2.Afscheid

127 4 3
                                    

Ik word wakker, de reis komt steeds dichter bij. Ik kijk rond in mijn kamer. Het is zo kaal. Het enigste dat ik zie is mijn koffer. Die ik nog in moet pakken. Wand morge is het zover dan gaat de reis echt beginnen. Ik stap met mijn warme voeten het bed uit. En maak de gordijnen open. Dit was de laatste keer dat ik hier sliep. Ik begin meteen met inpakken. Zodat ik straks nog tijd heb om afscheid te nemen van mijn beste vriendin Maartje. Zodra ik mijn laatste spullen heb ingepakt gaat de bel. Ik ren weer met een volle snelheid de trap af en maak de deur open. Het is Maartje. "Hey ik kom afscheidnemen". Langzaam beginnen de tranen bij Maartje over haar wangen te glijden van verdriet. "Ik wil je niet kwijt". En ze geeft Melanie een grote knuffel. En ze zegd "ik kom in de vakantie's super vaak naar jouw toe in Groningen. Maartje zegd: "sluit je ogen". Dan doet Melanie haar ogen dicht. En er verschijnt een heel klein beeldje van een wilde pony op haar hand." Je houd zoveel van pony's dus ik dacht deze is perfect voor jou. Melanie vraagt hoe ze aan dat beeldje komt. Dan antwoord Maartje "ow die lag bij mijn opa in een doosje met een briefje. Oké. Maartje vraagt of ze zin had om nog voor de laatste keer in het park te lopen. Melanie vind het een goed idee ze neemt ook Woezel mee,haar hond. Als ze in het park aan komen,Spelen ze nog even met Woezel zoals ze altijd al deden. Dan ziet ze in de verte haar moeder en vader de koffers in de kofferbak doen. Ze lopen er naar toe en ze vragen waarom ze de koffers er al in doen. Haar moeder zegt:"sorry schat,maar we gaan vanavond al wand dan is het rustiger op de weg" Melanie rent woedend weg naar haar kamer. En de tranen spatten uit haar ogen van verdriet. Woezel rent haar achterna en gaat Melanie troosten door haar been te likken. Melanie gaat langs Woezel liggen en legt haar hoofd op Woezel. Ze zegd:ik ben blij dat jij mijn hond bent en dat je mee gaat!

De bruine hengstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu