Proloog

67 6 6
                                    

Ilvy
Ik lig op mijn bed en hoor beneden mijn ouders ruzie maken. Ze schreeuwen tegen elkaar en schelden elkaar de huid vol. Tranen hopen zich op en vullen mijn ogen, maar al snel rollen ze als dikke tranen over mijn wangen. Waarom hebben ze nou ruzie?
Ik hoor hoe beneden de deur hard dicht slaat en niet veel later hoor ik voetstappen op de trap naar boven stampen. Mijn adem stokt in mijn keel en ik hou mijn adem gespannen in. Op de gang hoor ik de voetstappen mijn kamerdeur benaderen. Ik kijk naar de deur en focus me op de deurklink. Wie staat er voor mijn deur, papa of mama?

'Lieverd, mag ik binnen komen?' Het is mijn mama.

'Ja,' zeg ik en ik zie de deurklink naar beneden gaan. Dan wordt de deur opengeduwd en mijn mama stapt de kamer binnen. Ze sluit de deur achter zich en loopt langzaam naar mij toe.

Bij mijn bed blijft ze staan en kijkt me recht in mijn ogen aan. Ik zie iets van een kwade blik in haar ogen, maar ook een hoop angst. Ineens zie ik iets glinsteren in haar hand, die ze plots omhoog houdt. Direct gil ik het uit, waardoor ze schrikt en ze laat het glinsterende ding los. Het valt op mijn deken en het snijd over mijn huid. Geschrokken kijk ik naar mijn arm en zie er een horizontale streep staan. Ik zie hoe ze het ding snel weer beet pakt en duwt het scherpe ding tegen mijn arm aan. Natuurlijk probeer ik mijn arm weg te trekken, maar ze pakt hem met een vrije hand stevig vast. Het doet pijn, maar ik kijk wat ze doet. Ze snijdt een ster in mijn arm, dan laat ze me los en ik zie het ding op me afkomen. Wat! Mijn moeder wilt me dood steken?! Ik schreeuw het uit en hoop dat iemand me buiten hoort. Het gaat gewoon door merg en been, maar niet veel later zie ik mijn papa in de deuropening verschijnen.

'Waar ben je mee bezig?!' roept hij geschrokken uit.

'Ilvy is het probleem! Zij zorgt ervoor dat we ruzie krijgen en we elkaar de huid vol schelden!,' schreeuwt mijn moeder uit en ik voel hoe het scherpe ding in mijn keel steekt. Ik hap naar adem, maar blijf schreeuwen. Laat dit alsjeblieft stoppen!

'Laat alles vallen!' Meteen duwt ze het scherpe ding nog iets verder in mijn keel.

'Laat dat mes vallen!,' herhaalt dezelfde stem. Ik zie zwarte vlekjes in mijn beeld en langzaam val ik weg.

Brianna

Ik loop door het ziekenhuis samen met mijn vader, op weg naar mijn moeder. Mijn moeder ligt in het ziekenhuis, want ze is ernstig ziek. Ze heeft borstkanker, maar de kanker wist zich al razendsnel te verspreiden door haar lichaam. Er lopen mensen in lange witte jassen en ik bekijk ze allemaal, om ze in me op te nemen. Voor ik iemand in me kan opnemen stappen we de lift in en mijn vader trekt me mee de lift in. Hij drukt op een knopje en de deuren schuiven dicht.

'Pap?'

'Ja lieverd?,' vraagt mijn vader.

'Denk je dat mama, het gaat overleven? Dat ze de kanker de baas weet te zijn.' Hij kijkt me met een schuin oog aan en er valt een stilte tussen ons. Ik kijk naar de deuren en wacht rustig af totdat ze weer open gaan.

Dan gaan ze eindelijk open en we stappen de lift uit. Mijn vader duwt me als eerste de lift uit, zodat hij zeker weet dat ik niet achter blijf. Hij wilt er nu zelf ook uitstappen, maar plotseling gaan de deuren weer dicht.

'Brianna, blijf waar je bent!,' roept hij geschrokken uit en ik draai me om. Dit had ik misschien niet moeten doen, want ik zie hoe mijn vader klem zit tussen de liftdeuren.

'Papa!' Een paar dokters die in de buurt lopen kijken geschrokken op en zien mijn vader tussen de liftdeuren vast zitten. Ze rennen naar ons toe en willen de liftdeuren open duwen, maar het is al te laat. De lift gaat naar beneden, maar niet zo als die hoort te gaan. Nee, de lift dendert met een kabaal naar beneden. Ik sta als aan de grond genageld geschrokken naar de lift te staren.

'Papa!' Er rollen tranen over mijn wangen en ik zak op de grond. Wat gebeurde er nou net met de lift?

Ik voel even later een hand op mijn schouder en ik kijk op, in de hoop dat het mijn vader is. Maar nee, het is een vrouw in een lange witte jas.

'Hoi Brianna, kom maar even mee met mij,' zegt ze vriendelijk en ik herken direct wie het is. Xilvy, de zus van mijn moeder. Zij werkt in het ziekenhuis op de afdeling voor mensen met kanker. Ze verzorgt mijn moeder! Ik sta op en snik heftig. Xilvy slaat een arm om me heen en leidt me mee, vast en zeker naar mijn moeder.

Een poosje later lopen we de kamer van mijn moeder in en mijn ogen schieten direct naar de hartmonitor. Meteen schrik ik en ren naar mijn moeder toe. Op de hartmonitor zie ik niks, want op de een of andere manier staat die uit.

'Brianna, wat is er?'

'Waarom staat de hartmonitor uit?,' vraag ik in paniek. Mijn handen schieten naar de pols van mijn moeder en ik voel of ik eventuele hartslag voel. Niks! Dan schieten mijn handen naar haar borst, waar haar hart ongeveer zit. Ik verstijf en voel hier ook geen hartslag.

'Ze heeft de stekker eruit getrokken!,' schreeuwt Xilvy en ik kijk op. Ze heeft het stopcontact in haar hand, die ze aan mij laat zien.

'Ze heeft geen hartslag!,' schreeuw ik op mijn beurt uit en onze ogen worden groot. Een boos en verdrietig gevoel borrelt in mij op en ik weet niet meer hoe ik moet reageren.
Ik schop boos tegen een stoel, terwijl de tranen over mijn wangen lopen. Mijn vader die misschien dood is en mijn moeder die de stekker eruit heeft getrokken. Waarom gebeurd dit bij mij?

'Xilvy, is dat meisje nog bij jou?,' vraagt plots een dokter aan haar.

'Ja, hoezo?'

'Ik moet haar even mee nemen.' zegt de dokter en ik loop snel naar hem toe.

'Brianna, wel rustig blijven oke?,' vraagt Xilvy aan me. Ik knik en loop achter de dokter aan en we lopen zeker wel 5 trappen af, naar beneden toe. De begane grond.

'Brianna! Kom hier meisje van me.' hoor ik mijn vader zwakjes zeggen. Mijn ogen glijden naar de lift, waar ik mijn vader op een bed zie liggen.

'Papa!' zeg ik snikkend en ik ren naar hem toe. Ik voel een arm om me heen slaan, maar zijn tweede arm voel ik niet.

'Lieverd, zoek naar iemand die voor jou kan zorgen. Mama heeft de stekker eruit getrokken, omdat ze het beter vond. De kans is klein dat ik dit overleef. Vraag aan Xilvy of ze voor jou wil zorgen. Zo niet, vraag aan haar of ze jou dan bij de dichtstbijzijnde weeshuis Vaarwel lieverd,' vertelt mijn vader en dan word ik van hem afgetrokken. Ik begin te huilen en zie hoe hij wordt weggereden. Mijn wereld zakt ineen en ik sla mijn armen om de persoon die mij van hem af heeft getrokken. Ik ruik de vertrouwde geur van Xilvy en ze wrijft over mijn rug.

'Ssst! Ik heb alles gehoord wat je vader zonet tegen je zei. Helaas, kan ik niet voor je zorgen. Want ik ben dan alle dagen hier, dan ben je iedere dag alleen thuis. Dat vind ik geen goede optie, ik ga je naar huis brengen om je spullen in te pakken en dan breng ik je naar een weeshuis in de buurt. Goed?' Ik knik en ze tilt me op, waarna we het ziekenhuis verlaten.

Na een kwartiertje rijden komen we aan bij mijn huis. We stappen uit en ik loop snel naar de voordeur, waar ik onder een bloempotje de sleutel van de voordeur tevoorschijn pak. Ik steek de sleutel in het slot draai hem om, waarna ik een klik hoor. Xilvy duwt de deur open en ik loop snel naar boven toe, naar mijn kamer. Eenmaal op mijn kamer laat ik me op het bed vallen en ik begin weer te snikken, waarna ik al gauw overga naar huilen. Ik hoor hoe Xilvy de kamer binnen stapt en mijn koffer pakt, die ze begint in te pakken. Ze laat me met rust, zodat ik het verlies van mijn ouders kan bijwerken. Het maakt een gat in mijn leven, die nooit meer gevuld kan worden door de liefde die zij mij gaven. Ik mis ze!

Gescheiden vriendinnenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu