hoofdstuk 2

18 2 0
                                    

Ik sta midden in de zaal en kijk naar alle mensen die om elkaar heen lopen als mieren. Ik maak mijzelf onzichtbaar.

Er zijn dit jaar meer mensen gekomen dan vorig jaar. Ik zal niet weten hoe maar ik zie het in een oogwenk. Vooral mensen die al een kind hebben.

Opeens voel ik dat iemand naar mij kijkt. Ik kijk terug en zie een jongen met fel groene ogen die me indringend aankijken. Zijn zwarte haar hangt over zijn ogen als een waaier. Dan komt hij naar me toelopen.

Ik weet dat ik de naam en hoe hij eruitziet nog niet heb geschreven. Ik beloof dat het snel komt.

Een bevroren hartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu