1- De eerste dag

101 9 6
                                    

1- DE EERSTE DAG

Ik word wakker van een herfstblaadje dat op mijn neus valt, ik probeer mijn ogen open te doen maar het felle zonlicht houd me tegen. Voorzichtig tast ik met mijn handen om me heen, ik voel grond, droge grond met bladeren.

Langzaam maar zeker lukt het me om mijn ogen te openen, ik ga rechtop zitten en kijk om me heen.

Ik zit op een soort heuvel aan de rand van een bos, onder mij is een ravijn waar een klein riviertje doorheen stroomt en recht voor me zie ik de opkomende zon.

De zon staat als een felle oranje bol aan de horizon, het doet me denken aan thuis...

Thuis? Plotseling dringt het tot me door, ik zit in de vroege ochtend op een heuvel in het bos naar de opkomende zon te kijken, terwijl ik thuis in mijn bed hoor te liggen en straks wakker gemaakt zou worden door de warme en lieve stem van mijn moeder.

* GEDACHTEN ZIJN SCHUINGEDRUKT*

Honderden gedachten dwalen door mijn hoofd, ik kan het niet meer loslaten;

Waarom ben ik hier? Hoe kom ik hier? Wie heeft mij hier heen gebracht?

Ik sta op en loop ijsberend over de knetterende bruine herfstblaadjes, ik probeer te bedenken wat ik de vorige dag heb gedaan.

Gister was het een dag die verliep zoals alle andere dagen, het was een normale zaterdag waarbij ik niets te doen had.

Ik was de vorige avond vroeg naar bed gegaan omdat ik erg moe was van een feestje dat ik de avond daarvoor weer had gehad. Daardoor was ik al om acht uur wakker, ik smeerde een boterham voor mezelf en maakte een smoothie. Ik verveelde me en besloot een eindje te gaan wandelen met mijn hond in het bos, zoals ik wel vaker doe in de ochtend als ik me verveel. Ik liep een groot rondje en ging op een bankje zitten om even uit te rusten.

De verdere middag heb ik wat gelezen en ben ik naar het buurtparkje gegaan om wat bloemetjes te plukken, die ik later bij mijn oma heb langs gebracht.

In de avond hebben we aardappelkoeken gegeten en heb ik met mijn broertje een kaartspelletje gedaan.

Om half tien ging ik naar boven om nog even te lezen en om 10 uur heb ik het licht uitgedaan en ben ik gaan slapen.

Geen van al deze dingen helpt me verder om erachter te komen hoe ik hier terecht ben gekomen, tenminste niet dat ik weet.

Ik ga weer liggen en sluit mijn ogen zodat ik beter kan nadenken, ik som alles nog een keer op wat ik gisteren heb gedaan: opstaan, ontbijten, bos...

Bos, dat is het! Ik ben in het bos, ik sta op en kijk goed om me heen en dan zakt opnieuw de moet me in de schoenen. Dit is niet het bos dat ik op mijn duimpje ken, maar  een heel groot ander bos op een hele grote andere plek.

Ik probeer te bedenken welk bos dit dan wel is, het is niet het lange bomen bos en ook niet het donkere plassen bos, maar welk bos is dit dan wel?

Waarom  ben ik hier? Voor hoe lang blijf ik hier nog? Wanneer kom ik thuis?

Opnieuw dwalen de gedachten door mijn hoofd, ik ril van het idee dat ik nooit meer thuis zou komen, nooit meer in mijn eigen bed zou kunnen slapen en nooit meer 's avonds voor de tv zou kunnen hangen en whatsappen met mijn vriendinnen terwijl mijn moeder zegt dat ik naar het progamma moet kijken. Wacht, heb ik mijn mobiel bij me? Opeens schiet het me te binnen, stel als ik hem bij me heb dan kom ik vandaag nog uit dit bos. Ik voel met mijn handen in mijn zakken, yes ik heb hem! Ik toets ons huisnummer in en wacht gespannen af, ik ga naar huis, ik ga naar huis denk ik.

Maar dan valt mijn mobiel plotseling uit, de batterij is leeg...

VerlorenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu