Hoofdstuk 27

67 14 36
                                    

De rest van de dag leerde Lumi haar een hoop: ze kon nu zichzelf onzichtbaar maken, een paar toverdranken brouwen, voorwerpen laten verdwijnen, verkleinen en vergroten en een sterk beschermingsschild toveren.

'Oké, tot slot,' zei Lumi, en ze grijnsde, 'gaan we een hart uitrukken. Heeft Naomi je daar al over verteld?'

'Ja en ik wil dat echt niet doen.'

'Het is superleuk!' zei ze enthousiast tegen Astria. 'Wacht, ik doe het wel even voor.' Ze legde haar hand op de plek waar haar hart was en concentreerde zich. Plotseling leek het alsof het hart door haar hand haar lichaam uitgezogen werd. Het hart gloeide rood bij elke hartslag en Lumi liet het trots zien. 'Zie je? Fluitje van een cent. Heeft Naomi je al verteld dat ons hart sterker is dan een mensenhart?'

Astria knikte. 'Je moest het toch vermorzelen om diegene te doden?'

Lumi knikte. 'Luister, dit is echt heel handig als iemand je aanvalt en je je zo kan verdedigen,' en ze legde het hart op haar borst, die weer in haar lichaam ging. 'Als je heel goed bent -zoals ik natuurlijk- kan je het ook zo,' en ze stak haar hand uit. Astria's hart ging razendsnel uit haar lichaam en kwam in Lumi's hand terecht. 'Veel handiger zo,' en ze toverde het weer terug. 'Nu jij. Je kunt het,' zei  ze bemoedigend.

Met tegenzin legde Astria haar hand op de plek van haar hart en concentreerde zich. 'Het lukt niet.'

'Dat zei ik eerst ook. Concentreer je.'

Na het aantal keren proberen slaagde Astria er eindelijk in. 'Wow...' zei ze, terwijl ze haar hart bestudeerde. 'Dit is mijn hart?'

Lumi knikte en rukte die van haar eruit. 'Zie je het verschil tussen de mijne en de jouwe?' vroeg ze aan haar.

'De jouwe is donkerrood, de mijne is wat lichter.'

'Klopt. Hoe donkerder, hoe slechter de persoon is.'

'Maar zo slecht kan je niet zijn, ik vind je heel aardig.'

'Dan ken je me niet,' zei Lumi bot, en stopte haar hart weer in haar lichaam. 'Geef me je hart eens. Vertrouw me.'

Astria deed wat ze haar vroeg.

'Het hart is heel machtig, maar kan ook een zwakte zijn,' vertelde ze. Ze bracht het hart bij haar lippen en fluisterde: 'Doe je handen omhoog.'

Astria deed gelijk haar handen omhoog. 'Wat...?'

'Met een hart kan je iemand bevelen geven, of iemand laten praten,' zei ze. 'Ik ben een sukkel,' fluisterde Lumi tegen het hart, en tegelijkertijd zei Astria hetzelfde. 'Zie je?' en ze gaf het terug. 'Wees daarom voorzichtig. Als je ooit een gevecht aangaat met een andere heks of tovenares: laat je hart dan ergens anders, heel goed bewaakt. Als je tegenstander je hart heeft, ben je verloren. Nu iets anders... Aha,' en ze wenkte Astria om met haar mee te komen. Ze liepen een spiraaltrap op naar boven en Lumi opende een deur.

Astria keek om zich heen. Er waren lange, lichtblauwe gordijnen en een heleboel boekenkasten. Er was een klein bureautje en Lumi opende een lade van een klein kastje dat ernaast was. Ze pakte er een rechthoekige doos en deed hem open. Er lagen een aantal pennen in.

'Kies er maar één uit,' zei ze tegen Astria.

'Waarvoor is het?'

'Het is niet per se iets moeilijks of zo, het is een pen waarmee je in de lucht kan schrijven. Het wordt vaak gebruikt om aantekeningen te maken als je toverdranken brouwt,' legde ze uit. 'Kies zorgvuldig, je krijgt er maar één en dit zijn de besten van het hele universum, al zeg ik het zelf.'

Astria bekeek ze één voor één. 'Ik vind deze wel mooi,' zei ze, en ze wees naar een donkerblauwe vulpen met een lichtblauw diamantje erop.

'Dacht ik al,' en Lumi gaf het aan haar.

'Mag ik het gewoon zomaar hebben?' vroeg ze.

Lumi knikte. 'Je hebt bewezen wat je kan,' antwoordde ze.

'Dank je, Lumi.'

'Geen dank. Probeer het maar eens.'

Astria pakte de pen goed beet en begon in de lucht een smiley te tekenen en het diamantje lichtte blauw op.

'Ga met je hand over de tekst heen om het te laten verdwijnen,' zei Lumi.

Ze volgde haar instructies op. 'Wow...'

'Voor ik het vergeet,' en ze gaf haar een langwerpige doos, 'je kan het hierin bewaren.'

'Bedankt. Je villa is heel mooi, trouwens,' zei ze.

'Dank je.'

Plotseling hoorden ze een bekende stem door de gangen: 'Lumi?!'

'Het is Gaylen, je moet gaan,' en ze toverde een drankje die ze aan Astria gaf. 'Drink deze op en denk aan de plek waar je wilt zijn, thuis dus.'

'Wat-'

'Ze mag niet weten dat je hier bent geweest, anders gaat ze je barbecueën. Ga!'

'Bedankt voor alles,' zei Astria.

'Oh en smeer dit op je wond,' zei ze en ze gaf haar een potje met zalf. 'Dan verdwijnt het litteken.'

'Bedankt,' en Astria dronk het drankje op. Ze hoorde nog gedempte stemmen praten.

'Waar is Astria?!'

'Ik weet niet waar ze is!' jokte Lumi.

'Lieg niet tegen me! Ze is hier geweest!'

'Ik laat geen baby's in mijn villa! En jij mag hier helemaal niet komen!'

'Ik mag alles!'

'Je mag niks! Je hebt mijn toekomst al verpest, hoepel op!'

'Ik heb je geholpen, wees blij dat hij dood is.'

'Je beseft het nog steeds niet, hè! Je hebt zijn hart uitgerukt alsof hij niks voor je was!' en ze hoorde Lumi een beetje snikken. 'Je hebt pap gedood!'

'Hij was een last voor ons allemaal! Als oudste verwacht ik toch echt dat je dat inziet!'

'Het enige wat ik van jou verwachtte was een goede moeder zijn! Maar dat ben je niet!' gilde Lumi kwaad. 'Je bent een monster en ik haat je!!'

I'm a witch, now what? [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu