zeggen

535 15 3
                                    

We keken gelijk naar het raampje. Het was Brigitte, ze deed teken dat we het raam naar beneden moesten doen. Ik gehoorzaamde en drukte op het knopje. Goeiemorgen samen, zei ze dolgelukkig. Ik voelde me knal rood worden. Goeiemorgen stotterde Koen. Alles gaat precies goed tussen jullie. Ik moest lachen en keek naar de grond. Euhm... Ja hoor, onze vriendschap kun je niet verbreken zei ik snel. Koen keek me dankbaar aan. Jaja, vriendschap. Kom we moeten gaan werken. We stapte uit de auto en liepen achter Brigitte aan. Ik keek Koen vragend aan. Zou ze het weten? Ik zag aan Koen zijn blik dat hij dezelfde vraag had als mij. Brigitte opende de deur van het commissariaat. Kom zei ze. Ik duwde tegen de deur en liet Koen voor mij binnen gaan. We hadden alle twee geen zin om te werken. Maar het moest. Koen, Tineke?  voor jullie is het vandaag patrouilleren. Ik keek blij naar Koen. Dat betekende dat we alleen waren. Oke zei ik blij. Ik liep voorbij Brigitte. Veel succes zei ze en ze knipoogde naar mij. Ik lachte naar haar en liep naar de auto. Zou ze het weten? vroeg Koen. Ik denk het wel. Misschien moeten we het dan ineens tegen iedereen zeggen, dan kan Brigitte zeker haar mond niet voorbij praten. Koen lachte. Ja sebiet als we terug zijn van patrouille gaan we het tegen de chef zeggen. Ik werd eigenlijk toch wel een beetje bang. De commissaris had het niet zo met vriendschap en liefde op het werk. Hij kon er bevoorbeeld niet tegen dat we eens met zen alle aan het lachen waren of dat we eens een grapje uithaalde. Ik beet op mijn lip. Koen voelde blijkbaar dat ik bang was want hij sloeg een arm rond me heen en zei: heej, het komt goed. Als hij iemand ontslaat dan ben ik dat. We moeten hier samen door. Ik probeerde te lachen. Ontslaan? daar had ik zelfs nog niet aan gedacht. Ik mocht er niet aandenken. We waren al zo lang collega's en beste vrienden. Ik wou niet dat we werden gescheiden. Wij hoorden samen. Tineke? Tineke? hoorde ik. Ik schrok uit mijn gedacht. Wil je mijn gsm eens geven? Hoorde ik Koen vragen. Ik keek hem verward aan. Hij ligt daar in en hij wees naar het handschoenenkastje. Ik trok het open en haalde zijn gsm er uit.

Het was ondertussen al 12u en we besloten om terug te keren. Ik werd zenuwachtiger en zunuwachtiger. Op een bepaald moment kon ik zelfs niet blijven stil zitte. Koen parkeerde de auto. Ik stapte uit en gaf hem een knuffel. We liepen samen naar binnen. De commissaris zat aan zijn buteau. Ik klopte voorzichtig op de deur. Kom maar binnen. Ik maakte twijfelend de deur open. Koen en Tineke wat voor nieuws? Vroeg hij blij. We gingen op de stoelen zitten. Ik keek angstig naar Koen. Oei zo triestig zei de chef. We moeten u iets zeggen zei Koen en hij keek naar de grond. Ik denk... Aarzelde ik. Nee ik ben zeker dat... Koen keek terug naar mij. Dat ik hem graag zie en ik legde mijn hand op de zijne. We keken naar de commissaris en...

blijven hopen (de buurtpolitie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu