{Hoofdstuk 1}

22 0 0
                                    

(A/N Spreek Nike uit als Nieke, dus niet als het merk Nike)

Het begon allemaal met de geboorte van een kind. Dit kind was een gewoon kind. Nog wel. Het was een meisje dat werd geboren op een gewone donderdag in april in het plaatsje Dion. Haar ouders noemden haar Dorothea.

Dorothea had een gelukkige jeugd en was een echte ontdekkingsreiziger. Als klein meisje al kende ze elk hoekje en gaatje vaan haar achtertuin en zodra ze ouder werd leerde ze ook elke straat en elk steegje in haar stad kennen.

Ze was altijd samen te vinden met haar vriendin, Nike. Nike was niet zomaar een vriendin. Ze was haar beste vriendin. Ze kenden elkaar al vanaf hun vierde en deelden alles met elkaar. Van geheimen tot schaafwonden tot avonturen die ze in de stad en bossen eromheen beleefden.

Op een dag gingen Dorothea en Nike het bos in om aan hun boomhut te werken en te picknicken op het veld naast het bos. Maar voordat ze gingen moest Nike helpen met het schoonmaken van het huis, want er zou een vriend uit het noorden komen.

Terwijl haar moeder de geit molk, opende zij de deur toen erop geklopt werd. Een man met een klein baardje en grijze ogen kwam binnen. Ze groette hem en verliet het huis, om samen met Dorothea van de dag te genieten.

Het was een mooie dag, waarbij de zon vroeg opkwam en weer laat zou ondergaan. De meisjes bleven dan ook de hele dag weg. Toen ze terug naar huis keerden, kwamen ze langs een bramenstruik en ze besloten bramen te plukken voor hun moeders. Hun handen en vingers werden er rood van. Helaas voor Nike werden ze niet alleen daar rood van, maar ook van het bloed dat uit een door een doorn veroorzaakte wond naar buiten stroomde. Zodra Dorothea dit zag, pakte ze een doek en bond het om de wond aan om het bloed te stelpen. Het leek Nike verstandig om naar huis te gaan zodat de wond daar kon worden schoongemaakt met water uit de put.

Ze dacht terug aan de keer toen zij bramen ging plukken met haar beste vriendin. De vriendin waarmee ze zo lang op één pad had gelopen, maar waarvan hun wegen zich nu gescheiden hadden. Haar vriendin had zich ook geprikt aan een doorn. Met een lach en een traan op haar gezicht van deze herinnering las ze verder.

Op het moment dat Dorothea en Nike terug kwamen, merkten ze meteen dat er iets niet klopte. Er was onrust. Chaos. Toen ze verder de stad ingingen zagen ze dat een deel van de huizen in brand stonden. Er lagen lijken op de straat. Met grote ogen en open mond keken de meisjes rond. Net op tijd konden ze nog wegduiken voor een stoet ruiters, die met bebloede zwaarden de stad uit stormden. Eén ruiter keek om, Nike herkende hem direct, en ze horen om zich heen alleen maar zacht gefluister. "Batok" "Batok heeft toegeslagen" "Batok..."

Nike rent snel naar haar huis toe, met Dorothea op haar hielen. Het is in haar wijk waar de huizen in de brand staan. Op weg ernaartoe zien ze allemaal lijken, en de mensen die nog wel leven kijken de meisjes hoofdschuddend en diepbedroefd aan. Zodra Nike bij haar huis komt, valt ze op haar knieën neer. Haar ouders, dood. Haar huis, een puinhoop.

Nike zweert wraak te nemen op Batok en zal zodra zij oud genoeg is het leger ingaan. Dorothea kan haar vriendin niet in de steek laten en belooft haar om mee te gaan.

VivlíoWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu