Agalab aanval

46 3 7
                                    

Langzaam sluip ik door het kasteel. Aan de andere kant van de muur hoor ik gefluister. Ik moet goed op passen want de Agalabs zijn gevaarlijke tovenaars met onwerkelijk sterke krachten. Voorzichtig wrijf ik over mijn toverstok, eentje van beukenhout 27,89 centimeter lang. Ik heb deze toverstok van mijn vader geërfd, een Agalab heeft hem vermoord. De toverstaf heeft veel waarde voor mij. Nu ik echt heb meegemaakt hoe gevaarlijk de Agalabs zijn wil ik ze bestrijden. Dus sluip ik langzaam aan steeds dichter naar de deur. De rest sluipt achter me aan. De zenuwen gieren door mijn lijf. Ik kijk om het hoekje van de deur. Daar zie ik een ketel staan met een helder blauwe bubbelende vloeistof. Om de ketel heen staan zeven Agalabs gekleed in smaragdgroene gewaden. "Oke jongens" fluister ik "op één gaan we." Ik haal nog een keer diep adem "drie, twee, één!" We stormen naar binnen, ik richt mijn toverstaf op degene die mij de leider lijkt en ik roep "PARALITIS!" Hij valt verlamt op de grond. Een van zijn 'handlangers' spring naast hem neer en probeert deze toverspreuk ongedaan te maken en roept "ENERVITIO!" Snel verlam ik ze allebei weer. Ondertussen hebben mijn vrienden de rest verlamd. "Michiel wat gaan we nu doen? Het lijkt er niet op dat hier nog iemand is." Zei Dirk fluisterend. "Oke jongens, we doorzoeken deze kamer op geheime wapens en toverboeken, maar wat moeten we doen met de Agalabs? Als hun leider hier achter komt dan, dan gaan we eraan." "We kunnen ze alles laten vergeten met amnesia." Stelt Erica voor. 

 We doorzoeken de kamer en vinden een boek met hun plannen om het hele rijk over te nemen. "We moeten dit doorgeven aan oom Ben, misschien weet hij wat we kunnen doen.” Snel spreken we nog even amnesia uit over de Agalabs, springen op onze bezems en vliegen naar huis.

Ik doe de deur open en loop de gang in. Ik hang mijn bezem in de bezem hanger. “MICHIEL EN ERICA, zijn jullie thuis?” “Jahaa we zijn thuis!” gil ik terug. Ik loop de woonkamer in en leg mijn toverstaf op tafel. Eigenlijk wil ik meteen naar oom Ben om het nieuws te vertellen maar mijn moeder onderbreekt me. “Waar bleven jullie? We waren zo ongerust.” “Ooh, we waren bij Dirk.” Iets wat in principe wel waar is. Ik irriteer me er altijd aan als mijn moeder alles over me wil weten. Ze weet niet eens dat we de Agalabs aan het bestrijden zijn. Niemand behalve, ik, Dirk, Erica en oom Ben weten het. De Agalabs zijn nog niet ons land in gebroken, maar de plannen zijn er wel. “Oom Ben, kunt u even helpen, mijn bezem doet het niet meer zo goed?” Oom Ben springt op en loopt met me mee. Als we buiten staan zeg ik zachtjes: “We waren vandaag in Hawerage en zagen daar Agalabs. We zijn de kamer binnen gegaan en hebben ze verlamt.” “Je weet dat dat gevaarlijk is?” Onderbreekt oom Ben me geschrokken. “Ja, ja” zeg ik snel. “We hebben ze daarna met amnesia betoverd. “Ooh gelukkig, maar vertel verder.” “We hebben daarna de ruimte doorzocht en vonden dit boek.” Ik overhandig oom Ben het boek op de goede pagina. Oom Ben kijkt geschrokken op, “Dit, dit, dit kan niet!”

  “Vrijdag zeven juli is de dag dat alle Agalabs (ongeveer 100.000 man) bij elkaar moeten komen in de Swergelohety, daarna gaan we boven aan het rijk beginnen. Alle Agalabs moeten op hun snelste en stevigste bezem komen en ze moeten van tevoren hun krachtigste toverdranken hebben voorbereid. Iedereen moet de spreuken: Avada Kedavra, Imperio, pertificus totalus, Locomotor Mortis en Levicorpus over iemand kunnen uitspreken. Zorg dat dit alles strikt geheim blijft voor andere tovenaars stammen. Jullie moeten er ook voor zorgen dat alle Agalabs dit te weten krijgen.” Citeert oom Ben.

  “We hebben dus nog maar vier dagen tot de grote inval begint?” “Ja, hoe  kunnen we dit ooit stoppen.” “We moeten dit tegen Pompiuliaus, de leider van ons rijk, zeggen.” “Oke, morgen gaan we naar de Pompiuliaus”

  “Wat zijn jullie hier buiten zo laat aan het smiespelen?” Zegt een luide stem achter ons. “Ooh uh hallo Schafter.” Schafter is een man die ik liever ontloop. Er gaat een gerucht rond dat hij een spion van de Agalabs is. Dus als hij dit gesprek gehoord zou hebben, hebben we een probleem.

“Maar wat doen jullie nou hier?” Vraagt Schafter nieuwsgierig. “Mijn bezem deed het niet helemaal perfect dus uh oom Ben hielp me even.” “Ooh oke? Laat eens zien misschien kan ik je helpen, het kind van mijn oma’s zoon, snap je hem? Mijn broer dus, was bezemmaker.” “Nou, nee hoeft niet.”

Maar mijn bezem is al uit mijn handen getrokken. “Ik neem hem even mee naar mijn huis.” Iets wat ik eigenlijk best raar vind, aangezien er helemaal niks met mijn bezem aan de hand is. “Is je broer dan thuis?” Vroeg mijn oom argwanend. “Nee, maar ik heb er ook verstand van.” Schafter was al naar zijn huis gevlogen. “Wat doen we nu? Gaan we Schafter volgen of niet?” Vroeg ik oom Ben. “Ik vertrouw Schafter niet helemaal. Laten we naar zijn huis gaan.”

Zwijgend lopen we naar Schafters huis, daar aangekomen klim ik op de vensterbank en kijk naar binnen.  Daar zie ik Schafter frutselen aan mijn bezem. Als ik het beter bekijk is hij iets in mijn bezem aan het zetten. “Oom Ben ik vertrouw dit niet we moeten naar binnen!” Ik spring van de vensterbank af en voel voorzichtig aan de deur of hij open is. De deur gaat krakend open. Voorzichtig sluip ik naar binnen met oom Ben achter me. “Waar moeten we heen?” Vraag ik zachtjes.

______Zal ik vanaf hier er een echt wattpad boek van gaan schrijven?______

“Laten we hier rechts naar binnen gaan.”  We openen de deur. Mijn hart gaat tekeer, voor ons staan 18 Agalabs. “En wat doen onze bezoekers hier?” Zegt een kirrende stem. Ik deins achteruit er komt geen geluid meer uit mijn mond. Oom Ben zegt rustig, “We kwamen voor Schafter, weten jullie waar hij is?” “Volgens mij komen jullie helemaal niet voor schafter of heb ik het fout?” Ik ben een beetje van de schrik bekomen en bedenk dat ik nu sterk moet zijn anders lukt dit nooit. “We komen wel voor Schafter, hij had mijn bezem mee genomen om hm te maken.” De Agalabs omcirkelen ons. “Is dat zo? En wat hoorden wij van Schafter? Dat jullie van onze plannen af weten? Is dat waar? Dat zou namelijk niet zo mooi zijn.” Zei een gemene stem fluisterend. Het is voorbij ik voel het, iedere Agalab richt een toverstaf op ons. We kunnen niet meer ontsnappen. “Als jullie nu geen anwoord geven, spreken we Avada Kedarva over jullie uit. Jullie weten nu toch dat wij die allemaal kunnen?” Zei dezelfde gemene stem weer alleen nu luider. “AVADA KEDARVA” Er komen groene flitsen uit toverstaffen.

Wadend in het zweet schiet ik wakker. Mijn hard klopt in mijn keel. Ik kijk om me heen, ik ben weer thuis. Gelukkig was dit alles een verschrikkelijke nachtmerrie en geen werkelijkheid. Ik kijk op de klok hoe laat het is Half acht zie ik verschrikt. Dat wordt racen naar school.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Feb 08, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Random Story'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu