8.

375 34 0
                                    

De Kesselkade was waarschijnlijk gevuld met de heerlijke geuren van eten, wat ik aan het maken was. Koken was van jongs af aan al een grote passie geweest. Vroeger hielp ik mijn moeder en moest ik op het krukje staan om boven het fornuis uit te komen. Nu stond ik hier, zelfstandig. Maar wat had ik bereikt in die dertig jaar?

Het was buiten donker. Het enige licht wat liet zien waar ik liep, was van de straatlantaarns en de maan. Ik liep over de Maasboulevard en stond daar even stil. Ik wilde niet als eerste zijn. Met mijn armen leunde ik op het hek. De overkant werd perfect gespiegeld in het water, waar geen golf te bekennen was.
Na ongeveer vijf minuten, werd het wel tijd om de tocht voort te zetten en kwam ik in beweging. Toen ik overstak en het Onze Lieve Vrouwenplein op liep, zag ik haar nog niet staan. Bij de boom wachtte ik tot ze tevoorschijn kwam. Na een paar minuten werd mijn geduld beloond en stond ze voor me, mooi als ze was. Deze keer had ze haar haar los.
"Goedenavond, Eva." "Goedenavond, Floris." Ze schonk me een glimlach zoals ik er nog nooit een had gezien en mijn hart sloeg een slag over. Kon je verliefd zijn op iemand die je pas twee keer had gezien? Als het kon, was ik het.
Als vanzelf begonnen we te lopen. Al pratend over koetjes en kalfjes, passeerden we de belichte winkeletalages, de donkere steegjes waar we niet wilden komen, de cafeetjes die deze avond wel geopend en bevolkt waren, de mensen. We liepen en we liepen, stonden stil en keken. Overal in deze stad was wel iets wonderbaarlijk moois te zien. Bewust van onze zaak, maar zonder het besproken te hebben, weken we af van het standaard rondje en liepen we naar de andere kant van de stad. Misschien omdat we het rondje zat werden. Misschien omdat we niet wilden dat onze wegen straks weer zouden splitsen, dat we weer afscheid van elkaar namen. Misschien omdat we bij elkaar wilden zijn. De tijd leek stil te staan. Wij liepen door. Maar de nacht bleef nacht, de mensen bleven in de cafés, de kerkklok leek niet te slaan. Maar misschien was dat omdat we te geconcentreerd waren op elkaar. Misschien was dat omdat we niet wílden dat de tijd verder tikte. Misschien was dat omdat we bij elkaar wilden blijven. Misschien was het omdat we elkaar toebehoorden en het tegen onze natuur in ging om elkaar te verlaten. En we kenden elkaar nu een paar dagen. Maar die paar dagen leken, maanden, jaren, eeuwen. Ik was vierendertig, zij was twintig, maar het deerde ons niet. Wat vertegenwoordigde de leeftijd in een relatie?

Ik werd wakker door het schelle geluid van de deurbel, die door mijn huis klonk. Geschrokken kwam ik overeind. Mijn ogen knipperden enkele keren om te wennen aan het licht. Een gaap kon ik niet onderdrukken. Licht gefrustreerd stapte ik uit mijn bed. Welke gek stond er zo vroeg aan mijn deur?
Hetzelfde geluid galde door mijn huis toen ik op de trap liep. "Ja-ha, ik kom al," riep ik. Met een zucht rukte ik de voordeur open en keek recht in het gezicht van de mooiste vrouw op deze planeet. De irritatie dreef van me af en een glimlach zette zich op mijn gezicht. Ohja, ik had gezegd waar ik woonde.
"Goedemorgen. Woont hier ene Floris Wolfs?" Glimlachend keek ze me aan. "Kom maar snel binnen, anders vat je kou," antwoordde ik. Ik hield de deur verder voor haar open en liet haar langs me heen lopen. Met mijn hand wees ik naar de deur die ze mocht openen om de woonkamer in te gaan.

Zij (Flikken Maastricht)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu