Thuis

48 5 2
                                    

Anna pov

Ik zit op een bankje buiten, op het balkon. Ik was van plan om af te spreken, maar niemand kan. Versuft zit ik voor me uit te staren naar de vogels en de bomen. Van kinds af aan wilde ik al een vogel zijn, zodat ik weg zou kunnen vliegen van hier, maar eerst was het vooral vanwege het vliegen zelf. Nu zou ik het willen zijn, om een zorgeloos leven te hebben en weg te zijn van alles en iedereen, dat ik niemand nog pijn zou doen en niemand zou lastig vallen met mijn verdriet. Een paar weken geleden ging het nog en vroeg Paulien na maanden lang het niet gevraagd te hebben, hoe het nou eigenlijk met mij ging. Niet dat het haar niks boeit of zo, maar ik wil het er zelf niet steeds over hebben. Ik antwoordde dat het goed ging en dat was gemeend. Ik had het gevoel alsof ik eindelijk weer verder was gegaan met mijn leven, maar nu begin ik daaraan te twijfelen.

Vroeger had ik een helder beeld van wie ik wilde zijn en wat ik ging doen, maar nu lijkt mijn toekomst nog zo vaag. Ik wilde wielrenner en zangeres zijn, toegegeven het was een beetje onrealistisch, maar ik had tenminste een plan. Nu weet ik het niet meer, aan de ene kant wil ik nog steeds zangeres zijn, maar ik weet ook hoe moeilijk het is om je geld met muziek te verdienen en dat het niet altijd de leuke klusjes zullen zijn. Vind ik zingen bovendien nog wel leuk als het mijn werk wordt?

Eigenlijk zou ik meer in het heden willen leven, ik adviseer bijvoorbeeld wel Marte dat ze nog niet zo met universiteiten hoeft bezig te zijn en dat ze zich niet druk te maken, maar tegelijkertijd ben ik zelf ook bezig met mijn toekomst. Ik bezoek dan misschien geen universiteiten, maar ik zit wel steeds te denken aan de toekomst, in plaats van dat ik dag bij dag leef. Ik wil veel te graag volwassen worden, ik weet nauwelijks nog hoe ik kind moet zijn. Een tijdje geleden ging ik naar een feestje van een vriendin van mij en we waren gewoon aan het lopen door de stad. Toen zagen zij ineens een speeltuin en als kleine kinderen doken ze erop af, terwijl ik het dichtstbijzijnde bankje opzocht. Het lukt mij gewoon niet meer om een beetje kinderachtig te doen, ook al zou ik het nog zo graag willen. Alles in mijn lichaam houd mij tegen en als ik het al doe, voel ik lang niet hetzelfde plezier als vroeger, terwijl dat de anderen wel lukt.

Ik begin te schrijven in mijn boekje, tussendoor kijk ik om me heen:

Ik vlieg door de lucht,

Zie geen grond waarop ik kan landen.

Vroeger wist ik wie ik wilde zijn en wat ik ging doen.

Nu heb ik geen idee welke kant ik op moet gaan.

Alles en iedereen lijkt maar door te gaan,

Maar ik blijf hangen in de lucht.

Ik wil verdergaan,

Maar waar moet ik heen?

Alles is veranderd,

Mijn wereld op z'n kop gezet,

Zal die ooit weer normaal worden?

Zal ik ooit weer dat meisje van vroeger kunnen zijn?

Ik wil niet opvallend zijn,

Maar de rest volgen is niks voor mij.

Ben altijd anders geweest,

Heb nooit de aansluiting gevonden.

Alles en iedereen lijkt maar door te gaan,

Maar ik blijf hangen in de lucht.

Ik wil verdergaan,

Maar waar moet ik heen?

Op zoek naar een toekomst,

Maar die is nog zo vaag.

Ik ben maar een blaadje

Dat dwarrelt in de lucht.

Ik word meegenomen door de wind.

Had ik maar nooit de boom losgelaten.

Nu is mijn bestemming onbekend.

Mijn kleur is anders dan de rest.

Daarom moest ik weg.

Kon niet meer blijven hangen.

Alles en iedereen lijkt maar door te gaan,

Maar ik blijf hangen in de lucht.

Ik wil verdergaan,

Maar waar moet ik heen?

Ooit zal ik grond vinden.

Ik zal uitgroeien tot een boom.

Eentje die anders is dan anderen.

Nu nog een blaadje dat snel beschadigd raakt.

Straks een sterke boom, maar met kwetsbare takken.

Daaronder teken ik een blaadje. (Zie boven). Ik blijf er nog lang zitten en kom tot de conclusie dat ik toch best wel veranderd ben, ik was altijd positief, maar nu niet meer. Ik zou alles willen doen om ervoor te zorgen dat ik weer net zo word als vroeger. Ook op school heb ik er nog wel eens last van dat concentreren nog steeds niet erg goed gaat. Elke keer als ik denk, nu gaat het goed met de concentratie blijf ik daar weer over nadenken en droom ik weer weg. De leraren hebben het niet door, maar zelf erger ik me er nog wel eens aan. Gelukkig zijn volgende week Marit en Thomas weer, ik hoop dat ik dan weer wat meer lach, ook al maakt Paula mij af en toe aan het lachen.

Nog en paar weken en dan is het toetsweek en ik ben van plan alles te geven, zodat ik overga. Nu zou ik in principe over kunnen gaan, maar het is wel allemaal heel matig, bijna allemaal zesjes. En ik moet daar niet veel onder zitten, anders sta ik als nog op blijven zitten.

Nog even blijf ik schrijven in mijn boekje. Dan sluit ik hem en blijf nog even kijken naar de wolken. Ik volg de vogels met mijn ogen en loop wat heen en weer. Als ik rondloop en de wind, voel ik me opeens heel vrij en lijkt het net alsof ik vlieg. De wind blaast mijn zorgen weg. Dan bedenk ik me, ik moet door blijven gaan, mijn moeder, vrienden, vriendinnen en broer pijn doen is geen optie. Mijn toekomst mag nu nog wel vaag zijn, maar ik heb er tenminste een. De negatieve gedachten haal ik uit mijn hoofd. Vanaf nu ga ik meer genieten en niet meer bang zijn voor wat komen gaat. Ik zie wel waar ik terecht kom, ik weet dat het goed kom en dat mijn vader altijd meekijkt en die gedachte stelt me gerust.


Ik hoop dat jullie het leuk vonden. Als je tips hebt laat het me weten in een comment! Als je wilt, vote en/of comment. Bedankt voor het lezen!



Hoop op de proef gesteldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu