het meisje met anorexia ~voltooid~

op school

De volgende dag maakte haar wekker haar wakker. Met moeite stond ze op. Ze keek in de spiegel. Ze zuchtte. Ze vond zichzelf zo dik. Snel kleedde ze zich om.

Ze had veel langere korte mouw shirts. Dan zag je haar dikke buik niet, dacht ze. Ze liep naar beneden. Ze pakte haar boeken. Ze at niet. Ze keek op haar telefoon.

Een appje van Ronald. Ik kom eraan. Stond er. Ze wachtte. De deurbel ging. Ze deed open. Kom binnen. Ik moet nog mijn jas pakken. Hij wachtte geduldig. Ze gooide haar rugzak over haar schouder. Toen gingen ze weg.

Op school liepen ze naar hun vrienden. Mathijs, Elisabeth, Margot, Tim en Claudia. Ze waren druk in gesprek. Algauw werd Sarah in het gesprek meegenomen.

Toen ging de bel. De les begon. Eerst hadden ze wiskunde. De vrouw van wiskunde was erg aardig. Sarah was goed in wiskunde. De tijd vloog voorbij.

Toen was tweede uur. Dat was Nederlands. Dat vond ze saai. Ze begreep niet waarom ze dit moest leren. Hier kroop de tijd voorbij.

Ze had vandaag gelukkig maar twee uur school. Het laatste uur viel uit. Om half 2 was ze thuis. Ze ging naar de sportschool. Thuis ruste ze uit. Ze keek tv.

Toen kreeg ze een appje van Margot. Zullen we naar het centrum. Ze antwoordde: ja leuk. Margot haalde haar op. Ze hadden allebei wat geld mee. Sarah stuurde haar moeder een appje en ze gingen weg.

In het centrum keken ze naar kleding en schoenen. Ze kochten wat shirts. Na een paar uur waren ze uitgekeken. Ze fietsten samen een stukje. Toen moest Margot de andere kant op.

Thuis schreeuwde ze nog dat ze er was. Toen zette ze de tv aan. Ze keek wat. Toen riep haar moeder voor eten. Ik en Margot hebben in het centrum al gegeten. Zei Sarah. Oké lieverd, zei haar moeder.

Toen ging Sarah naar boven. Ze sloot haar oortje aan haar telefoon. Ze stopte ze in haar oren en zette muziek op. Ze ging lezen. Een tijdje later ging ze sportkleding aandoen. Ze ging weer sporten.

Eenmaal thuis douchte ze en deed haar pyjama aan. Ze bleef op haar kamer. Het contact met haar moeder was minder geworden sinds die avond.

Ze deed nog gauw haar huiswerk. Toen ging ze op haar bed liggen. Ze bekeek haar rooster en zette haar wekker. Toen viel ze in slaap.