Ik kan me niet goed concentreren op mijn werk. Ik blijf maar denken aan Wolfs. Zou hij echt veilig zijn? Zou hij echt bij haar thuis zijn? Zou ik hem echt morgen weer terug zien? Alle vragen spoken door m'n hoofd.
'Eva?' Ik zie dat Mechels mij wenkt richting haar kamer. Ik sta op en loop met een verveeld gezicht naar haar toe. 'Wat is er met je?' Vraagt Mechels bezorgd. 'Hoezo?' Vraag ik. 'Nou, normaal ben je altijd vrolijk als je werkt, maar nu niet?!' Ik knik. 'Ik weet niet waar Wolfs is.' Ik vertel het hele verhaal, over wat mijn vermoedes zijn en over dat Amber volgens mij niet te vertrouwen is. 'Ik heb inderdaad geen bericht gehad van Wolfs. Normaal belt hij netjes af als hij ziek is of om andere redenen.' Ik knik. 'Ga jij maar aan het werk zover het lukt. Ik zoek dit uit!' Weer knik ik en ik loop naar mijn bureau. Ik kijk boos naar Amber.