Inleiding

9 1 0
                                    

"Bella pakt het wel op. Zij kan altijd wel langer blijven." Het galmde over de hele afdeling heen. Zijn luide, zware stem hoorde je altijd overal overheen.

Ik zag Petra kort mijn kant op kijken. Ze keek vol medeleven. Ik voelde mijn nekspieren spannen. De haren op de spieren gingen nog net niet overeind staan. Ik voelde mijn hart bonzen in mijn keel. Ik ademde een paar keer diep in en weer uit. Kop op Bel. Zei ik in gedachten tegen mezelf. Ik was er zo klaar mee.

Zonder dat Harold mij gevraagd had om te komen liep ik naar zijn kantoor toe. Adrenaline stroomde door mijn aderen. Ik klopte op de deurpost van zijn kantoor.

"Ah, Bella kom verder. Ik wilde je net mailen."

Hij neemt niet eens de moeite om het me te vragen. Hij was vast van plan om mij het als een commando te mailen. Zoals hij altijd deed.

Harold verzette zijn bril van zijn neus naar zijn kalende hoofd en legde wat papieren aan de kant. "Ga zitten." Hij wenkte naar de stoel voor het bureau. De stoel waar ik al honderden keren eerder had gezeten. Ik weet niet of hij het expres had gedaan, maar de stoel zat voor geen meter. Hoe je ook zat, er leek altijd wel wat in je rug te steken.

Nog voordat ik iets kon zeggen, begon Harold over Sander. Mijn collega. Hij had weer een nieuwe klant binnen gehaald en ook wat voor een geweldige jongeman hij was. "Daar kan jij niet iets van leren." Voegde hij eraan toe. Ik wilde met mijn ogen rollen. Dat had ik ook best echt kunnen doen, want Harold keek mij nooit aan als hij tegen mij sprak.

"Dus jij moet donderdag- en vrijdagavond die rapporten afmaken." Was zijn conclusie.

Natuurlijk. In de vorige vergadering hadden we afgesproken dat Sander deze rapporten zou maken. Normaalgesproken schoof hij dit soort taken altijd op mij af en ik had er eindelijk eens nee tegen gezegd.

"Sander had beloofd de rapporten te maken." Ik probeerde mijn meest zelfverzekerde toon te gebruiken.

Harold keek mij voor de eerste keer, sinds dat ik plaatsgenomen had, aan. Hij glimlachte. "En nu doe jij het."

"Ik kan niet." Ik voelde mijn handen zich tot vuisten ballen. Één van nagels prikte in mijn handpalm.

"Het is geen vraag Bella."

Ik voelde dat mijn oogleden samentrokken en dat er een frons verscheen op mijn voorhoofd. Een opmerking van mijn moeder schoot door mijn hoofd. "Zo krijg je rimpels!". Dat riep ze altijd als ik boos was.

"Ik wil graag mijn baan opzeggen."

Harold lachte op een spottende. "Meisje toch. Doe niet zo mal."

De rest van het gesprek was als een waas aan mij voorbijgegaan. Het was woensdag 15.23 uur en ik zat thuis op de bank. Het was lang geleden dat ik door de weeks thuis was en het voelde raar. Met trillende vingers pakte ik mijn telefoon en belde mijn beste vriendin.

"Ik heb het gedaan." Hoorde ik mezelf met trillende stem zeggen. "Ik heb mijn baan opgezegd."

"Oh lieverd!" Gilde Lynn het uit door de telefoon.

"Ja." Stamelde ik beduusd. "Ik hoef morgen niet meer terug te komen."

Lynn was even stil. "Maar heb je geen maand opzegtermijn?"

Ik schudde mijn hoofd. Dat kon ze natuurlijk niet zien, maar het lukte niet om op een andere manier te reageren.

"Het is een beetje uit de hand gelopen. Ik ben boos geworden op Harold. Dat kon hij niet hebben en hij zei dat ik per direct mijn spullen moest pakken en dat ik kon vertrekken. Ik krijg nog wel een maand betaald. Dat is hij mij verplicht." Mijn stem trilde en ik merkte dat ik op het punt stond in huilen uit te barsten.

"Ik kom na werk naar je toe. Ik vraag Sofie ook. Wij zorgen voor het eten. Ga in bad. Ontspan. We hebben het er vanavond over."

Ik knikte dit keer.

"Oh, en Bel." Zei ze voordat ze ophing. "Ik ben trots op je."

Die laatste paar woorden waren de druppel. Letterlijk want de tranen stroomden over mijn wangen. Ik trok mijn benen op en omsloot ze met mijn armen.

Toen ik later in bad lag kon ik pas weer ontspannen. Het water had ik extra heet gezet. Zo heet dat ik er nu zwetend in lag. De tranen waren op en de stoom van het badwater voelde verfrissend op mijn rode wangen. Ik ademende een aantal keer goed in en uit en sloot mijn ogen. Wat een dag. Wat een jaar kon ik eigenlijk wel zeggen. Het werk bij Harold begon leuk. Ik had direct na mijn studie heel wat mooie kansen gekregen, maar sinds de komst van Sander was ik gepromoveerd tot hulpje. Hij mocht alle leuke dingen doen en ik de rot klusjes. Ik heb het ook maar allemaal laten gebeuren en nu was ik degene zonder baan. 

Wat ben je stil.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu