Het meisje op de steiger

86 7 2
                                    

Op de steiger zat een meisje.

Het meisje met de vlecht.

Haar voetjes in het water.

Ze schommelen heen en weer.

Het water golfde niet meer vredig,

maar ging hevig te keer.

*

Op de steiger zat een meisje.

Het meisje met de vlecht.

Niemand die wist wie ze was.

Niemand die wist wat ze deed.

Niemand die naar haar toekwam en zei:

''Wat doe je meisje? Wie ben jij?''

*

Op de steiger zat een meisje.

Het meisje met de vlecht.

Ze zat daar vredig te denken.

Dag en nacht, warmte of kou.

Ze wachtte op iemand die naar haar toe kwam

en dan vroeg zij wat die wou.

*

Op de steiger zat een meisje.

Het meisje met de vlecht.

En toen haar vlecht grijs was.

Met een gerimpeld gezicht.

Kwam een kleine jongen.

En ze vervulde hun plicht.

*

Op de steiger zit nu niemand.

Een kale lege plek.

Het meisje is nu met de jongen.

Voorbij de horizon gegaan.

Ze zijn nu aan het zwemmen.

Tot een boot naar hun toe zal gaan.

There ain't nothingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu