Het leven is als twee voeten

79 6 1
                                    

Mijn voeten slenteren een beetje door de straat. Ik heb zo het gevoel dat ze elkaar niet mogen want telkens laat de een de ander struikelen. Heel raar is dat ook niet aangezien de rechter schoen maar een beschadiging heeft en de linker schoen al twee. De linker heeft dus eigenlijk alle recht om jaloers te zijn. Maar de rechter voet heeft het ook niet makkelijk hoor. Nee in tegen deel. Zonder dat de linker het weet heeft deze voet heel wat pijn te verduren. Maar ja, door die schoen is de bloedende teen niet te zien. Door dat mooie ding zijn de blaren onzichtbaar. Mijn voeten horen bij mij voor het geval je het nog niet wist. Het meeste lijk ik op mijn rechter voet. Beeld je dan meteen in dat je jij de linker bent. Jaloers om mijn mooie buitenkant maar geen idee hoe het nou echt met me gaat. Veel mensen zoals jij denken dat mijn leven het toppunt van geweldig is. De roem, het geld, duizenden meisjes die denken verliefd op je te zijn, geen zorgen, etc., etc. Ik zal je met spijt vertellen dat dat erg tegenvalt. Geloof me voor ik bekend werd dacht ik ook dat dit hét leven zou zijn. En echt in het begin was het ook wel leuk hoor. De meisjes die smoorverliefd op je zijn, geen zorgen om geld, dat allemaal was fantastisch. In het begin. Maar nu, nu is het eigenlijk vreselijk. Ronduit vreselijk. Al die meisjes, geloof me, zijn echt extreem irritant en als ze zeggen geld maakt niet gelukkig hebben ze helemaal gelijk. Ik weet bijna voor honderd procent dat de gene die die uitspraak bedachte een beroemdheid was. Als je niet meer zorgen maakt om geld dan wel om andere dingen. Zoals privacy bijvoorbeeld. Het is echt niet leuk hoor dat als jij verkouden bent de hele wereld het weet en er gestoorde groupies je achterna gaan zitten omdat er misschien een kleine kans is dat ik een zakdoek laat vallen of zoiets. Oké, ik geef toe, de laatste tijd heb ik me ook niet bepaald gedragen. Dat is dan ook de rede dat ik hier nu over straat slof in plaats van te zitten op een leren bank in een duur hotel of bezig ben met een nieuw lied of waar anders dan ook. Ik hoop dat ik onherkenbaar ben. Gelukkig is hier maar een kleine kans om gezien te worden aangezien er in dit bos op dit tijdstip haast niemand komt. Ondanks dat loop ik zoveel mogelijk in de schaduw en draag ik een donkere trui met daarover nog een pet. Ik heb werkelijk geen idee waar ik naar toe ga. Het is vreemd dat mijn dag voor het eerst sinds tijden niet helemaal is vol gepland alle mogelijke dingen. Ik weet nog precies hoe mijn agent Walters het me 's ochtends vroeg vertelde.

We stonden in een van de vele lobbies in het Hilton hotel. Ik aan de ene kant en Walters aan de ander. Blij was hij niet aangezien ik heel wat verkeerde dingen had gedaan. 'We denken dat het beter is als je een tijdje verdwijnt.' Begon hij. 'Je hebt nu niet bepaald een goede reputatie en wat je flikte bij Bender gaat te ver. Hij heeft je zelfs met de dood bedreigt! We denken dat het beter is als je gewoon een tijdje weg gaat tot het allemaal zo goed als kan is overgewaaid.' En dat was het. Ik pakte mijn hoognodige spullen in, kleedde me om en nam het geld van Walters aan. Geen plechtig afscheid, teken van bezorgdheid (als je de bezorgdheid om zijn eigen reputatie niet mee telt) , niks. Gewoon. Je moet weg en doei.

Het waait op dit moment best hard maar gelukkig heb ik het nu niet koud want mijn trui is lekker warm. Een harde windvlaag komt voorbij. Dan hoor ik ineens het gekraak van brekende takjes. Het geluid komt van de weg achter mij. Misschien als ik me zo normaal mogelijk gedraag ziet de gene achter me me niet. Mijn plan mislukte, de voetstappen gaan steeds sneller, komen steeds dichterbij. Oh shit, iemand heeft me achtervolgd. Shit, shit, shit, zeker weer zo'n gestoorde fan. Maar als er een is betekend dat meteen dat er ook andere zijn hier in de buurt. Ik besluit te rennen, misschien heb ik dan een kans om te ontsnappen. Mijn voeten gaan zo snel als ze kunnen en het lijkt bijna alsof ze vergeten dat ze ruzie hadden, bijna. Zo snel als dat ik rende zo snel maar dan keer honderd val ik met mijn gezicht op de modderige grond voor me. Ik hoor gehijg achter me en durf me niet te bewegen. ''He!' Hoor ik iemand zeggen. 'Dit is toch jouw pet?'

Zij is anders (Onhold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu