Hoofdstuk 5

143 12 4
                                    

Austin vindt me natuurlijk ook gewoon een mislukkeling. Hoe heb ik dan ook zo dom kunnen zijn om te geloven dat hij wél wat in me zag. Natuurlijk ziet niemand iets in me, ik ben toch nutteloos.

''Je bent echt het domste kind ooit! Je weet verdomme toch dat je je schoenen uit moet trekken als je naar binnen komt?'' schreeuwde mijn moeder boos.

''Sorry.. Vergeten. Ik had leuk nieuws dat ik met jullie wilde delen dus daarom liep ik direct door,'' stamelde ik.

''Oh. Wat voor nieuws dan?'' bromde mijn vader. ''Nou.. Ik heb zulke goede cijfers voor Engels dat extra lessen mag gaan volgen!'' zei ik enthousiast.

Mijn ouders begonnen te lachen. ''Jij? Goede cijfers?'' vroeg mijn vader bespottelijk. ''Ja.. '' zei ik zachtjes en ik duwde mijn rapport in zijn handen. Hij fronste even en keek naar mijn cijfer lijst waar hij alleen maar 9'ens zou gaan aantreffen.

Hij leek even verbaasd te zijn, maar herpakte zich direct. ''Zulke cijfers zeggen niets'' zei hij droog. Ik besloot zijn opmerking te negeren en pakte een brief uit mijn tas.

''Hier kun je alles lezen over de extra lessen,'' zei ik en ik hield de brief in de lucht. Mijn moeder geritste de brief direct uit mijn handen en begon hem te lezen. ''Daar kun je dus mooi naar fluiten,'' snauwde ze. ''Hoezo?'' vroeg ik teleurgesteld. ''Nou, als jij die lessen volgt ben je langer op school en we hebben je hier nodig voor het huishouden,'' zei ze simpel.

''Maar ik wil het echt heel graag,'' smeekte ik. ''Pech. Het heeft toch geen zin voor zo'n nietsnut als jij,'' lachte mijn vader.

''Ik haat jullie! Jullie geloven echt totaal niet in me!'' schreeuwde ik boos.

''Goed opgemerkt,'' zei mijn vader droog. ''Sterker nog, we hadden liever dat je verdomme nooit geboren was geweest!'' kirde mijn moeder. Er rolde een traan over mijn wang die ik direct weg veegde.

''Wat dacht je dan? Je bent hier alleen maar een last, door jou hebben wij nog één extra mond om te voeden, en daar door kunnen we al helemaal nooit leuke dingen doen,'' zei mijn vader geïrriteerd.  

''Oh. Dus leuke dingen doen is belangrijker dan je eigen dochter?'' vroeg ik schor. Mijn vader knikte.

''Ga nu naar je kamer, er komt zo visite,'' zei mijn moeder. Gekwetst pakte ik mijn tas en ik liep naar mijn kamer.

Dat is eigenlijk het moment geweest dat ik echt begon te beseffen dat niemand om me gaf. Alleen meneer Smidt liet merken dat hij me wél slim vond. Alleen meneer Smidt heb ik nota bene zelf vermoord..

Ik zucht even diep en draai me om. Ik zal hier dus een paar dagen moeten blijven liggen. Dat wordt dus dood saai. Maar ja, alles is beter dan moorden. Anders was ik waarschijnlijk nu een kind aan het vermoorden.

Al wordt het kind toch wel vermoord, ze hebben genoeg mensen om dat te doen.. Ik zucht nog een keer en sluit dan maar mijn ogen en val na een tijdje in slaap.

*Volgende ochtend*

''Yo, slaapkop. Je hebt volgens mij wel vierentwintig uur geslapen,'' grinnikt Lisanne. Ik kom langzaam overeind en zucht even. ''Wat moest ik anders doen dan?'' mompel ik. Lisanne haalt haar schouders op. ''Gaat het al wel wat beter?'' vraagt ze.

''Ja, ik kan tenminste weer gewoon zitten,'' zeg ik zachtjes en ik kijk even rond in de kamer, maar de rest is er niet eens. ''Hoe laat is het eigenlijk?'' vraag ik Lisanne. ''Tien uur of zo,'' mompelt ze en ze trekt haar schoenen aan.

