é é n

21 3 0
                                    

Ik staar naar mijn plafond. Het is niet zo donker als normaal, de zon schijnt buiten volop en de gordijnen laten wat zon door. Elke dag moet ik weer wennen aan het beetje licht dat tussen de gordijnen door naar binnen komt, maar na heel even ben ik er dan aan gewend.

Doordat het zo licht is, kan ik bijna de witte kleur van het plafond zien. Het is in ieder geval niet zo donker als normaal, helaas.

Ik heb 1 van die zeldzame momenten dat ik even niet aan Alex denk. Dat ik op de 1 of andere manier, niet aan hem kán denken.

Lang blijf ik naar het plafond staren als ik er opeens over nadenk. Ik denk er opeens aan, wat ik al zo verschrikkelijk lang niet gedaan heb. Ik weet ook niet waarom ik er nu opeens aan denk, ik dacht dat ik die gedachte allang voorgoed heel diep had weggestopt. Maar toch denk ik eraan.

Wat als ik het opeens allemaal anders ga doen?

Wat als ik m’n bed uit zou stappen, leuke kleren aan zou doen, de gordijnen open zou doen en dan naar beneden zou gaan? Als ik opeens naar buiten zou gaan?

Wat zou er dan gebeuren?

Hoe zouden mensen reageren? En hoe zou ik zelf reageren?

Maar al snel maakt al het denken me moe en m’n hoofd begint te bonken. Ik voel m’n ogen dichtzakken en ik slaap al snel weer.

***

Zodra ik wakker word, denk ik er meteen weer aan.

Wat als ik het zou doen?

Ik geloof dat dingen gebeuren met een reden, dat er geen toeval bestaat.

Tenminste, dat deed ik. In bed heb je daar niet heel veel aan.

Maar dat zou dus betekenen dat dit iets moet betekenen. Dat ik gewoon mijn bed uit moet. Dat ik het gewoon moet doen.

Dan krijg ik opeens een geweldig idee: wat als ik het allemaal rustig, stap voor stap ga doen? Dan kan ik terug wanneer ik wil en ook verder wanneer ik wil.
 De eerste stap is dan de gordijnen opendoen. Tja, ik moet natuurlijk wel aan het licht wennen. Anders word ik waarschijnlijk verblind door het licht als ik m’n slaapkamer uitga.

Ik haal een keer diep adem en sla dan mijn deken van me af. 1 voor 1 slinger ik mijn benen over de rand van het bed en zet ze dan voorzichtig neer op de grond.

Het voelt elke keer weer raar als ik m’n voeten op de grond zet, elke keer beginnen mijn benen weer te trillen.

Ik ga langzaam staan en probeer te blijven staan, ondanks al het trillen. Langzaam en beheerst loop ik naar het raam toe en pak het gordijn vast. Heel- heel- heel langzaam schuif ik het gordijn naar links.

Meteen heb ik het idee dat ik letterlijk verblind word door het licht. De zon schijnt niet heel fel buiten, maar als je haast nooit zonlicht ziet..

Na 5 minuten sterk te blijven kijken, ben ik aan het licht gewend. Dan pas zie ik ook wat normale mensen door het raam zouden zien, in plaats van alleen maar veel licht.

Ik zie onze achtertuin. Hij ziet er nog precies hetzelfde uit. Er loopt een pad naar de schuur en verder staan overal vrolijke bloemen en planten. Er staat ook een bankje. Zelfs de grote, oude boom die het uitzicht altijd zo belemmerde, staat er nog. Hij staat naast het schuurtje en zorgt ervoor dat je niet verder de straat op kan kijken.
De achtertuin is nog precies hetzelfde. Precies hetzelfde als toen ik er met Alex was..

Zodra Alex mijn gedachten weer inkomt, voel ik de tranen over mijn wangen glijden. Ik maak geen geluid, daar heb ik de energie niet voor.

Voor ik in elkaar kan zakken, zet ik 2 grote passen en laat me dan op het bed vallen. Ik voel m’n hart in m’n keel bonken en mijn hoofd lijkt uit elkaar te springen van de pijn. Ik huil nog steeds.

Missing: My boyfriendWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu