De Vliegende Hollander

2 1 0
                                    

Geschreven door: Goedverhaallekkerkortook

Linda zat op het strand naar de voorbijvarende schepen die in de verte voorbij voeren te kijken. Haar beste vriend Jurre zat naast haar. Ze waren op vakantie in Zuid-Afrika. Al twee weken waren ze daar en de verveling sloeg toe. De vorige avond waren Linda en Jurre ook op het strand. Ze zaten met een groepje locals op leeftijd rondom een kampvuur. Een oude, kleine man met een lange grijze baard vertelde hun over een eeuwenoude legende.

''Lang, heel lang geleden was er een kapitein genaamd Willem van der Decken. Willem van der Decken was een Nederlandse kapitein die op paasmorgen uit zou varen met zijn VOC schip op weg naar Oost-Indië. Zijn vrouw smeekte hem om niet te gaan, het zou zeer slecht weer worden. Tevergeefs. ''Ik zal varen. Weer of geen weer, Pasen of geen pasen'' Riep hij. En op paaszondag vaart Willem van der Decken uit, tegen alle regels in. Toen hij Kaap de goede hoop bereikte, smeekte de bemanning van het VOC schip Willem om niet verder te varen, want het begon hevig te stormen. Willem van der Decken zou kostte wat het kost varen en werd zo kwaad dat hij zijn bemanning stuk voor stuk over boord gooide. ''God of de duivel... de Kaap vaar ik om, al moet ik varen tot het laatste oordeel." Schreeuwde Willem van der Decken. Voor deze uitspraak werd Willem van der Decken direct gestraft.'' De oude man stopte even met zijn verhaal voor een adem pauze en hervatte zichzelf. '''Willem van der Decken was gedoemd tot eeuwig varen over de eindeloze zee. Op stormachtige nachten kun je het schip, De Vliegende Hollander, tegen komen op de woeste zee, met gevaar voor eigen leven,'' eindigde de man.

''Linda, wordt wakker. Straks verbrand je nog.'' Jurre schudde Linda hard heen en weer. Linda deed langzaam haar ogen open en kwam overeind zitten. ''Ik had gedroomd over het verhaal dat gisteren verteld werd, het blijft mijn aandacht trekken,'' zei Linda tegen Jurre. ''Wat een suf verhaal was dat, je gelooft dat toch niet echt?" Jurre keek haar doordringend aan. Linda keek beschamend weg. ''Zullen we van vanavond op spokenjacht?'' zei Jurre lachend. ''Vanavond om klokslag twaalf voor de boot van mijn ouders,'' zei Linda snel, voordat Jurre zich kon bedenken. ''Deal''. En zodra Linda en Jurre deze afspraak hadden gemaakt zeiden ze elkaar gedag en liepen ze beiden naar hun eigen huisje om zich voor te bereiden.

Het was tien voor twaalf toen Linda met haar rugzak het huisje uitsloop. Haar ouders en kleine zusje lagen vredig te slapen. Ze zette haar rugzak in de boot. Er klonk een gil en iemand pakte Linda van achteren. Linda schreeuwde het uit en diegene achter haar deed snel een hand voor haar mond. Diegene achter haar begon hard te lachen. ''Jurre!'' riep Linda boos. ''Ik schrok me helemaal rot. Straks waren mijn ouders nog wakker geworden.'' Jurre wierp een blik op het huisje van Linda en haar ouders. ''Die slapen nog diep hoor,'' lachte Jurre. ''Kom we gaan,'' zei Jurre enthousiast. Samen klommen ze in het kleine motorbootje.

Kaap de Goede Hoop was niet ver van hun vandaan. Eenmaal aangekomen bij Kaap de Goede hoop was er niks te zien. De zee was rustig, de hemel was helder. Er was geen storm te zien. ''Zouden we vandaag wat kunnen zien denk je?'' vroeg Linda aan Jurre. Jurre twijfelde even over wat hij zou gaan zeggen. Jurre geloofde namelijk niet in het verhaal. ''Zullen we hier blijven wachten totdat we iets kunnen zien? Verder de zee op gaan kan gevaarlijk zijn met ons kleine bootje,'' zei Jurre. Linda knikte instemmend toe. Lange minuten gingen voorbij. Het was doodstil op de zee. Er was hier niks te zien of te beleven. Na tijdje had Jurre het wel gehad. ''Linda, dat stomme verhaal was gewoon verzonnen door die ouwe gek, laat het gaan.'' ''Misschien heb je gelijk,'' zei Linda. ''Laten we maar gaan dan,'' vervolgde Linda. Jurre startte de motor van het bootje weer en toen ze klaar waren om te vertrekken zagen Jurre en Linda een groot schip in de verte.

Het schip kwam steeds dichterbij. Het had drie masten met gescheurde zeilen. Door de scheuren kwam een vage, rode gloed. Het schip zelf bestond uit hout, met allerlei versieringen. Het leek erg oud. ''Zie jij wat ik zie Linda?'' stamelde Jurre. "Ja!" riep Linda. ''Zie je nou wel, het verhaal bestaat echt!'' Linda pakte snel haar mobiel uit haar rugzak en maakte een foto. Jurre probeerde wat dichter bij het schip te komen. Toen ze dichterbij waren zagen ze een man achter het roer. Hij was lang en slank. Hij had lange, verwilderde, bruine krullen. Hij zag er niet uit als een aardige man. Linda en Jurre waren inmiddels heel dichtbij. ''Wil je aan boord kijken?'' vroeg Jurre fluisterend aan Linda. ''Denk jij dat dat veilig is?'' vroeg Linda aan Jurre. ''Ik kan ons bootje bevestigen aan het schip, zo kunnen we snel terug als dat nodig is,'' zei Jurre. ''Goed dan''. Jurre knoopte hun bootje stevig vast en deed de motor uit.

Zachtjes klommen ze met een touwtje omhoog. Ze kwamen uit op het dek. Snel doken ze achter een rij vaten. Ze mochten niet gezien worden. Linda en Jurre slopen zachtjes via een trappetje naar beneden. Er bevonden zich allemaal motortjes die het schip draaiende hielden. Er was ook een klein keukentje met een oven en een koffiezetapparaat, zelfs een waterkoker. Tegenover het keukentje was er een eethoek met een grote televisie aan de houten muur. ''Die ouwe is wel hip zeg,'' zei Jurre. ''Hoe zou hij toch aan al die spullen komen, als hij niet van boord af mag?'' vroeg Linda. ''Ik heb geen id-,'' Jurre stopte zijn zin. Er kwamen voetstappen de trap af. ''Snel verstoppen,'' fluisterde Jurre. En ze kropen in de ruimte onder de bank van de eethoek. Ze deden het schuifje dicht en waren muisstil. De kapitein, Willem van der Decken, liep fluitend naar beneden. Door een kijk gaatje keek Linda wat hij aan het doen was. Hij pakte een bakje met Unox soep een zette de waterkoker aan. Hij wachtte, en toen de waterkoker ping zei, deed hij het water bij de soep en roerde hij. Linda pakte haar mobiel en maakte nog een foto. De kapitein liep weer terug naar boven en het geluid van de voetstappen vervaagde. ''Dat ging nog maar net goed,'' fluisterde Linda naar Jurre. Ze kropen voorzichtig onder de bank weg. ''Laten we gaan,'' zei Jurre. ''We hebben genoeg gezien.'' Linda knikte instemmend en ze slopen de trap op naar boven.

Ze liepen richting het touw waarmee ze naar boven waren gekomen. Linda voelde een hand op haar schouder. ''Jurre, kap daar nou eens mee.'' Ze draaide zich om, om Jurre een tik terug te verkopen, maar het was niet Jurre die achter haar stond. Het was kapitein Willem van der Decken. Linda gilde het uit en snelde naar Jurre. Jurre zag het en pakte snel het touw vast. Linda struikelde en de kapitein kwam dichterbij. ''Help!'' schreeuwde Linda. Jurre rende snel naar Linda toe om haar een hand te geven. Ze gleden via het touw naar de boot. Jurre startte de motor. ''Linda, de motor is stuk!'' Ook Jurre begon bang te worden. ''Aan de linkerkant liggen twee peddels!'' Linda pakte de peddels en gaf er eentje aan Jurre. Samen probeerde ze zo snel mogelijk weg te komen. De kapitein riep ze na. ''Waag het niet nog eens om in de buurt te komen van mijn schip, want ook jullie zullen eeuwig varen!'' Er kwam een hevige storm en er klonk een donderslag. Weg was de Vliegende Hollander. Linda en Jurre werden langzaam iets rustiger, maar peddelde nog stevig door totdat ze dichtbij de haven kwamen.

''Geloof je nog steeds niet in spoken, Jurre?'' hijgde Linda. ''Ik wil nooit meer naar dat schip,'' antwoordde Jurre. Ze kwamen aan in de haven en de storm loste op, de zon kwam op. Jurre probeerde de motor te starten. ''De de, motor doet het weer,'' stamelde Jurre. ''Wat een bizarre nacht was dit,'' zei Linda zachtjes. Ze pakte haar mobiel en ging naar haar galerij. Alle foto's waren er nog. ''Moet je eens kijken Jurre,'' zei Linda verbaast. "We hebben alle foto's nog''. ''Wauw, dit moeten we laten zien aan de rest van de wereld!'' Jurre nam Linda's telefoon over, stuurde alle foto's naar zichzelf en maakte een instagrampost.

De moeder van Linda stormde naar buiten. ''Wat in vredesnaam is hier allemaal aan de hand zo vroeg?'' ''Mama moet je eens kijken!'' Linda liet de foto's aan haar moeder zien. ''Zijn jullie bij een film geweest?'' vroeg ze. ''Nee mam, we waren op de Vliegende Hollander vannacht. We waren aan het kijken toen plots de kapitein achter ons aan kwam en,'' haar moeder onderbrak haar. ''Volgens mij moeten jullie wat minder feesten en een keertje goed slapen.'' Zei de moeder van Linda en ze hielp Linda en Jurre uit de boot.

''Misschien moeten we dit verhaal dan toch maar voor onszelf houden,'' fluisterde Linda tegen Jurre. ''Dat is misschien beter,'' zei Jurre. En ze glimlachte naar elkaar, denkend aan het avontuur dat ze vannacht beleefd hadden.

Moderne VerwonderingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu