'Lang, heel lang geleden...'
'Papa?'
'Ja, wat is er lieverd?'
'Is het echt heel lang geleden? Jebegint je verhalen altijd zo. En daarna zeg je: "In een land hierheel ver vandaan". Maar het is nooit écht lang geleden. Of hierheel ver vandaan.'
'Ieder verhaal hoort toch te beginnenmet die zinnen? Anders weet je niet dat ik je een sprookje gavertellen.'
'Ik wil geen sprookje horen. Iedereavond die verzonnen verhalen van je. Ik wil iets echts horen. Ietswat écht kan gebeuren.'
'Weet je het zeker? Je vindt desprookjes altijd zo spannend.'
'Ik weet het zeker. Vanavond ietsanders. Iets wat echt gebeurd is.'
'OK, even denken.
Niet zo heel lang geleden, vorige weekdinsdag, leefde er een jongen. Hij woonde niet eens zo ver van hier,in de Kerkstraat waar hij een eenvoudig winkeltje in leestekens had.''Leestekens? Papa, doe toch niet zoraar!'
'Nee, serieus, leestekens. Dag in, daguit kwamen er mensen bij hem op bezoek met grootse verhalen, maarzonder leestekens. En Bob hielp hen dan met verse punten en komma's.'
'Papa, dit is echt niet waar. Erbestaan helemaal geen winkels waar je leestekens kunt kopen. Puntenen komma's schrijf je gewoon op en die hoef je niet te kopen in eenwinkel. Ik wilde een écht verhaal.'
'Bob had in de Kerkstraat een kleinwinkeltje waar hij schoenen repareerde. Beter?'
'Dat kan, dat is beter.'
'Hij was niet echt een bijzonder goedeschoenmaker, maar net genoeg om rond te komen. Bij hem kwamen demensen die eigenlijk niet genoeg geld hadden om een schoenmaker tebetalen. Laat staan dat ze geld hadden voor nieuwe schoenen. Dus zebetaalden Bob met dingen die ze konden missen. Een paar oude sokken.Een halve kool. Kleine dingen die hij al dan niet kon gebruiken.
Op die dag, afgelopen dinsdag, kwam ereen oude vrouw zijn winkeltje in gelopen. Als hij niet beter hadgeweten had hij gedacht dat het een heks was. Zwarte mantel, zwartepuntmuts, en zag hij daar een zwarte kat op haar schouder zitten? Eenzwarte kat die hem met openbare, rechtstreekse haat aankeek?
'Goedemorgen, waarmee kan ik uhelpen?', vroeg Bob.
'Goedemorgen schoenlapper', zei devrouw die écht geen heks was. 'Kunt u mij helpen? Ik heb deze tweeoude schoenen en ik vroeg me af of deze nog te maken waren.'
Terwijl ze dat zei, zette ze de tweeoudste schoenen op de werkbank die Bob ooit had gezien. Ze waren oudgenoeg om ooit nog per ongeluk in de dino-poep te hebben gestaan.
Bob pakte de schoenen aan en bekeek zegoed. Het stiksel zat los, in een van de zolen zat een gat. De ogenvoor de veters waren bijna allemaal verdwenen.
'Ik kan kijken wat ik kan doen,misschien kunnen ze dan nog een jaar mee. Maar als nieuw worden zenooit meer', zei Bob tegen de zekerste-weten geen heks. 'Wat kunt ume bieden ter betaling?'
'Ik heb hier deze drie magische bonen',zei de vrouw.
'Magische bonen? Pap, magische bonenbestaan helemaal niet. Kun je nu niet een gewoon verhaal vertellen?'
'Geen magische bonen? Een betoverdefluit dan?'
'Pap!'
zucht
'Goed.'
'Ik heb deze saaie, maar wel lekkerwarme sjaal gebreid, kun je daar wat mee?'Bob nam de sjaal aan van de oude vrouwen bekeek hem grondig. Drie kleuren, lekker dik, daar kon hij wel watmee.
'Dat komt goed', zei Bob, 'ik denk datik ze vrijdag wel klaar heb.'
De vast-geen-heks nam afscheid enverliet de winkel samen met haar kat en bezem.
De rest van de dag gebeurde er niet zoheel veel bijzonders in het winkeltje van Bob.
Toen hij die avond zijn winkel verliet,begon het net te sneeuwen. Het was vroeg in het jaar voor sneeuw,maar gelukkig dacht hij net op tijd aan de sjaal die hij van de oudevrouw had gekregen. Hij sloeg met een soepele beweging de sjaal omzijn nek, dook diep in zijn jas en stapte de straat op.
EINDE VAN DEEL EEN
YOU ARE READING
Een ander sprookje
UmorismoAltijd die onrealistische sprookjes voor het slapen gaan. Dit keer een écht verhaal. Met echte mensen. En dingen die echt gebeurd zijn.