I love skating

Ik zit boven in mijn kamer met mijn zusje Nina. Mijn ouders maken ruzie. Alweer! Ik wordt er zo gek van. Nina ga maar slapen. Ik heb geen zin om de hele tijd met een huilend zusje op mijn kamer te zitten. Ja Emma. Als mijn zusje naar haar kamer is. Doe ik het tweede laatje van mijn bureau open. Ik pak mijn dagboek uit het laatje en dan doe ik het weer op slot. Ik pak het sleuteltje van mijn dagboek en ik maak het open. Ik schrijf:

lief dagboek,

vandaag maken mijn ouders alweer ruzie.

Het leek een tijd goed te gaan maar

waarschijnlijk was dat alleen maar

om mij blij te maken. Nina zat

alweer op mijn kamer te huilen.

Ik heb haar naar haar eigen

kamer gestuurd zodat ik jouw

kon schrijven. Ik voel me net als

Nina heel verdrietig. Ik ga een plan

bedenken om mijn ouders te laten stoppen

met ruzie maken. Ik weet nog niet

hoe maar ik bedenk een plan. Als ik iets weet

laat ik het je weten.

Liefs Emma.

Ik doe mijn dagboek weer op slot en leg het in mijn la. Ik denk dat mijn moeder naar bed gegaan is en dat mijn vader beneden op de bank aan de drank zit. Ik hoor tenminste geen geschreeuw meer. Ik ga maar even kijken of Nina al slaapt.

Zachtjes doe ik de slaapkamerdeur van mijn zusjes kamer open. Ik zie dat ze gelukkig al slaapt.

Zachtjes loop ik terug naar mijn eigen kamer en ga in bed liggen. Nu is het voor even weer dat fijne huis waar ik me thuis voel. Ik voel dat mijn ogen dicht vallen.

Als ik wakker wordt is het nog donker. Ik hoor wat. Mijn slaapkamerdeur gaat open en ik zie mijn zusje in de deuropening staan. Ik hoor alweer geschreeuw. In mezelf wordt ik echt heel boos. Ik ga mijn bed uit en ik stamp naar de kamer van mijn ouders. Ik ga in de deuropening staan. Als zei kunnen schreeuwen kan ik het ook. Hé schreeuw ik boos. Mijn ouders kijken verbaasd om. Kan dit stoppen nu? Overdag mogen jullie ruzie maken wat jullie willen maar niet nu! Liefje je hoeft niet zo te schreeuwen hoor zegt mijn moeder. O nee wat doen jullie dan de hele dag? Jullie schreeuwen altijd en dan tegen mij zeggen dat ik niet mag schreeuwen. Wij willen nu ook even slapen. Mag dat? Fijn. Ik zie mijn ouders verward naar elkaar kijken. Snel loop ik terug naar mijn eigen kamer. Ik gooi de deur van mijn kamer dicht. Snel ga ik in bed liggen. Gelukkig val ik snel in slaap.