Cvs verdachts is. Ik doe het niet uit mezelf. Het is een opdracht van mijn baas, ik word er voor betaald." Opeens mocht ik hem niet meer. Hij was een eenzaam, egoïstisch watje. "Waar is julie kelder?"vroeg hij opeens weer op een vriendelijke toon. In de kelder mocht hij niet komen. Daar verbergen we onze honden. We mogen geen honden hebben van onze huisbaas. Ik viel op de grond en deed alsof ik flauwviel.
"AU!" riep ik. Gustaaf tilde me op en bracht me naar buiten. Ik hoorde mijn moeder tegen hem roepen, maar hij loopt snel naar zijn auto. Wauw, een auto. Ik heb nog nooit in een auto gereden. De auto stonk naar sigaretten. We reden weg.
------------
Ik werd wakker. Ik had zeker geslapen in de auto. Een auto... Ik kan nog steeds niet geloven dat ik in een auto heb gereden. Ik deed mijn ogen open, ofwel, dat probeerde ik. Om de een of andere reden kreeg ik mijn linkeroog niet open. Raar, maar ik dacht er niet te veel bij na. Ik ging recht zitten. "AU!" krijste ik. Mijn rig voelde alsof het verbrijseld was. Er kwam een vrouw aan, toen besefte ik dat ik niet alleen in de kamer was. Mijn hoofd brandde. Wat was er met me gebeurd? De vrouw kwam dichterbij en ze ging naast mijn bed staan. Ze legde me weer neer en gaf me een glas water. Nou ja, glas, je kan het beter een papfles noemen. Maar ik nam het aan. Ik had in eeuwen geen helder water meer gedronken. "Verdomme, laat me hieruit!" hoorde ik een andere man roepen. Was ik in een gevangenis? Maar waarom dan? De vrouw die me het water gaf liep weer weg. Ze ging de richting van de roepende man uit. Waar was ik? En toen werd het me duidelijk. De pijn, de roepende man, het gratis water. Ik was in het ziekenhuis.
JE LEEST
Verduistering
Historical FictionDit boek gaat over een meisje, Zoé. Ze leeft in de tweede wereldoorlo. Ze is geboren in een arm gezin van 8 kinderen, een moeder en een vader dat bijna altijd weg is. Haar vader is soldaat. Elke dag is ze doodsbang dat ze hem nooit meer terug zal zi...