Hoofdstuk 20

56 13 27
                                    

Toen Astria en Sarah uit waren, liepen ze naar het fietsenhok. Zwijgend pakten ze hun fietsen en gingen naar huis.

Astria was het met haar gedachten heel ergens anders en schrok op van Sarahs stem: 'Ga je nog naar de glasblaascursus of niet? Vanwege Eliana en zo.'

'Nee, denk het niet. Ik vond het ook niet zo leuk.'

'Iets met bliksem is meer jouw ding, hè?'

Astria haalde haar schouders op. 'Ik heb iemand met bliksem gedood. Dus op dit moment is het niet m'n vriend.'

'Wat ga je voor de rest van de dag doen? Huiswerk?' vroeg Sarah, en ze sloegen rechtsaf.

'Nee, James bellen en vragen of we naar Naomi kunnen. Ik moet nog een paar dingen aan haar vragen,' zei ze.

'Zoals?' vroeg haar vriendin nieuwsgierig.

Astria twijfelde even of ze Sarah moest vertellen dat Lumi en Naomi, maar zei toen maar: 'Over het boek met de wet erin, weet je nog?'

'Ohh, dat. Ik denk dat je het moet laten.'

'Hoezo? Ik kan dan niet samen zijn met James.'

'Je bent 14! Niet 28 die al helemaal volwassenen is! Later val je toch wel voor iemand anders.'

'Dat wil toch niet zeggen dat ik het zomaar moet opgeven of niet soms?!' zei Astria beledigd.

'Hij is 149! En je vindt was wel een ander!'

'Hoe kan jij het weten? Jij bent nog nooit verliefd geweest! Je hebt geen idee hoe het voelt als iemand zoiets zegt!' Boos fietste Astria Sarah voorbij. Zonder haar ouders te groeten liep ze naar haar kamer en draaide ze de deur in het slot. Ze schrok toen ze Lumi in haar bureaustoel zag zitten met een foto in haar hand.

'Waar ben jij?' vroeg ze, terwijl ze met haar ijsblauwe ogen aandachtig de foto bestudeerde. 'Dit is toch jouw klassenfoto?'

'Blijf met je tengels van mijn spullen af,' en Astria griste de foto uit Lumi's handen. Ze stopte het weer terug in een mapje en deed de lade dicht. 'Hoe lang ben je hier al?! Je denkt toch niet dat je zomaar in mijn kamer kan rondsnuffelen?'

'Maar waar ben jij op de klassenfoto? Was je ziek of zo?'

'Ja,' zei Astria toen maar.

'Nee, je liegt. Ik zie het aan je ogen.'

'Het zijn niet jouw zaken. En ga nu mijn kamer uit!'

'Wat ga je doen, pappie en mammie erbij halen?!' spotte ze.

'Hoepel op Lumi!'

'Stuur me zelf weg, ik blijf,' zei ze koppig. 'Waarom ben je niet op die klassenfoto?!'

'Gaat je niet aan.'

'Ik heb jou verteld over Naomi, jij vertelt mij hierover. Dat is wel zo eerlijk, vind je niet?'

'Dit gaat jou echt niet aan. Ga nou weg,' en Astria ging op haar bed zitten.

'Hoezo zou ik?' en Lumi draaide rond in Astria's bureaustoel. 'Kleine kamer trouwens.'

'Mijn kamer is niet klein! Misschien moet je even naar jouw kamer gaan. En dan nooit meer terugkomen.'

'Deze kamer is super klein, eerder voor een kabouter. Maar wat was er nou met die klassenfoto? Waarom sta je er niet op? Omdat je zo'n grote pestkop was?' vroeg ze weer.

'Ik was geen pestkop!' protesteerde Astria.

'Wat was je wel dan? Een paashaas?'

'Ik wil het er niet over hebben. Ga nou mijn kamer uit!'

'Als je wil dat ik ga, moet je me wegtoveren of me overhalen. Wat je niet gaat lukken aangezien je nog een mislukkeling bent in magie. Dus vertel meer over die klassenfoto.'

'Dacht het niet, zoek het zelf maar uit.'

Lumi keek haar recht in haar ogen aan. Lumi's ogen lichtten even blauw op en Astria kon zich niet bewegen. 'Les één, mevrouw: kijk je tegenstander nooit recht in de ogen aan.' Ze opende de lade weer en haalde de foto eruit. 'Ik zie jou er echt niet op staan!' Ze pakte nog een foto. 'Ben jij dit?' en ze wees naar een foto. 'Je bent echt een ukkie.'

'Ja, dat ben ik,' zuchtte ze.

'Je lacht niet.'

'Wat doet het ertoe of ik lach of niet?! Leg die foto terug!'

'Waarom lach je niet? Bij zo'n foto hoor je toch te lachen?'

'Leg die foto weg, Lumi.'

'Waarom lach je niet?!'

'Leg die foto weg!' gilde ze.

Toen werd er zachtjes op de deur geklopt. Lumi toverde Astria los en maakte zichzelf onzichtbaar. Voorzichtig maakte Astria de deur open en zag Alisia voor de deur staan.

'Wat doe je? Pap en mam zijn beneden, hè?' zei ze zacht.

'Ruzie met Sarah.'

'Waar is Sarah dan?'

'Via de telefoon,' jokte ze.

'Oh...' zei Alisia, die het niet helemaal vertrouwde. 'Van een pizza knap je altijd op! Dus wil je een pizza?' vroeg ze weer vrolijk.

'Ik houd daar niet van, Alisia en dat weet je.'

'Oh ja... nu maak jij me heel verdrietig en heb ik een pizza nodig om weer vrolijk te worden, dus...?' en ze keek haar heel zielig aan. 'Kan je een pizza voor me toveren?'

'Niet een hele,' zei Astria. Ze deed haar ogen dicht en na een paar seconden verscheen er een grote pizzapunt in de hand van haar zusje.

'Dank je wel, zus!' en Alisia gaf haar een knuffel. Toen nam ze een hap.

'Smakelijk eten.'

'Dank je!' en vrolijk liep Alisia naar haar kamer.

Astria deed haar kamerdeur weer dicht en op dat moment toverde Lumi zichzelf weer zichtbaar.

'Ik dacht dat je weg was!'

'Ben ik niet. Luister, kom je nu bij ons of blijf je plantjes verzorgen bij Naomi?' vroeg ze.

'Ik... Ik denk er nog over na.'

'En hoelang duurt dat?' vroeg Lumi ongeduldig.

'Geef me tot morgenavond.'

'Prima. En denk aan je familie en vrienden, hè. Je weet maar nooit als dat de laatste pizzapunt is die Alisia ooit nog gaat eten...' Ze grijnsde en toverde zichzelf in een kolk van sneeuwvlokken weg, Astria's kamer uit.

~*~

'En? Wat zei ze?' vroeg Eliana nieuwsgierig toen Lumi de kamer in kwam.

'Tot morgenavond, dan heeft ze besloten.'

'Morgenavond pas?! Je weet toch dat het haar tijd geeft om te oefenen met magie en krachtiger te worden?! Wat voor heks ben jij?!!'

'Ik heb al een plan. Ik heb iets ontdekt over haar, dat kunnen we tegen haar gebruiken.'

'Luister, ik weet dat-'

'Houd je mond! Ik ga naar de bieb,' en Lumi liep de kamer weer uit.

I'm a witch, now what? [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu