Leraar: "Als ik je 2 katten geef, nog eens 2 katten en nog eens 2 katten, hoeveel heb je er dan?"
Johnny: "Zeven, mijnheer."
Leraar: "Nee, luister goed, als ik je 2 katten geef, nog eens 2 katten en nog eens 2 katten, hoeveel heb je er dan?"
Johnny: "Zeven, mijnheer."
Leraar: "Wacht, ik neem iets anders. als ik je 2 appels geef, nog eens 2 appels en nog eens 2 appels, hoeveel heb je er dan?"
Johnny: "Zes."
Leraar: "Goed, nu, als ik je 2 katten geef, nog eens 2 katten en nog eens 2 katten, hoeveel heb je er dan?"
Johnny: "Zeven, mijnheer!"
Leraar: "Waar haal je die zeven vandaan?!"
Johnny: "Omdat ik al een kat heb!"
