Hoofdstuk 5 ; Mark.....

442 30 7
                                    

"Is ze hier?" Marks stem klinkt vreemd en vermoeid. Het beangstigt me. Ik probeer over de rand te kijken om zijn gezicht te zien, maar het kan niet zonder opgemerkt te worden. "Mijn geweer..." mompelt Mark opeens. Oh nee, ik ben het geweer volledig vergeten! Als ze me nu opmerken ben ik dood! Met oren gespitst luister ik aandachtig. De man maakt geen enkel geluid, alleen Marks ademhaling klinkt nog. Ik schrik, als ik glas hoor breken. Glassplinters en scherven vallen op de grond. Hebben ze het raam gebroken!? Auw! Een glasscherf raakt mijn hand. Ik trek de hand naar mijn gezicht. Op de handschoen verschijnt bloed. De handschoen is gescheurd. Ik verberg de handschoen snel in mijn rokzak. Hopelijk hebben ze niks door. "Marieke?" roept Mark opeens. Ik schrik me rot. Ik kijk snel onder de rand. De nette schoenen zijn weg. De vering in het bed is niet verandert. De man is weg... Mark zakt op de grond, en kijt me recht aan. Zijn gezicht is bleek en magerder. Hij glimlacht zwakjes naar me. "Marieke..." Ik kijk hem vol ongeloof aan. "Mark..." fluister ik, bijna onhoorbaar. Hij steekt zijn hand naar me uit. Met mijn goeie hand pak ik het aan, en Mark trekt me van onder het bed vandaan. Tranen vullen mijn ogen, rollen over mijn koude wangen, als ik voor hem sta. Al de angst van de afgelopen 2/3 dagen komt er uit. Sussend slaat hij zijn armen om mij heen. "Rustig maar Marieke... Je grote broer is er weer.... " Ik begin te snikken. Mijn schouders gaan schokkerig op en neer. Mark streelt met zijn vingers mijn wang. Ik voel me moe en zwak. Verdrietig en opgelucht. Maar ik ben weer bij Mark, bij mijn grote broer. "Heeft hij je pijn gedaan?" breng ik trillerig uit. "Nee" zegt Mark. Ik haal mijn hoofd weg en kijk hem recht aan. Hij lacht, waardoor hij kuiltjes in zijn wangen heeft. Zijn bruine krullen staan door elkaar. Zijn helder groene ogen kijken me troostend aan. "We hebben jou gezocht" zegt Mark, als hij een pluk haar uit me gezicht haalt. "We? " vraag ik hem snikkerig. "Ik en Slenderman" zegt Mark met een glimlachje. Ik voel een klauw op mijn schouder rusten, maar ik kijk er niet naar om. Ik weet nu wie het is.

Met z'n drieën lopen we naar buiten. Ik leun met mijn hoofd tegen Marks schouder aan. Mijn bloedende hand heeft de klauw van Slender gepakt. Het brand een beetje, maar het maakt niet uit. Mark heeft mijn andere hand vast. Ik voel me vreemd, maar Marks hand is te warm om los te laten. "Naar een nieuw thuis zonder zorgen, zonder oorlog en pijn" heeft Mark gezegd. We lopen het mistige bos in, om daar niet meer uit te komen.

A Slenderman StoryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu