Het rood-blauwe politie lint wappert tussen vier bomen. Het vormt een grote rechthoek die een deel van de stoep in beslag neemt. Kleine regendruppels vallen op de witte tent die om het bloed staat dat Wolfs een uurtje geleden heeft gevonden. Drie mannen in licht-blauwe pakken stappen onder het lint door. 'De bloedsporen zijn waarschijnlijk van mevrouw van Dongen. Wolfs knikt 'bedankt' zegt hij kortaf. Hij loopt naar nummer 32 en belt aan. Het op een na laatste huis in de straat. Niemand heeft iets gezien, iets gehoord. Een oude man doet open. 'Wat is er allemaal gaande?' 'Dat weten we nog niet precies, heeft U vanmorgen iets gezien?' 'Ja alles' zegt de oude man trots. Wolfs glimlacht 'zou ik misschien even binnen mogen komen?' 'Kom erin' zegt de oude man vriendelijk. Wolfs stapt het smalle halletje in en volgt de man naar de keuken. 'Wilt U koffie?' 'Nee, bedankt' zegt Wolfs. De man steekt zijn hand uit. 'Stef Klinkers' 'Floris Wolfs, recherche Maastricht.' Ze schudden elkaars hand en nemen tegenover elkaar plaats aan de keukentafel. 'Wat heeft U allemaal gezien?' Vraagt Wolfs. 'Vanmorgen om half negen hoorde ik een knal, dus ik liep naar het raam, en ik zag iemand op de grond liggen.' Wolfs onderbreekt hem. 'Hoe zag hij of zij eruit?' 'Het was een vrouw, bruin haar in een staart, uhm...' 'Eva' Wolfs lacht. 'Nou, wat heeft U nog meer gezien?' 'Die vrouw lag daar dus en toen. Kwam er een grote, blanke man en die stopte haar in een grote juten zak. Daarna reden ze met z'n drieën weg in een wit Volkswagen busje. Ik heb het kenteken hier opgeschreven'. De man staat op en loop naar een klein ladekastje dat tegen de muur staat. Hij opent de bovenste lade en haalt er een klein briefje uit. Hij loopt terug naar de tafel en geeft het briefje aan Wolfs. 'Waarom heeft U het kenteken eigenlijk opgeschreven?' Wolfs kijkt vragend naar de man. 'Voor als jullie langs zouden komen.' 'Waarom hebt U ons dan niet meteen gebeld?' De man haalt zijn schouders op. '67-VTG-9' zegt Wolfs 'en dat weet U zeker?' Wolfs kijkt schuw. 'Voor 200%' zegt de man lachend. 'Bedankt' ze schudden elkaars hand en Wolfs gaat de man voor naar het halletje. Hij opent de voordeur en knijpt zijn ogen tot spleetjes als hij het felle zonlicht instapt. 'Hier, dit kunt U misschien wel gebruiken' Wolfs draait zich om en pakt het briefje dat de man naar hem uitsteekt. 'Dank U' 'geen probleem'. Wolfs draait zich om en pakt zijn telefoon uit zijn jas. 'Fijne dag nog' roept de man hem achterna. 'Hetzelfde' Wolfs loopt door naar zijn auto, stapt in en toets het nummer van Romeo in. 'Romeo, kun je even natrekken: het kenteken
67-VTG-9' 'momentje.' Wolfs kijkt geërgerd voor zich uit. Als alles nu een beetje sneller ging. 'Het is een Volkswagen Transporter, en hij staat op naam van Peter van der Vucht' 'en waar kan ik Peter vinden?' 'Capucijnenstraat nummer 66' 'dankjewel hè' zegt Wolfs.'ja ja, mag ik niet mee helpen zoeken?' Romeo klinkt hoopvol. 'Vraag maar aan Mechels' Wolfs lacht 'misschien tot straks' 'ja doei' Romeo hangt op
JE LEEST
Ontvoerd
FanfictionEva ademt de frisse buitenlucht in. Ze heeft besloten vandaag te voet naar het werk te gaan. Wolfs is al eerder vertrokken. Hij moest nog wat regelen, had hij gezegd. Het is rustig op straat, geen auto's, geen mensen, niemand. Dan wordt de stilte ab...