2de uur donderdag, Nederlands
De dag is op 1uur na begonnen en alweer tellen we af naar het einde van deze verschrikkelijk lange dag. Maar hoofden omhoog en borst vooruit want punten halen is waar het om draait. Niet om vrienden te maken, niet om sociale vaardigheden te leren gebruiken. Alleen het praten tegen de leuke of juist de sufste leerkrachten die als een muur niet antwoorden op jou vraag terwijl ze van jou het omgekeerde vragen. "Muren praten niet" denk ik dan 3,2,1 en de aandacht ligt bij een andere leerling die evenals niet in de les aanwezig is. Zoals iedereen.
"Nog 6 volle uren te gaan jongens," wordt er geroepen door het lokaal. Iedereen lacht. Groen. Want iedereen beseft dat dit geen grap was maar een waarschuwing. Een "up to date".
Een onnodig feitje kwam al fladderend de lucht uit gedwarreld en strande vlak voor mijn neus, op mijn tafel."Te harde muziek, is slecht voor je oren". Ik trekt m'n oortjes uit. De klas hoort even m'n te luide muziek. En wat er ook uit het niets verschijnt is een opmerking recht uit het hart. En het schoolregelement. "Kauwgom in de vuilbak".
En als dit fenomeen eindelijk uit z'n lippen kwam gekropen, volgde er vaak ook nog een niet onterecht verwijt. "Hier in de gang staat ook een vuilbak". Ok, 3 fases doorgekomen zonder dat ;op 6 leerlingen na; iemand een strenge blik naar mij trok.
3 fases om nog doortekomen. Ik sta recht en voel alle ogen op mijn rug branden maar ik blijf shikken op m'n kauwgom. Ik wandel voorzichtig naar de deur. De ogen van hem branden door me heen . Het verschroeit m'n gezicht. ALS ik in die van hem kijk, wordt ik levend gekookt en wordt verbrand tot as door alle andere.Adem. Een paar koude ogen, dus er is nog hoop. Niet iedereen interesseert zich in het levend lijk dat daar loopt.
Ik doe de deur open, gooi m'n kauwgom weg, en dan... . Het moeilijkste van al. Terug u verschroeit gezicht die net voor die 3seconde dat je buiten was geheelt werd, laten open spatten en scheuren tot het eindelijk "krak" zegt. Wat het NET nooit doet.
Ik ga zitten en adem diep in en uit. Alle ogen zijn gedoofd maar de wonden op m'n rug zijn nog kwetsbaar. De wind die door het raam naar binnen komt en geen uitweg meer vind alleen via de deur, bevriest m'n wonden overal. Behalve 1 paar ogen. Die zoals elke dag op m'n rug staan gegraveerd. Ik kijk naar haar van onder m'n voorovergebogen hoofd. De afgebleekte zonnenstraal met der bijna zwarte en gehighlighte haren die in de zon stralen en kleuren tot bijna zwart met goud. Zij die ik elke dag weer en opnieuw van m'n rug moet schrapen als ze ergens achter me zit. Als ik die verbrande pijn niet meer kan verdragen en omkijk, krijgen m'n ogen een weerspiegeling van haar afgebleekte schoonheid te zien. Een kleine glimlach, waar hij al zolang op zat te wachten. Branderige ogen worden door 1 keer te knipperen bewonderaars. Nieuwsgierige speurneuzen. Die alleen kijken tot waar de neus eindigt. Want verder durven ze niet.
Durft zij niet.