Op dat moment komt er een man binnen, hij ziet er nog best wel aardig uit eigenlijk. ''Kom op, ik heb niet eeuwig de tijd!'' snauwt hij naar Lisanne.

Oké, fout gedacht dus..

''Mag ik even naar de wc?'' vraag ik twijfelend. Ik snap sowieso niet dat we gewoon geen eigen wc hebben. Want als je 's nachts moet dan heb je gewoon pech dus. Want de mensen die hier ook slapen gaan echt niet hun bed uit komen voor ons of zo.

''Snel dan,'' bromt de man. Ik knik en ik sta snel op, al is dat ook weer iets té overmoedig. De zelfde pijn gaat weer door mijn rug en ik krimp in elkaar. ''Gaat het?'' vraagt  Lisanne geschrokken. ''Ja,'' zeg ik zachtjes en ik loop langs de man heen naar de gang richting het toilet.

Onderweg kom ik een paar bendeleden tegen en ze staren me een beetje raar aan. Ik zie er natuurlijk ook voor geen meter uit, niet dat het me iets boeit.

Ik loop het toilet binnen en kijk even in de spiegel. Mijn ogen worden groot als ik mijn spiegelbeeld zie, het is nog erger dan ik had verwacht. Ik zie er echt vreselijk uit.

Ik bijt even op mijn lip en loop een wc hokje in. Het heeft nu geen zin om te gaan piekeren, want ik kan er toch niets aan doen.

Als ik klaar ben was ik mijn handen en loop weer de gang op. Die man daarnet leek best haast te hebben, dus hij wordt vast boos als het te lang duurt. En ik heb geen idee wat er gebeurt als hij boos wordt.

Ongeveer op de helft stop ik abrupt als ik Austin zie staan. Gister vond ik hem nog leuk.. Maar dat was zo naïef van me geweest..

Als Austins oog op mij valt loopt hij direct weg van het groepje waarmee aan het praten was. Wat moet hij nou? Hij vindt me toch een mislukkeling.  

''Hey! Hoe gaat het nu?'' vraagt hij vriendelijk. ''Alsof jou dat wat aan gaat,'' snauw ik. ''Natuurlijk wel gek,'' zegt hij verbaasd. ''Nou, gister zei je anders van niet,'' zeg ik boos en ik wil doorlopen maar Austin gaat voor me staan.

''Dat zei ik alleen maar zodat Jack niet zou denken dat wij wat hebben of zo. Het is beter dat hij denkt dat het me niets kan schelen. Dat is ook gunstiger voor jou,'' zegt Austin. Ik bijt even op mijn lip en kijk in zijn ogen, hij lijkt oprecht. Maar voor het zelfde geld is dit weer een leugen en moet hij me misschien wel in de gaten houden van Jack.

''Geloof je me?'' vraagt Austin vertwijfeld. Ik haal mijn schouders op en ik zucht even. ''Je kan me echt vertrouwen, ik zweer het je,'' zegt hij. Ik glimlach even kort en ik knik.

''Maar ik moet echt gaan nu,'' mompel ik. ''Oké.. Ik spreek je later nog wel dan?'' vraagt Austin een beetje onzeker.  ''Is goed,'' zeg ik zachtjes en ik glimlach.

Hij is echt schattig als hij zo onzeker is. En dat toont ook wel dat hij niet liegt, en anders is hij de beste acteur ooit.

Ik bedenk me opeens dat die man nog steeds op mij zit te wachten, ik ga wat sneller lopen, maar sta na een paar seconden weer stil.

Mijn ogen worden groot en ik kijk nog eens goed om er zeker van te zijn dat ik geen spoken zie. Maar het is echt. Ik zie hem echt staan.

Daar aan het einde van de gang staat Sander.

——-

Oeh Sander is back ^^

Wil je weten wat Sander daar doet en hoe het verder allemaal afloopt? Vote & comment ♥

Fijne week! x

Ruined hopeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu