6.

404 36 0
                                    

We stonden eindeloos naar de basiliek te kijken, blijkbaar deelden we dezelfde liefde voor de kerk. Af en toe wezen we naar een bepaald detail dat ons opviel en probeerden we te bedenken wat het was, waarvoor het diende, wat het was. Daarna liepen we als vanzelf terug naar het Onze Lieve Vrouwenplein, het werd al laat. Het klokkenspel van de Sint-Servaasbasiliek had ons laten weten dat het elf uur was.
Alles was stil; wij waren stil, de kerkklok was stil, mensen gingen slapen, vogels deden dat al. Het enige wat te horen was, was het gekraak van de verse sneeuw. Ik voelde mijn tenen niet meer door de kou, evenals mijn vingertoppen. Haar neus en haar oren waren licht rood gekleurd en haar wimpers waren vochtig. Ze leek op een sneeuwkoningin. Zo, met de sneeuwvlokken die op haar haar waren gedwarreld, haar blauwgroene ogen. Ze had haar haar, tot mijn teleurstelling in een staart, maar het maakte haar niet minder mooi. Weer was ik gefascineerd door haar uiterlijk. Ik bekeek haar zoals ik haar aan mijn vrienden zou voorstellen.
We liepen naar haar appartement. "Wandel je elke avond dit rondje?" "Ja, tenzij ik afgeleid ben van iets dat de moeite waard is."
We stonden tegenover elkaar. Iets te dicht, als je het mij vraagt, voor mensen die elkaar een paar uur kenden, maar het voelde als jaren. Ze keek me aan, ik haar en glimlachte. Voorzichtig pakte ik haar hand, bracht hem omhoog naar mijn mond en kuste hem. "Welterusten," fluisterde ik.

Zij (Flikken Maastricht)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu