1

52 2 0
                                    

Werkdag begon zoals gewoonlijk. Ik zette koffie voor de eerste mensen die binnen kwamen.
En zoals altijd kwam meneer 'ik ben een gevaarlijk iemand en als je ook maar een keer naar me kijkt vik ik deze hele tent af' binnen. In ons bedrijf noemen we hem 'het'. Want hij komt hier bij openings tijd en gaat altijd 2 minuten weg voor sluitingstijd. Hij bestelt nooit wat en zit hele dagen maar in die hoek van de shop.

'Jae! Tafel 4 willen een 2 latte en 1 americano!' Riep mijn baas. Ik deed wat ik moest doen en liep naar de tavel. Alleen aan tavel 12 zat 'het', te kijken, te kijken hoe ik mijn werk doe. Dat is nogal eng.

Toen bijna iedereen weg was kwam mijn baas bij me zitten om samen even pauzen te houden. Het was inmiddels 10 uur savonds. Iedereen was zowat weg allen 'het' was er nog.

'Dus Jae hoe ging het met je been?' Ik keek naar mijn been en merkte wel dat ik er last van had. 'Goed hoor, het is bijna helemaal genezen!' Hij lachte. Fijn om te horen, en bedankt dat je vandaag de hele dag kwam. Ik weet niet hoe ik het vandaag had moeten doen als ik hier alleen was.' 'Ach baas u kent me toch. Ik vind het leuk om hier te werken! Alleen hij, dat geeft me de rillingen.'

We keken om naar 'het'. 'Zullen we hem aangeven bij de politie?' Vroeg mijn baas verluisterent tegen me. 'Ik weet niet. Straks komt hij vraak nemen.' 'Je hebt gelijk.'

Op dat moment Wert mijn baas gebeld. 'Hallo schat. Hoe is het? ... What!? ... ik kom er aan!' Hij stond op en pakte snel zijn spullen. 'Jae! Kan jij afsluiten? Ik moet gaan. Mijn zoontje heeft een ongeluk gehad.' Ik keek hem aan. 'Tuurlijk!' Hij gaf me de sleutel en ging er snel vandoor.

Ik begon op te ruimen en schoon te maken. Het was inmiddels sluitingstijd, maar 'het' zat er nog. Ik liep voorzichtig met de bezem daar heen zodat ik toch nog een wapen heb als hij mij opeens wilt doden.

'M-meneer. Het is sluitingstijd. Wilt u alstublieft vertrekken?' Ik kreeg geen reactie. 'Hallo?' Weer niet. Ik begon met de uit einde van de bezem tegen hem aan te prikken. 'Hallo? U komt me toch niet vermoorden nu mijn baas er niet is? Ik bedoel maar. Ik ben ik en jij bent 'het' dat gevecht is niet eerlijk. Dus wilt u opstaan en weggaan?'

Hij kreeg een berichtje en stond op en liep weg. De winkel uit. Uit mijn zicht. 'Wow, heb ik 'het' weggestuurd?' Ik kwam even op de realisatie. 'Tuurlijk deed ik dat! Kijk hoe gevaarlijk ik er uit zie! GRRR!! WEES MAAR BANG MENEER 'HET' OF IK PRIK JE MET MIJN BEZEM!'

Ik deed de deur dicht zodat hij niet meer naar binnen kon en ging achter de computer voor wat administratie werk te doen. En voor ik het wist viel ik in slaap.

Black catWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu