Vivlío

{Proloog}

Het eerste wat ze deed toen ze was aangekomen, was door het hele huis lopen. Ze wilde alle kamers zien, en zien welke kamer van haar zou worden. Het was een huis met drie verdiepingen. Een begane grond, een eerste etage en een zolder. De zolder was, net zoals alle andere kamers in het huis, helemaal leeg. Plotseling viel haar iets op. Een luik in de grond. Nieuwsgierig dat ze was, liep ze ernaar toe en opende het luik. Een trapgat met een ladder werd zichtbaar. Een moment twijfelde ze, alsof ze wist wat haar te wachten stond. Toch daalde ze de ladder af, de verborgen ruimte in. Toen haar ogen aan het duister gewend waren, zag ze een boekenkist. In de kist zat één enkel boek. Voorzichtig pakte ze het boek uit de kist en bekeek de kaft. Geen titel. Desalniettemin sloeg ze het boek open en begon met lezen.