3. Valentijn

4 0 0
                                    

Valentijn zat op zijn bed. Hij zat in een positie die het best kon worden beschreven als een een of andere mediteerhouding. Zijn ogen had hij gesloten, en hij probeerde zich aandachtig te concentreren. Dit was een van zijn vele pogingen om zijn element eindelijk te ontgrendelen. Normaal zou hij nooit het belachelijke advies van zijn vader opvolgen, behalve als hij echt wanhopig was. Maar Valentijn was inmiddels echt wanhopig, en dat was de reden dat hij nu door middel van meditatie zijn element probeerde te ontgrendelen. Het lukte hem niet. Er vlogen gewoon constant vreemde gedachtes door zijn hoofd, en Valentijn had geen idee wat zijn vader bedoelde met de woorden: 'Je element is een van de dingen diep in je ziel verborgen. Door meditatie onthuld het zichzelf'. Valentijn had al eerder geconcludeerd dat er een tikje los zat bij zijn vader, en dit was voor hem het bewijs. Toch besloot hij nog één poging te wagen, en sloot zijn ogen weer. Helaas was het enige waar Valentijn op dat moment aan kon denken, de grap die Liam laatst met een docent had uitgehaald.

Er knapte iets Valentijn. Waarom kon hij niet gewoon zijn element ontgrendelen. Hij was al een jaar ouder dan zijn vrienden, en toch waren zij bijna allemaal eerder. Het was gewoon niet eerlijk! Toen pas viel hem de zachte wind op, die door de kamer gierde. Hij keek naar zijn raam, dat dicht zat, net als zijn deur. De wind werd sterker, en Valentijn grijnsde. Hij kon lucht beheersen

Een uur later maakte Valentijn zich klaar om naar zijn vrienden te gaan. Ze hadden bij Liam afgesproken. Snel sprong hij op zijn fiets en reed ervandoor. Na een paar honderd meter doemde het grote huis van Liam in de verte op. Haastig zette Valentijn zijn fiets neer, en rende naar binnen. "Hey!", begroette hij zijn vrienden enthousiast, die er al waren. "Hallo", reageerde Liam. Toen zei hij met een samenzweerderige stem: "Mijn vader is aan het praten over belangrijke zaken in de kamer hiernaast. Ik mag er niet bij zijn, maar misschien kunnen we toch iets opvangen". Valentijn grinnikte, en knikte. Belangrijke zaken waar Liam niets over mocht weten klonken zeker interessant. 

De jongens liepen zo stil mogelijk op een ouwe, grijzige deur af, waar volgens Liam zijn vader was. Daar gingen ze vlak bij de deur staan. "Dus het monster is nog steeds actief?", zei een afgetobde stem die Valentijn herkende als die van Liams vader. "Ja, deze is een heel stuk erger dan de meesten. Hij is ook nog eens zo slim om 's nachts op pad te gaan, wanneer er geen licht is", klonk een stem die Valentijn nog nooit had gehoord. Liams vader vroeg: "Ja, hij kan toch niet tegen licht". De glans in Liams ogen, toen dat werd gezegd, betekende niet veel goeds. 

Strijders van PromaniaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu