Nadat Hein was bijgekomen van de achtervolging, nam hij me mee richting het winkelcentrum. Toen ik hem vroeg waarom we die kant op gingen, had hij alleen iets gemompeld over zijn instinct. Hij had zijn zeis achter zijn nek gelegd, leunde met zijn armen erop. Ossi zat weer op mijn schouder, af en toe gaf hij kopjes in de holte van mijn nek waardoor het kietelde. Langzaam verwerkte ik de situatie van net, de guǐ en hoe Hein hem pal door midden wist te snijden.
'Wat heb je met die guǐ gedaan?' We waren aan het zigzaggen door de drukke winkelstraat, af en toe keek Hein om zich heen voor hij een richting koos. De jongen zorgde ervoor dat hij niemand in de weg stond en ik volgde zijn voetstappen blind.
'Die guǐ is vernietigd. Nu bestaat hij niet meer.' Het klonk alsof hij het had over een product, alsof het ingeblikt eten was. Hein ontweek fluitend een vrouw die langs ons liep en ik deed uit automatisme hetzelfde, al leek de voorbijganger ons niet op te merken.
'Wat betekent dat precies?'
Hein fronste. Mijn vragen leken hem te irriteren, maar toch antwoordde hij.
'Alles hier heeft twee staten. Bestaan en niet bestaan. In principe bestaat alles wat je ziet, maar poortwachters hebben training gekregen om bestaande dingen om te zetten tot iets wat niet bestaat.' Mijn blik gleed naar de rode zeis terwijl ik knikte, hij had gezegd dat hij er niet mee rond kon zwaaien toen we in de buurt van mensen waren.
'En waarom bestaan de guǐs?'
'Je stelt wel heel veel vragen.' Hein mompelde het onder zijn adem met strakke lippen, maar ik wist het toch op te pikken. Zijn toon raakte een gevoelige snaar en een tssk-geluid verliet mijn mond.
'Dan stel je ook wat vragen terug, weet ik het.' Kinderachtig gooide ik mijn armen over elkaar. Doordat ik gefrustreerd wegkeek, merkte ik niet de man die tegen me aan liep.
Of beter gezegd, door me heen liep.
Het was vreemd om een lichaam door me heen te zien gaan. De zakenman struikelde toen hij me passeerde. Een rilling ging over mijn ruggengraat, het voelde alsof een gure wind langs de binnenkant van mijn lichaam trok. Mijn mond was droog toen ik achterom keek naar de man, die verward naar de grond staarde die helemaal recht was onder zijn voeten.
'Waarom heb je parels in je haar?' Een hand ging door mijn zwarte haren die me uit deze trance trok. Hein keek naar de parels die bedoeld waren voor sieraden maken, maar ik aan mijn haren had geregen. Ik kon zijn douchegel ruiken, een schone geur van iemand die net hun haren gewassen hadden. Ik schudde snel mijn hoofd, dat was een rare gedachte om te hebben, maar ik kon het niet meer niet opmerken. Oncomfortabel met hoe dichtbij Hein stond, krabde ik aan mijn nek, waar Ossi weer zat. Om mezelf toch bezig te houden, begon ik de zwarte kat onder zijn cape te aaien.
'Mijn beste vriendin had een feestje en het thema was 'schatkist'. Dus vandaar de parels.' Ik was allang blij dat alle diamantjes die ik op mijn jukbeenderen en boven mijn wenkbrauwen geplakt had, door de avond kwijt was door de goedkope lijm. Hein rolde de parels door zijn vingers. Ik zou een fortuin overhebben voor een douche, een broek zonder gaten en een paar schoenen.
'Je valt in ieder geval wel op, ja.' Hij gaf me geen kans om op zijn sneer te reageren en ik bleef achter met een opengevallen mond.
'Maar om je eerdere vragen te beantwoorden over guǐs, het zijn onbewerkte zielen. Zielen die niet naar limbo zijn gekomen doordat ze een te sterke connectie hebben met iets hier op aarde. Het is meestal iets negatiefs, haat of spijt. De tijd op aarde zal alleen langzaamaan wegslijten aan de ziel, tot alleen die connectie overblijft en dat ze tot een guǐ maakt.'
Ik knikte, ergens was het moeilijk maar ik had geen andere keus dan Heins woorden te geloven. Niemand anders zou me over mijn situatie vertellen, tenzij Ossi de Nederlandse taal spontaan wist te spreken. 'Is het een vraag voor een vraag of...' Hij beantwoordde de vraag pas nadat ik de zijne had beantwoord. Misschien had Hein eindelijk zin om te kletsen, of wilde hij ook wat meer over mij weten.
JE LEEST
Tot De Dood
FantasyWanneer Chaoxing zich bevindt in een vreemde woonkamer nadat ze van een feestje kwam, probeert ze in paniek het huis te ontsnappen. Wat ze niet verwacht, is dat de deur die ze opentrekt ook de poort is van de hemel waardoor alle zielen naar de werel...