"Rebel, nee!" Maar ik ben te laat. De grote Duitse Herder zet het op een lopen en is binnen no-time uit mijn gezichtsveld.
Nee; Rebel en ik konden het niet goed met elkaar vinden, maar dat vonden we beiden niet zo erg.
Terwijl de regen met bakken uit de hemel stortte en ik mijn geduld begon te verliezen, zag ik hem. Rebel kwam vanuit de bossen aanrennen, al hoewel?
Rebel?
Een donkere schim die op een Duitse Herder lijkt. Ik stoot een schel gelach uit, die mijlenver het heideveld over galmt.
"Kom hier hond," mopper ik. De herder rent op me af, trapt in een plas regenwater en is ineens verdwenen.
Voor een fractie van een seconde ben ik bevroren. Het eerste wat door me heen schiet is: oma maakt me af.
Nee Filia, hoezo oma maakt je af? Je hond is net uit de lucht gepikt door een onzichtbare kracht en jij maakt je zorgen om de emoties van je oma?
Ik schud mijn hoofd, trek de capuchon van oma's comfortabele, grote regenjas van mijn hoofd en loop naar de plek toe waar zonet nog mijn herder stond.
Mijn hersens kunnen de informatie niet verwerken en dat zal onwaarschijnlijk ook van mijn gezicht af te lezen zijn.
Alles lijkt ineens heel helder; het getik van de regen op het bladerdek, het ruizen van de wind en dat het eigenlijk best koud is buiten.
Om me heen bevinden zich talrijke, pastel paarse heidevelden; maar mijn aandacht gaat naar de plek waar de herder verdween.
Als ik tot bedaren ben gekomen waggel ik naar de plek toe. Niks. Ik zet nog een stap vooruit en zoals verwacht; niks.
Ik zet nog een stap vooruit en-
Ken je dat gevoel? Als je in slaap valt, je droomt dat je fietst en dat je vervolgens van die fiets afdondert? Kut gevoel of niet?
Het is donker om me heen, alsof ik verdrink in een poel met inkt. Het is onrealistisch en zou technisch gesproken niet waar moeten zijn.
Ineens schrik ik op. Ik voel een warme, natte lap langs mijn oogleden gaan.
Mijn lichaam schiet overeind.
"Rebel!" schreeuw ik uit. De herder piept. Ik krabbel overeind en kijk gedesoriënteerd om me heen.
Het regent nog steeds, en voor de rest is er niets veranderd.
Ik pak Rebel bij zijn riem en trek hem terug in de richting van oma's boshuisje. Vanaf een kleine 50 meter zie ik de kippenren al, maar dit keer zonder gekakel.
Naast de ren staat het paar gele klompjes waar ik me vroeger altijd op voort bewoog. Tegenwoordig dient het alleen maar als bloempot.
Mijn oma's beeldjes verzamelingen staan door de hele tuin, die ook mijlenver het bos in reikt. Ze was er destijds zo trots op.
Ik trek de achterdeur open en schrik van Rebel die blaffend langs me heen schiet.
"Oma?!" Ik trap de te grote regenlaarzen uit en gooi oma's jas over de kapstok. Naar mijn verbazing hangt er een jas in precies dezelfde staat en kleur al over de stoel in de hal.
Ik besteed en op dat moment niet veel aandacht aan.
Ik laat een kleine boer, giechel en slenter naar de woonkamer. Nee, heel vrouwelijk was ik nooit."Oma?" Het is verbazingwekkend stil in de woonkamer. Geen platenspeler die op volle toeren draait, niet het lawaai van de naaimachine.
De tegeltjes hangen nog wel in de woonkamer aan de muur. 'Het gras is groener bij de buren.'
Of; 'de pot verwijdt de ketel.'
Maar er klopt iets niet. Nee. Oma's tegeltje zegt: 'Het gras is NIET groener bij de buren.'
Dat betekend dat dit een ander tegeltje moet zijn. Oma's cynische en humoristische teksten kun je vaak niet om heen, maar er klopte iets niet vandaag.
Overal hangt spinrag. De banken zijn verpakt in een soort witte doeken. Als ik naar het raam toe loop, merk ik dat er een glas gebroken is. Ik zie mijn eigen reflectie. De felgroene ogen en lichte sproeten over mijn jukbenen en relatief kleine neus.
Het tandenborstel beeldje, wat normaal gesproken in de vensterbank staat, is er ook niet meer.
Een koude rilling loopt langs mijn ruggengraat omhoog. Ik slik en probeer hierdoor mijn droge mond wat te bevochtigen. Mijn adem stokt in mijn keel. "Wat gebeurt hier?" fluister ik tegen mezelf.
Ik schrik op van gestommel. Alsof iemand met een scherp hulpmiddel over een houten muur krast.
Ik had nooit naar oma's opdracht moeten luisteren om Rebel uit te laten.
Ik had haar niet alleen moeten laten.
Ik adem zachtjes, sluip op mijn tenen naar de deur naar de hal en leg mijn hand op Rebels kop.
Zijn zachte oren spitsen zich. Ik neem zijn halsband vast, druk de klink van de houten deur naar beneden en betreed de hal.
Ik sluip naar de trap, buk en leg mijn hand op de klink naar de voorraadkast.
"Oma?" fluister ik angstig, druk de klink naar beneden en zie een hond gelijk aan Rebel. Hij is alleen iets donkerder.
Daarna valt mijn oog op een kanten deken. Ik leg mijn hand erop, knijp mijn vingers bijeen en trek hem in een beweging omhoog. Ik slaak een gil en het laatste wat ik bewust meekrijg is de binnenkant van mijn oogleden.
YOU ARE READING
Deelname aan schrijfwedstrijden
Short StoryIn dit boek komen korte verhalen die als opdracht zijn opgegeven voor de schrijfwedstrijden waar ik aan deelneem. Enjoy!