Hoofdstuk vijftien: welkom terug

31 2 0
                                    

"Zeker weten," zei ze verlegen, niet zeker of hij haar grappen nu op prijs zou stellen. Ze keek hem onzeker aan, niet eens zeker waarom. Ze wist best dat hij blij zou zijn, waarom was ze dan toch zo zenuwachtig? Het sloeg helemaal nergens op. Hij was haar opa en hij hield van haar, hij zou niet boos op haar worden. Lysander niet.

Hij begon te lachen met glazige ogen en opende zijn armen. Een grote grijns brak door op haar gezicht en ze liep zijn armen in. Hij knuffelde haar met alles wat hij in zich had. Ze had het geweten, natuurlijk was hij niet boos. Ze krulde haar armen nog iets steviger om hem heen en drukte haar gezicht tegen zijn borst aan. Ze had niet gedacht dat ze hem ooit weer in haar armen zou hebben, dat ze iemand nog een keer in haar armen zou hebben.

"Je plet me bijna, Lysander," kraakte Lori terwijl ze naar lucht hapte. Ondanks dat haar hoofd langzaam rood werd, verscheen er een glimlach van oor tot oor op haar gezicht.

Lysander liet haar los en zakte neer op zijn knieën, zijn ogen nu op dezelfde hoogte als die van Lori. Zijn lippen waren vertrokken in een warme glimlach, maar de pijn in zijn ogen was ondragelijk. Ze kon recht zijn ziel in kijken en wat ze daar zag, was niet voor jongelingenogen bestemd. Ze slikte en glimlachte onzeker.

"Ik dacht dat ik je kwijt was toen ik je zag sterven," zei hij met een brekende stem. Zijn ogen waren waterig, maar ze kon zien dat hij uit alle macht vocht tegen de tranen. Lysander huilde niet, maar zij ook niet. Ze had in haar leven vele beloften gebroken, maar haar belofte om niet meer te huilen, zou ze niet breken. Nooit. Ergens diep van binnen had ze het idee dat Lysander eenzelfde belofte aan zichzelf had gedaan. Waarom wist ze niet zeker, ze had gewoon zo'n gevoel. Net toen ze zich los wilde rukken, voegde hij er de volgende woorden op een zachte toon aan toe: "Ik dacht dat ik je nooit meer zou zien."

Lori kon haar hart voelen breken, een steek ging door haar borst. Ze verstevigde haar grip en zei niets meer. Ze stonden daar gewoon, te luisteren naar alle geluiden om hen heen. Ze kon niet eens meer iets zeggen, het brok in haar keel leek met de reken die passeerde groter te worden. Ze was bijna dood geweest – het was zelfs haar wens geweest – en ze had niet stil gestaan, geen reken, bij hoe Lysander of Edilo, of wie dan ook, zich erbij zou voelen. Ze was een egoïst geweest.

"Ik dacht dat ik mezelf voor altijd kwijt was," fluisterde ze in zijn oor, vlak voor ze hem los liet. Ze keek recht in zijn smaragdgroene ogen en schonk hem een geruststellende glimlach. "Je hebt me gered, Lysander. Dat zal ik nooit vergeten."

Ze hoorde zacht gebonk op de badkamer deur. Ze tilde haar hoofd op en keek recht in Edilo's blauwe ogen. Zijn schouders waren hoog in zijn nek opgetrokken en hij stond ongemakkelijk op zijn benen te wiebelen. "Erm, Lori? Ik denk dat we je ouders even een bezoekje moeten brengen. Ze zouden wel willen weten dat je uit je coma bent."

Toen Lori nog een laatste blik in de spiegel wierp, opende Edilo zijn mond weer. "Hé, Lori... Je ziet er stukken beter uit dan iemand anders die net uit een levensslaap komt, eruit zou zien. Ik zou er niet zo uitgezien hebben," zei hij verlegen, zijn wangen werden langzaam rood en zijn stem was zacht.

Lori's mondhoek krulde op en al het bloed in haar lichaam stroomde naar haar wangen. Hoe deze simpele woorden haar zo in verlegenheid konden brengen, was haar een raadsel. Vreemd, vond ze. Heel erg vreemd.

"Dat zeg je maar," antwoordde Lori, wetend dat ze gelijk had.

"Klopt..." reageerde Edilo, pijnlijk op de waarheid berust.

Lori grinnikte en rolde haar ogen, maar diep van binnen voelde ze toch een vleugje teleurstelling. Ze snapte er niets van, waarom was ze teleurgesteld? Dit soort grappen maakte Edilo altijd. Hij was altijd de jolige van de twee geweest, waarom dan toch beledigd? Het sloeg allemaal nergens op. Ze schudde de vragen van zich af en keek hem weer aan. "Ja, we moesten maar eens gaan."

EdaronWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu