Mijn verhaal is heel raar. Je zou het nooit verwachten. Ik ben Edward een zestien jarige jongen met blonde haren en groenbruine ogen. Ik zit in het vijfde middelbaar en heb veel verschillende vrienden. Alles begon toen ik me opeens helemaal niet goed voelde. Ik bleef paar dagen thuis lekker in mijn bed. Toen ik opstond voor naar toilet te gaan, zakte ik in elkaar. Mijn moeder loopt naar me toe en zit mij liggen, ze belt de ambulance. We komen aan in het ziekenhuis. Ze ontdekken dat ik botkanker in mijn rechterbeen heb. Ze gaan eerst gemo doen maar als dat niet lukt gaan ze mijn been amputeren. We waren twee weken verder en mocht eindelijk terug naar school. Ik verveelde mij dood in die twee weken maar ik was toch doodsbang voor mijn kanker. Ik heb zelf beslist om niks tegen mijn vrienden te zeggen maar alle leerkrachten wist het wel. Dat vond ik wel niet zo tof. Want nu gaan ze me anders bekijken en juist voor die reden zeg ik niks tegen mijn vrienden. Ik kom toe op school en mijn vrienden stormen op mij af. Ze vroegen wat er was gebeurt en ik zei " gewoon een buikgriepje." Maar dat geloofde ze niet direct, maar daarna begonnen ze het te geloven. De bel ging, onze eerste les was wiskunde. Ik vond dat best wel leuk daarvoor werd ik wel eens raar bekeken. De les was voorbij en de mevrouw vroeg of ik even kon blijven. Ik wist direct waar het over ging want ze zijn is onze klastitularis. Ze vroeg hoe het ging met mij? En ik zei " het gaat wel nu, maar het gaat sowieso slechter gaan worden" Toen zei ze "je moet niet zo negatief denken, je kan altijd met mij praten Daarop antwoord ik dat ik graag met haar wil praten want ik kan er niet met mijn vrienden over praten en dat ik niet met mijn ouders er wou over praten.
Dus als ik met iets zit dat ik dan bij haar kan gaan om erover te praten.