Noa en het nieuwe huis

Thuis

"We gaan eerst wel maar mijn huis, dan doe ik in de ochtend brengen naar Rob", zegt pappa. "Oké pappa."  Ze stappen samen de auto van Noa haar vader in en rijden naar het huis van pappa. Als ze aankomen in het huis vraagt pappa nog: "Liefje, gaat het al beter?" "Ik kan het gewoon niet geloven.. Ik was een paar uur geleden met mn vrienden, en nu ben ik opeens in jouw huis nadat ik ja je weet het", zegt Noa. "I-ik moet ze bellen! Waar is mn telefoon?" "Hier, hij lag ergens op de grond in het bos", zegt pappa. "Oh ja lief, we moeten wel even naar de huisarts om te kijken of je niks bent opgelopen."  "Waarschijnlijk wel, het doet overal pijn.."  "Morgen ochtend gaan we naar de huisarts, daarna kun je naar je vrienden en naar Rob", zegt pappa. "Oké ik ga nu iedereen bellen."

(Eerder bij de bankzitters en de andere)
POV: Matthy
Ik ga naar boven, ik probeer te slapen maar ik denk de hele tijd aan Noa. Ik ben zo bang dat ze dood is, dat er iets ergs met haar gebeurd. En ik denk dat ik echt verliefd op haar ben, iets wat me niet vaker gebeurd. Shit, Robbie weet het nog niet. Ik besloot naar de keuken te gaan. Langzaam loop ik naar beneden, totdat ik iemand hoor. Het is Robbie.

POV: Robbie
Ik lig in bed, het is donker. Ik denk aan Noa. Ze heeft super veel meegemaakt en nu is ze gewoon weg. Ik wou dat iemand mee was gaan lopen, maar nu is het te laat. Langzaam val ik in slaap totdat ik iemand naar beneden hoor lopen. Het is Matthy.

"Wat doe jij hier nou zo laat?", vraagt Robbie. "Ik ben verliefd op Noa, wordt alsjeblieft niet boos op me!" "Echt waar, waarom heb je het niet eerder gezegd?" "Ik wist nog niet echt hoe het voelde om echt verliefd te zijn. En ik was bang dat jij het niet goed zou vinden en-" "Het is al goed Matt, ik ben niet verantwoordelijk wie er verliefd wordt op Noa en op wie zij verliefd wordt. Ik ben trots op je en ik hoop dat ze terug komt", zegt Robbie. "Dankje Rob", zegt Matthy. "Zal ik haar nog 1x proberen te bellen?", vraagt Matthy. "Ga ervoor." Matthy pakt zijn telefoon en zoekt het nummer van Noa op. Matthy belt en Noa neemt op.

"Hey Matthy, ik ben het, Noa", zegt Noa door te telefoon. "Noa! Ik ben zo blij dat je nog leeft! Waar ben je, wat is er gebeurd, ben je oké?", vraagt Matthy snel achter elkaar. "Rustig aan! Het gaat beter, ik ben meegenomen naar een bos, het was mn stiefvader. Ik ben ja, verkracht.." Matthy schrikt. Hij rent naar Robbie. "Robbie!" "Wat is er Matt? Heeft ze opgenomen?", vraagt Robbie. "Ja ik leg je het allemaal in de ochtend uit. (Terug naar het telefoon gesprek) "Maar waar ben je nu?", vraagt Matthy bezorgd. "Ik ben in mn vaders huis, m'n echte vader die voordat m'n moeder doodging is vertrokken. Ik heb geen idee hoe die opeens hier is, maar ik moet in de ochtend naar de huisarts dus ik ga nu maar slapen. Ik vertel de rest na het bezoek van de huisarts!", voegt Noa er nog aan toe. Matthy is even stil. "Ik ben in ieder geval heel blij dat je er nog bent, zonder jou was mijn le-" Matthy stopt zijn zin. "Ga maar slapen, je zult het nodig hebben, slaaplekker", zegt Matthy. "Slaaplekker", zegt Noa met een zachte stem en hangt op. Wat wou Matthy zeggen? denkt Noa bij haar hoofd. Het zal vast niets betekenen ik bedoel, Matthy is zo knap en dan met mij? Vergeet het maar denkt ze. "Pappa, ik ga slapen! Slaaplekker." "Slaaplekker lief", en hij geeft Noa een kusje op haar voorhoofd en geeft haar een dikke knuffel.

Yes yes, een langer deeltje. Ik ga snel verder schrijven want daar heb ik nu de tijd voor. Groetjes van mij :)