Ik was bij mijn bestemming aangekomen, mijn lotsbestemming. Ik stapte moedig naar voren, maar toch voelde ik dat stukje angst nog. Ik verpletterde het stukje angst, dat zo bros was dat het zonder moeite vervloog. Daar was het dan, thuis. Ik dwong mezelf het gevoel van thuis aan dit huis te koppelen, en al snel werd ik er vertrouwd mee, alsof ik hier al jaren woonde. Ik stapte naar binnen, zette me schrap, voelde de zwaartekracht meer dan ooit, de adrenaline gierend door mijn lijf, en ik vloog, ik vloog.
Ik vloog...
Ik vloog ...
Ik vloog!
Wat had ik gedaan?
JE LEEST
De Reis ✔
Short StoryIk had een gigantisch mooi uitzicht op de aarde, kon de maan goed zien. Het was zo prachtig. Maar toch, ik zat gevangen... In een satelliet. In een lichaam. Ik was net de pop van een poppenkast.