8. The Cat Girl

26 2 0
                                    


De volgende morgen word Jules pas half 2 wakker. Ze kijkt me aan en een traan ontsnapt uit haar oog.

'Het was geen nachtmerrie, hu?' zegt ze en ik schud mijn hoofd. Ze legt haar hooft op mijn borst en ik voel mijn shirt nat worden. 'we gaan vandaag naar Jaimiley.' Het was geen vraag 'Ik zal zorgen dat ze hier komt te wonen.' Ik knikte maar en streelde haar haar.


Na ik denk een uur staat ze op en kleed zich aan. Ik bedacht dat ik ook wel wat anders aan moest trekken en ging me ook omkleden. We liepen naar beneden en Jamie en lyra zaten op de bank. Jamie had een wit gezicht en Lyra fluisterde zacht tegen hem. Jules pakte een broodje en zie tegen Jamie dat we naar het zieken huis gingen, hij zei dat hij wel mee wou dus we gingen met z'n alle naar het ziekenhuis. Jules' ouders waren daar al.  Jules en ik melden ons aan bij de balie en we worden naar de kamer van Jaimiley gewezen. Ze was Helemaal gewikkeld in verband. Jules ouders zitten naast het bed en er komt een dokter binnen.

'heeft u nieuw?' vraagt Juwa en de dokter knikt.

'Ja ze zal herstellen maar dat kan jaren gaan duren. We weten niet wat er gebeurt is maar we denken dat ze van de trap gevallen is toen ze naar buiten probeerde te vluchten en ze vonden haar ook onder aan de trap. Maar hier bij heeft ze aar onder rug gebroken, ze zal nooit meer kunnen lopen.' Zegt hij en Jules knijpt hard in mijn hand. we blijven de hele dag in het ziekenhuis, als we om half zes naar huis gaan en we gaan eten.

het is inmiddels drie weken later en Jaimiley is  nog steeds in het ziekenhuis. Het is laat in de avond en Ik wacht tot Jules naar bed gaat en ik geef haar nog een kus en ik spring het raam uit. Eerst dacht ik dat ik ding jagen maar mijn benen brengen ergens anders. Als ik mezelf her vind ben ik op de range van Lyra, in het weiland bij Faith. Hij kijkt op als ik er aan kom. Ik spring op zijn rug en een moment later vlogen we door de bossen. Het was stil in het bos alleen de wind die langs me gierde en de hoeven van Faith op de vochtige bos grond. Ik liet Faith na een paar minuten stappen en we liepen een open vlakte op. Ik liet me Faith's rug glijden en liet me in het gras vallen en Faith begon te grazen. Wat een dag was vandaag. Ik staarde naar de wolkeloze hemel tot Faith angstig snoof en een hoge nek op zette. Ik keek in de richting waar in hij keek. Er was een boom (logisch in een bos), maar in deze zat een donkere gestalte. Ik pakte de dolk die ik mijn mouw zat en richtte hem op de gestalte klaar om te gooien. Er klonk een hard geblaas als van een kat en toen sprong de gestalte uit de boom en lande zo zacht op de grond dat zelf ik het niet kon horen. De gestalte gehuld in een mantel met een enorme capuchon die raar omhoog stak maar wel bijna het hele gezicht van de persoon verborg. Alleen de mond was zichtbaar.

'Wie ben jij?' vroeg de persoon die een meisje bleek te zijn.

'Die vraag kan ik jou ook stellen.' Zeg ik nog steeds met mijn dolk in de aanslag. 'En zou je zo vriendelijk willen zijn he gezicht te tonen?' vraag ik. en het meisje doet wat ik zeg en laat haar capuchon vallen. Ze leek op een normaal meisje, ze leek niet ouder dan 16 misschien was ze zelfs jonger. Haar warrige krullerige haar hing in een lange staart over haar schouder, maar wat op viel was dat ze geen oren had maar boven op haar hoofd stonden twee grote harige katten oren in de zelfde kleur kastje bruin als haar haar. Haar ogen waren ook anders, haar ogen waren groot bijna helemaal gras groen, je zag geen oogwit, wel was eer een spleet vormige pupil die nu groot was van het donker. Onder de mantel had ze de kleren aan van een normaal meisje, jeans, sneakers en een strakke rode top en een vest met veel te lange mouwen waar haar handen in verdwenen. Alles was afgedragen en versleten. Maar waarom droeg ze een mantel als ze gewoon kleren had? En toen zag ik het een lange glanzende staart was om haar been gekruld als een heel harige slang. Dus dat was waarom. Ze trilde helemaal. Ze was bang, daar hoefde ik geen elf voor te zijn omdat te voelen. En haar ogen bleven op mijn dolk gericht. Ik keek er zelf ook naar en ik liet hem vallen. Ik liep heel voorzichtig naar haar toe met mijn handen uitgestoken om te laten zien dat ik niks had voor haar om bang voor te zijn.

'kan je me je naam vertellen?' vraag ik.

'Anna.' Zegt ze en als ze praat zie ik dat ze langere hoektanden had als die van een kat.

'Ik ben Isabelle. Ik ga he helemaal niks doe, ik beloof het.' Zeg ik en ik ga recht op staan en laat mijn handen vallen.

'Dat zeggen ze allemaal.' Zegt ze en maakt zich heel klein.

'kan je me vertellen wat je bent, Anna?'

'Ik weet het niet, wetenschappers noemde me een mutant, maar die bestaan niet. Mensen houden het vaak op het katten meisje, ze vinden het raar. Maar ik kan er niets tegen doen. Ik ben zo geboren.' Zegt ze en haar staart zweept heen en en weer achter haar benen.        

'Dat is logisch, dat je zo geboren bent. Kan je me vertellen wat je hebt mee gemaakt want je zei iets over wetenschappers?' vraag ik.

'waarom wil je dat weten?'

'Ik denk dat jij en ik niet zo heel veel verschillen en ik denk dat zoals ik het nu hoor je een niet zo makkelijk leven hebt'  Zeg ik.

'dat klopt, okay dan. Eerst ik ben 15 en ik ben geboren in Boston. Nadat ik geboren was dachten mijn steng gelovige ouders dat ik een kind van de duivel ben. Ze stopte me in een inrichting voor gekken. Daar hielden ze me geïsoleerd van de buitenwereld. Er waren mensen die me wouden "helpen" mijn "beperking" weg te werken. Het waren wetenschapper die heel nieuwsgierig waren naar mijn "beperking", ze dachten dat ik niets kon voelen, dat ik een beest was. ze namen bloed van me, zo veel dat ik bijna dood zou gaan, ze namen been merg van me, zonder verdoving. Ik werd gemarteld, ik was 10.' Zei ze en een traan rolde over haar wang en ze sloeg haar armen om zich heen. 'toen ik 12 was ben ik ontsnapt, hoe weet ik niet meer, ik heb kleren gejat en een mantel gemaakt om mijn staart en oren te bedekken. Ik heb me in de bossen schuil gehouden. Ik ben van stad naar stad getrokken en nu ben ik hier. Ik leef van vogels en bessen en zo. En af en toe een broodje van de bakker.' Zegt ze en kijkt me aan.

'als ze dachten dat jij een dochter van de duivel bent dan ben ik zijn vrouw. Ik ben minstens 700 jaar oud. Ik ben een vampier, maar ik doe geen onschuldigen kwaad.' Zeg ik.

'ik weet dat die bestaan, eentje heeft me geholpen aan eten te komen toen ik net ontsnapt was.' zegt ze en een klein lachje speelt om haar lippen dat maakt haar hoektanden glinsteren.

'kom. Laten we jou eens een nieuw thuis geven. Ik weet wel ergens waar niemand je raar aan zou kijken. Misschien kan je er nu niet heen maar ik en  mijn vriendin gaan er volgende week zeker heen.' zeg ik en loop terug naar Faith.

'waar is dat?'

'Dat zal je nog wel zien.' zeg ik en grijns naar haar.

Ze deed me even vergeten wat er allemaal gebeurt was. ik trok haar achter op en we reden terug naar de manege van de Jamison's. Ik zetten Faith terug in de wei en we slopen het terrein af. en toen zakte Anna in elkaar van uitputting en honger. Ik tilde haar op (ze was boord mager) en rende op volle snelheid naar huis. En binnen tien minuten was in weer bij Jules' huis. Ik vond mijn sleutels en opende de deur en leg Anna op de bank. Ik pakte dekens uit Jules slaap kamer en legde die over haar heen. ik liep naar de keuken en zocht in de koelkast naar wat  te eten voor Anna. Ik wou niemand wakker maken gister was het laat geworden



A 800 year old vampire, a Valling and a few aggressive elfs. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu