2: de trein

491 36 4
                                    

Ik zit alleen in een coupe. Er zitten zelfs geen andere mensen van Zwadderich bij mij. Dan ga ik maar lezen, als ik opsta om een boek uit mijn koffer te halen loopt Hermelien langs met haar gewaad in haar armen. Gaat ze zich nu al omkleden? We zijn nog maar net vertrokken. Ik besluit om haar te volgen. Zachtjes doe ik mijn coupe deur open en sluip achter haar aan. wat ben ik aan het doen? Waarom volg ik haar? Als ze me ziet zit ik in de problemen. Denk ik, maar ze draait zich niet om. Ik voel me opgelucht, maar ook teleurgesteld. Ze gaat inderdaad een wc hokje in en ik duik in die ernaast. Ik hoor wat geritsel van kleren en dan een snik. Huilt ze nou? Het liefst wil ik naar haar toe rennen en haar omhelzen. Maar dat kan niet. Ze haat me en ik hoor haar ook te haten. Ze is een modderbloedje. Toch heb ik al gevoelens voor haar sinds de eerste keer dat ik haar ontmoette.

Het was tijdens onze eerste treinreis naar Zweinstein. Ik kende natuurlijk al een paar volbloed tovenaars. De zonen en dochters van mijn vaders dooddoeners vriendjes, maar Korzel en Kwast waren allebei heel dom en Patty zat de hele tijd met me te flirten dus toen ik mijn gewaad aan ging trekken en een meisje, dat ook nog eens knap was, alleen in een coupe zag zitten ging ik tegenover haar zitten.
"Hoe heet jij?" Vroeg ik
"Ik ben Hermelien Griffel. En jij?" Zei ze terug
"Malfidus, Draco Malfidus. ik kom uit een van de voornaamst volbloed families. Maar van de naam Griffel heb ik nog nooit gehoord. Ben je wel een volbloed? Of tenminste een halfbloed?" Ik moet heel arrogant geklonken hebben want haar gezichtsuitdrukking verstarde.
"Mijn ouders zijn allebei Dreuzels." Ik kon mijn oren niet geloven. Dit meisje kon toch geen Dreuzel zijn? Ze was knap en slim. Ik snoof en stond op. Als iemand er achter kwam dat ik met een modderbloedje in een coupe had gezeten... Nee dat mocht niet gebeuren.
"Nou, dan. Het was niet fijn kennis gemaakt te hebben. Dag." Zei ik en ik liep weg. Maar vanaf dat moment was ik verliefd op Hermelien Griffel.

In de wc naast me hoor ik de deur open en weer dicht gaan. Hermelien gaat weg. Ik wacht nog een paar seconden en volg haar dan. In haar coupe zitten: Marcel, Loena en Ginny. Zo te zien zijn Potter en Wemel dit jaar niet naar Zweinstein gekomen. Dat is mooi, misschien kan ik haar nu gaan versieren. En aangezien we waarschijnlijk samen een toren zouden delen, ik weet bijna zeker dat zij de andere Hoofdmonitor is, zal het misschien ook nog makkelijk worden. Loena kijkt op van haar Kibbelaar en ik loop snel door voordat ze me ziet.
Eenmaal in mijn eigen coupe pak ik mijn boek en begin te lezen, maar ik word afgeleid door beelden van Hermelien die door mijn hoofd flitsen.

Na een lange treinrit komen we eindelijk aan op Zweinstein. Hermelien stapt met Marcel, Ginny en Loena in een koets en ik stap in de koets daar vlak achter. Hermelien zit met haar rug naar me toe dus ik kan alleen de achterkant van haar hoofd zien, maar dat is genoeg.
Na het feestmaal word ik door professor Slakhoorn opgehaald en naar het kantoor van professor Anderling gebracht. En inderdaad Hermelien zit daar ook, net zoals ik had verwacht.
"Malfidus." Ze groet me op een koude verbaasde toon.
"Griffel." Zeg ik op een lijzige toon terug. Waarom moet ik toch altijd zo stom zijn, zeg gewoon: hey Hermelien. Denk ik
Professor Anderling zegt dat we haar moeten volgen en ze leidt ons naar onze nieuwe toren. Als we er aankomen gaat Hermelien meteen naar bed. Jammer, ik had nog even met haar willen praten. Dan ga ik ook maar naar bed.

I love you HermelienWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu