Het was vreemd om aan te meren op een schiereiland van Nederland, Sara was nooit ergens geweest dat volledig omringd was door water. Ze was haar hele leven van pleeggezin naar pleeggezin gestuurd maar had zich nooit ergens thuis gevoelt. Of haar pleegouders vonden het nodig om haar te gebruiken als een soort van assepoester of het werkte gewoon niet. Bij de familie Davidsz had ze het het ergst gehad, ze werd behandeld als assepoester, uitgescholden als ze ook maar het kleinste foutje maakte, en werd geslagen als ze maar een verkeerd woordje zei. Hopelijk was ze hier nu vanaf.
Roland hield de achterdeur voor haar open zodat ze naar binnen kon stappen, en liep om naar de andere kant. Hij droeg niet de kleding die hij die avond had gedragen. Wat hij nu droeg leek op een soort van uniform. Hij droeg een getaileerde half lange rode jas met een grijs shirt eronder boven een rode broek. Het was hoog geknoopt dus alleen een deel van de het grijze shirt was te zien. Om zijn middel droeg hij een zwarte riem.
De chauffeur keek met een glimlach in de achteruitkijkspiegel, het was een man van begin dertig en hij droeg een uniform ,net als Roland, maar in het donkerpaars. Hij had zichzelf voorgesteld als Paladijn Alex Nieuwhaven.
“Vergeet je gordel niet,” glimlachte Alex.
Sara was niet meer gewend aan het zitten in auto’s en al helemaal niet met een chauffeur die zich zorgen maakte over het dragen van gordels. Ze was dus inderdaad gladweg vergeten deze om te doen.
“Oh, sorry,” reageerde ze gespannen.
“Is prima,” lachte hij, “Ik ben nog niet aan het rijden.”
Roland liet zich in de auto zakken en deed volautomatisch zijn gordel om.
“Het is een tijd geleden dat ik hier ben geweest,” zei hij, “laatste keer was een paar maanden terug.”
“Ben jij ook op Texel opgeleid?” vroeg Sara.
“Yep,” reageerde Roland terwijl hij naar Sara keek, “vrij snel na de dood van mijn ouders werd ik hiernaartoe gebracht, dat was hun laatste wens.”
Alex begon langzaam gas te geven om van het veerpont af te rijden. Toen de wielen het wegdek raakt gaf hij een beetje extra gas om naar de hoofdweg te rijden.
“Met een beetje geluk zijn we met zo een tien minuten bij het Districtskantoor,” informeerde hij zijn passagiers.
Sara hoorde dit niet helemaal omdat ze werd afgeleid op haar uitzicht over de duinen en de Waddenzee die de horizon in de verte raakte. Sara had zich deze ochtend kunnen douchen, na vele jaren, en haar kleding, hoewel versleten, was gewassen. Ze had natuurlijk niet de mogelijkheid om schone kleren te laten brengen of om deze te kopen. Roland had haar er van verzekerd dat ze welkom zou zijn bij de Orde en dat ze haar oude kleding snel af kon danken.
Sara genoot van het Duinlandschap en hoopte dat, waar het districtskantoor ook mocht zijn, er de mogelijkheid was om naar de zee te gaan.
Sara was verbaast toen de auto een groot dennenbos in reed. Hoge rechte bomen doemden op in haar gezichtsveld geplaatst in rechte lijnen.
“Dit is tijdens de 17 eeuw neergezet als productiebos,” legde Roland uit, “de hoge dennenbomen waren perfect voor het maken van masten en spanten.”
JE LEEST
Sara
FantasySara is dakloos totdat ze in contact komt met een mysterieuze jongen. Zou Sara meer ontdekken over haar verleden en een beter leven kunnen beginnen?