Hoofdstuk 4

517 18 0
                                    

Ik loop naar het plein.
Ik probeer langzaam te lopen.
Zodat de pauze snel voorbij zal gaan.
Ik nader de plek.
De plek waar ik altijd zit.
Ja ik zit alleen.
Vrienden heb ik niet.
Ik heb alleen mijn ouders.
Ik nader mijn plek.
Ik zie ze al staan.
Wetend dat er nooit veel goeds kan gebeuren.
Loop ik er toch heen.

Pijn, verdriet en angstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu