Doornroosje| Namjin|

39 1 2
                                    




1309 na Christus

Vijf dagen na de kroning van de koning kreeg de koning een zoon. Op de dag van zijn geboorte waren drie goede feeën aanwezig die hem een cadeau in vele vormen konden geven. Na het eten liep de eerste fee naar de kinderwieg en hield haar staf omhoog. Iedereen was doodstil.

'Ik geef aan dit kind de schoonheid van de sterren,' zei ze en liet haar staf neerdalen op het jongetje.

Ze liep terug en de volgende fee volgde.

'Ik geef aan dit kind de wijsheid van de acht goden,' zei ze en deed hetzelfde als de andere fee.

'Ik geef aan dit kind het hart van de moederbloem,' zei de laatste en iedereen klapte blij.

Alle kaarsen uit gingen opeens uit. Iedereen keek geschrokken op toen een zwarte fee naast het wiegje stond. De wachters gingen meteen erop af en de feeën keken verbaast naar elkaar.

'Een feestje waar ik niet voor uitgenodigd ben?' vroeg de zwarte fee.

'Het spijt ons, maar u houdt toch niet van drukke bijeenkomsten?' vroeg de koningin bang.

'Nee, maar nog meer niet van genegeerd worden!'

Ze liep naar het kinderwilgje en keek erin.

'Wat een schattig meisje zeg!'

'Het is een jongen,' zei de koning trots.

'Maakt niet uit,' siste ze.

Het kindje begon zacht te huilen.

'Wat onbeschoft!'

Ze wilde het kindje slaan maar een goede fee pakte snel het kindje en gaf hem aan de koningin.

'Wachters!' riep de koning.

De wachters pakte de zwarte fee vast en trokken haar weg.

'Jullie zoon zal op zijn 18 zich aan een spinnenwiel prikken en sterven!' gilde ze nog en een zwart poeder viel over het kindje.

Iedereen was geshockt de koningin begon te huilen en de koning liep naar de feeën.

'Is er nog een manier om dit op te lossen?' vroeg hij verdrietig.

'Nee, we kunnen een spreuk niet ongedaan maken,' zeiden de goeden feeën.

'Maar mijn zoon kan misschien nog wel wat eraan doen,' zei een en keek om.

Een jongen met blond haar maar zonder vleugels liep naar hun toe. Hij was erg verlegen.

'Kunt u dat echt?' vroeg de koning.

'J-ja, ik kan spreuken een heel klein beetje wijzigen.'

'Alstublieft! We zullen u alles geven.'

De jongen knikte en nam de staf van zijn moeder en liep naar het kind.

'Kan hij dit echt? Hij is niet veel ouder dan onze zoon,' vroeg de koning aan de fee.

'Ja, hij is dan pas een jaar. Wij feeën of kinderen van ze kunnen al veel op die leeftijd.'

'Op zijn 18 zal deze jongen zich prikken aan een spinnenwiel maar zal niet sterven maar slapen. Tot iemand die van hem kan houden hem wekt met een kus.'

Hij liet de staf op het kindje rusten en iedereen klapte en lachte blij. Na het feest werden alle spinnenwielen in het land verbrandt om de jonge prins te beschermen.


De jaren vlogen voorbij en de jongen groeide op tot een knappe prins. Hij was onderhand 17 en hij zal morgen 18 worden. Hij trok veel op met de jongen die hem soort van gered had. Hij zelf weet over de vloek maar geloofd er niet in.

Namjin sprookjesWhere stories live. Discover now