14: Lola

233 10 2
                                    

Ik blijf Rob vol angst in mijn ogen aankijken. Wat gebeurt er toch met hem? Milo snelt naar me toe en grijpt me hardhandig vast. "Wat is er aan de hand met hem?!?" Vraagt hij als hij mij aan mijn haren naar achteren trekt zodat ik hem aan moet kijken. Zijn ogen staan wagenwijd open van paniek. "Ik- ik weet het niet! Echt niet!" Roep ik machteloos. Hij zucht en pakt Robbie's telefoon uit zijn achterzak, maar zodra hij dat doet grijpt Robbie zijn hand in één milliseconden vast. Hij lijkt wel een andere houding aan te nemen. Milo laat mijn haar los. Ik wrijf over de zere plek op mijn achterhoofd. Robbie draait zich langzaam naar Milo om. Zijn ogen zijn weer even dof als eerst. Hij staart naar de grond en hijgt net zoals een hond. Zijn handen vormen vuisten. Hij lijkt wel te veranderen in een beest. "Maatje, alles oké?" Vraagt Milo dan zenuwachtig. Zijn stem trilt. Dan gaat Robbie's arm omhoog en maakt hij een gigantische klap tegen Milo's kaak aan. Ik durf te zweren dat ik iets hoorde breken. Vol angst en ongeloof kruip ik langzaam achteruit. Wat gebeurt er toch met hem? Heeft hij al die tijd gedaan alsof? Ik probeer het te begrijpen. Milo herpakt zichzelf. De haat die is te zien in hun ogen is ongekend. Ik heb nog nooit zoveel haat, verdriet en verderf gezien. "Wat the fuck?!?" Roept hij dan boos. Hij spreid zijn armen. Robbie grijpt zijn kans, draait zijn heup om en geeft hem een trap in zijn buik. Ik heb nooit geweten dat hij dat kon. Milo zakt ineen en grijpt naar zijn maag. Hij kijkt naar de grond. Robbie is woest en blijft maar tegen Milo's nieren aan trappen. "Stop!" Roept Milo machteloos. Hij hoest bloed op. Wat kan ik toch in Gods naam doen? Ze zijn nu wel afgeleid... Ik zou kunnen ontsnappen en naar het dichtstbijzijnde politie bureau kunnen gaan. Dat laat ik niet een tweede keer door mijn hoofd heen gaan. Ik sta op en ren naar de voordeur. Als ik de koude deurklink aanraak voel ik een bebloede handpalm op de bovenkant van mijn hand rusten. Mijn hart zit in mijn keel als ik voorzichtig naar boven kijk. Robbie's duivelse ogen kijken mij recht in mijn ziel aan. Ik zet één stap achteruit. "Robbie- alsjeblieft- ik-" stamel ik. Hij hersteld de afstand tussen ons, maar ik zet nóg een paar stappen achteruit. Milo hoest nog steeds bloed op. Hij zet weer een onheilspellende stap naar voren. Zo blijft het de hele tijd doorgaan, totdat ik de koude muur in mijn rug voel branden. Shit. "Rob, alsjeblieft! Ik weet niet wat er met je aan de hand is, maar spaar mij! Ik smeek het je!" Het laatste beetje ruimte dat tussen ons in zat heeft hij ingenomen. Hij kijkt naar mijn omvang en dan fluistert hij iets in mijn oor: "Ik heb je al lang genoeg gespaard. Jij bent namelijk de laatste." Hij grijnst op een misselijkmakende manier. "Je bent ziek." Zeg ik vol afschuw. Onwetend of hij daadwerkelijk ziek is, of dat dit gewoon zijn ware aard is. Op dit moment is niks meer zeker. Alles lijkt wel mogelijk te zijn als je bloedeigen vriend je heeft verraden en nu op het punt staat om je te vermoorden. "Klopt, ik ben inderdaad ziek." Zegt hij dan. Zijn hele houding lijkt wel te veranderen. Zijn ogen zijn minder dof als eerst. Ze glinsteren van de tranen die zich in zijn ooghoeken vormen. "Wat?" Stamel ik. Ik kijk hem vol ongeloof aan. "Ik- ik ben ziek." Zegt hij dan nog een keer. Er rolt een traan over zijn wang. Hij slaat zijn armen om me heen en geeft me een knuffel. Ik hou mijn adem in, bang dat hij een wapen bij zich heeft en letterlijk een mes in mijn rug zal steken. Bang dat al het figuurlijke weg zal vallen, maar tot mijn grote verbazing barst hij in tranen uit. Zijn warme tranen belanden in mijn nek en zijn bloederige handen maken vegen op mijn witte trui. Wat is er toch met hem aan de hand? "Hij heeft me verkracht en iedereen wist het!" Roept hij kwaad. Wat hoor ik nou? "Wat? Wie heeft dat gedaan? Rob, waar heb je het over?" Stamel ik. "Onze voetbalcoach. Hij heeft me beschadigd." Proest hij dan uit. Hij grijpt mijn trui stevig vast. Voetbalcoach? Wacht, dat kan niet. Dat zou hij nooit doen. Zijn voetbalcoach was de liefste man op aarde. Hij was mijn voorbeeld. Hij was ons voorbeeld. "Rob, zeg je nou dat mijn vader je heeft verkracht?" Mijn stem trilt. Dit kan niet waar zijn. Dit is niet de werkelijkheid. Rob liegt en bedriegt al de hele tijd de boel bij elkaar. Even is het stil, daarna knikt hij langzaam. "Ja, en niet zo'n beetje ook." Zegt hij dan. Mijn wereld lijkt wel gestopt te zijn met draaien. "Rob, je bent in de war." Stamel ik. Hopend dat dit inderdaad weer één van zijn vele leugens is. Zijn hoofd en handen trillen. Hij lijkt wel een spasme te hebben. "Klopt, ik ben inderdaad in de war door wat jouw pappie mij heeft aangedaan." Zegt hij met het Amsterdamse accent. Rob lijkt wel weer te veranderen in een ander gedaante; in zijn innerlijke beest. In zijn woede en pijn. "En daarom zal ik hem zijn karma geven, via jou." Zijn laatste woorden steken in mijn ziel. Ik ben er net zojuist achter gekomen dat ik al mijn hele leven bedrogen ben en alsof dat nog niet erg genoeg is, moet ik ook nog boeten voor zijn daden. Niks is zeker. Ik ben nog steeds in twijfel of ik Rob wel moet geloven, maar aangezien alles nu lijkt te veranderen, zou ik er niet meer van opkijken. Het voelt alsof mijn leven al die tijd al een dubbelzijdige spiegel is geweest. Zo eentje waarin jij jezelf ziet; jouw werkelijkheid, maar er eigenlijk iets anders achter schuil zit. Is dit al die tijd al Rob's plan geweest? Al die romantische dates, al die warme knuffels, al die liefdevolle blikken, was het allemaal nep? Rob loopt naar Milo toe en pakt zijn mes. Milo probeert hem nog terug te pakken, maar Rob geeft hem een harde trap in zijn gezicht. Zo hard dat Milo's nek breekt. Hij valt achterover. Zijn neusvleugels worden omhoog gehouden door de vloer als zijn hoofd in twee seconden honderdtachtig graden draait. Het vel van zijn nek is op een lugubere manier gescheurd. Ik sla mijn handen voor mijn mond. Is hij... dood? Mijn hart zit in mijn keel. Het lijkt wel alsof ik flauw ga vallen straks. Dit is een nachtmerrie. Dat kan niet anders. Dit is Rob gewoon niet. Ik schudt wild met mijn hoofd, in de hoop dat ik mezelf wakker kan maken, maar als ik Rob's stevige grip op mijn bovenarm voel weet ik het zeker; dit is geen nachtmerrie, dit is echt en ik ben het slachtoffer.

The Masked Killer || F.t BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu