensen. Ook al heb ik op wat verpleegsters en Jack na nog niemand gezien, ik kan een aardige inschatting maken van de mensen hier.

Aan het einde van mijn hal heeft vast een oude man een kamer. Hij hoest de hele avond en is het meest van de tijd aan het praten met verpleegsters. Toen ik gisterennacht in bed kroop hoorde ik Esther en de man praten. Hij had het over zijn vrouw die vorig jaar was overleden en over zijn kleinzoon, Koen. 

Tegenover mijn kamer zit een jongere man. Gisterenavond toen ik terugliep naar mijn kamer hoorde ik hem praten. In zichzelf of tegen een telefoon, ik heb geen idee. Hij zei vrij weinig, maar deed denk ik vooral zijn best de tranen binnen te houden. Het was te horen dat hij verdrietig was. 

In de kamer naast mij moet haast wel een meisje van ongeveer mijn leeftijd liggen. Gisterenavond werd ik wakker van de telefoon die in haar kamer over ging. Ze had een kinderlijke stem, maar had het over behoorlijk volwassen dingen. Ze zei dat ze de huur van haar kamer nog moest betalen en dat de rekening van de elektriciteit op haar studentenkamer altijd enorm hoog was. Ze zei dat ze even op vakantie was met haar ouders en dat de persoon aan de telefoon zich geen zorgen om haar hoefde te maken. Fijn om te horen dat ik niet de enige ben die liegt. Ook zij verzwijgt de woorden die niemand hier durft uit te spreken: ik heb kanker en ik ga dood.

forever and alwaysWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu