7: Matthy

216 11 2
                                    

Het is nou al een tijdje super stil in huis. Ik kijk voorzichtig op mijn telefoon. We zijn al ruim een half uur verder. Zou de moordenaar denken dat we zijn gevlucht? Ik kijk Robbie aan en sein naar boven. Hij knikt. Ik open voorzichtig het kruipluik en klim naar boven. Ik kijk om me heen. Al mijn zintuigen staan aan. Ik hoor niks, zie niks en ruik niks, dus het zal wel goed zijn. Rob klimt ook weer naar buiten. "Dat scheelde niks." zegt hij en hij zucht. Ik knik en haal een hand door mijn haar. Als Lola uit het kruipluik wilt klimmen steken Rob en ik allebei onze hand uit om Lola te helpen. Rob en Lola kijken me beiden afwachtend aan totdat ik mijn hand heb teruggetrokken. Waarom zijn dit soort dingen toch altijd zo ongemakkelijk? Als Rob Lola het kruipluik uit helpt krab ik over mijn achterhoofd en kijk ik weg. Het is zo stil in huis, dat we het zand dat naar beneden valt in het kruipluik kunnen horen. Als Lola het zand van haar broek af klopt, doe ik het kruipluik weer netjes dicht in het geval de moordenaar nog wel ergens rondloopt. Ik wil niet riskeren dat de moordenaar straks onze schuilplaats ontdekt. Ik zucht. "Dus, wat nu?" vraag ik zacht. Rob haalt zijn schouders op. "Laten we maar eerst eens Milo en Raoul zoeken." zegt hij dan. Ik knik. We zijn even stil. Waar moeten we beginnen? Mijn hoofd is één grote warboel. Dan wordt de stilte onderbroken door paniekerig gemurmel. Het is boven. Rob en ik kijken elkaar met grote ogen aan. "Milo!" roepen we dan in koor. We rennen de trap op, op de voet gevolgd door Lola. Het gemurmel galmt steeds harder door de gang heen. Het komt uit mijn kamer! Ik ren langs Rob en kom als eerste binnen. Ik zie Milo op de donkerblauwe, tapijtvloer van mijn kamer liggen. Er zit een bloedende snee in zijn buik en er ligt een klein mes naast hem. Er is een stuk van zijn grijze T-shirt afgescheurd en om zijn bezwete hoofd vastgebonden, zodat hij niet meer kan praten. "Milo! Alles oké maatje?" vraag ik in paniek. Ik druk zijn wond dicht. Zijn bloed voelt warm op de binnenkant van mijn handen. Het dringt tussen mijn vingers door. Milo murmelt wat en kijkt naar het stukje stof. "Oh ja, stom." geef ik toe en ik haal het stukje stof van Milo's hoofd af. Rob en Lola komen binnen. "What the fuck, Matt!" Roept Rob zodra hij ons ziet. Ik draai me geschrokken om. "Wat?" Vraag ik in paniek. Wat is er allemaal aan de hand? Is de moordenaar nog ergens? Dan pas besef ik me in welke situatie ik me bevind. Mijn handen zitten onder het bloed, Milo ligt hier verwond op de grond en er ligt een mes naast mij. "Oh- ik- ik heb niks gedaan! De moordenaar- ik-" stamel ik paniekerig. Lola slaat haar handen voor haar mond. "Kom op! Hoe kan ik nou zo snel een moord plegen?" Zeg ik machteloos. "Matthy was het niet..." verdedigd Milo mij. Zijn stem is zwak en trilt. "Oh maatje, ik ga je helpen!" Zeg ik. Mijn handen trillen en ik weet niet meer wat ik moet doen, dan denk ik aan het EHBO koffertje in het kastje naast mijn bed. Rob buigt over Milo heen en bekijkt de wond. "De wond is gelukkig niet zo diep." Zegt hij dan opgelucht. Ik sta op en snelwandel erheen. Als ik het koffertje heb gepakt kniel ik naast Milo en pak ik groot, dik verband. "Kom maar." Zegt Rob en hij steekt zijn hand uit. Ik knik en overhandig hem de rol verband. "Hou hem vast." Zegt hij kortaf. "Oké." Zeg ik kreunend als ik Milo overeind probeer te tillen. Met een beetje kracht lukt het me uit eindelijk om hem overeind te laten zitten. Als Rob het verband zo strak mogelijk om Milo's buik heen wikkelt sist Milo van de pijn. "Het gaat wel goed komen met hem." Zegt Rob dan. Even is het stil. We kijken allebei naar Milo en bedenken nog meer mogelijkheden om hem zo goed mogelijk hieruit te laten komen. Dan horen we een kreet van Raoul. "Help!" Roept hij. Hij roept zo hard, dat zijn stem op het einde overslaat. Rob, Lola en ik kijken elkaar met grote ogen aan. "Blijf hier." Zeg ik vastberaden. Ik kijk Lola smekend aan "Jij ook Lola. Je weet niet wat er is gebeurt. Blokkeer de kamerdeur als ik weg ben, Rob." Zeg ik daarna. Ze knikt. Ik zie Robbie mij in mijn ooghoek vuil aankijken. Wat heeft die vent toch? Ik snelwandel de kamer uit en loop door de krappe gang heen. Ik struikel bijna over het tapijt, omdat de zool van mijn schoen blijft haken aan de vloer. "Help ons alsjeblieft..." Hoor ik Raoul machteloos snikken. Het komt uit Koen's kamer. Als ik binnenkom zie ik een wit weggetrokken Koen op het bed liggen. Zijn ogen staan open en ze stralen doodsangst uit. Zijn nek ligt in een onmenselijke positie. In zijn witte T-shirt zit op de hoogte van zijn buik een langwerpig gat met daaromheen één grote bloedvlek. Zijn borstkas is besmeert met bloederige handafdrukken, waarschijnlijk van zichzelf. Op het bed zit één grote vlek. Ik word opeens misselijk, ik word licht in mijn hoofd en alles begint te draaien. Raoul ligt op de grond. Zijn voeten zijn met splinterend touw vastgeknoopt en zijn handen zijn achter zijn rug aan elkaar vastgemaakt met tie-rips. "De moordenaar- hij kwam binnen en-" ratelt Raoul gepanikeerd. Zijn stem trilt. Ik loop naar hem toe en kniel voor hem neer. "Ho, rustig maar maatje. Geen zorgen." Ik haal het touw om zijn voeten los. Het word heet tussen mijn handen als ik de lus lostrek. Raoul beweegt zijn voeten heen en weer als ik het touw helemaal van zijn voeten af heb gehaald. Op het bureau ligt een schaar. Ik loop erheen en knip daarna de knellende tie-rips om zijn handen los. "Het is veilig!" Roep ik. Ik hoor gelijk een deur open gaan. Lola staat in de deuropening en hapt gelijk naar adem als ze Koen ziet liggen. "Hij-" stamelt ze. Raoul staat voorzichtig op. Ik loop naar haar toe en leg een hand op haar schouder. Het is verschrikkelijk om haar zo te zien. Een traan verlaat haar ooghoek. Arme ziel. Ik loop naar het bed en sluit de ogen van Koen. Daarna drapeer ik het witte laken dat op het bed ligt over hem heen. Een traan van haat, onmacht en rouw valt uit mijn ooghoek. Als ik omkijk zie ik Lola vol ongeloof snikken. Ik loop naar haar toe en biedt een knuffel aan. Ze pakt me stevig vast. Haar tranen voelen warm tegen mijn borstkas aan. Ik wrijf over haar onderrug. Als Rob Lola hoort huilen komt hij naar ons toegesneld. Wanneer hij in de deuropening staat en het laken op het bed ziet liggen beginnen zijn knieën te knikken. Hij herkent Koen uit duizenden. "Is dat-" stamelt hij. Ik knik. Dan ziet hij Lola en mij knuffelen en kijkt hij me weer raar aan. "Ze huilde ik-" verdedig ik mezelf. "Ik ben er nu." zegt hij dan met een nepglimlach. Ik laat haar los en Robbie slaat meteen zijn armen open. "Alles weer oké met Milo?" zeg ik dan maar. Rob knikt. "Ja, gelukkig wel. Het was gewoon een diep sneetje, meer niet." Ik slaak een opgeluchte zucht. Als Robbie weer naar Koen kijkt zie ik woede in zijn ogen. Pure haat. "Als ik degene die dit heeft gedaan in mijn handen krijg, gaat hij eraan!" roept hij dan. Zijn stem galmt door het stille huis heen. Even is het helemaal stil in huis. Iedereen is in gedachten verzonken. "Ik ga naar de politie, fuck it." zegt hij dan. "Wat? Rob! Doe normaal!" roep ik dan. "Nee, serieus. Dit móét stoppen." zegt hij vastberaden. "Je weet niet waar de moordenaar zich nu bevind!" probeert ook Raoul hem van gedachten te veranderen. Hij laat Lola los. "Ik ga." zegt hij dan en hij loopt door de gang heen. We lopen allemaal achter hem aan. Als we weer in mijn kamer staan, pakt Rob het mes van de grond. "Ik steek hem eerst." zegt hij dan. Ik twijfel even. Hij kan ook niet alleen gaan, maar straks breng ik mezelf in gevaar. Ik slaak een diepe zucht. "Ik ga met je mee." zeg ik dan. Een kleine grimas verschijnt op Rob's gezicht, maar zo snel als dat hij kwam, gaat hij ook weer weg. "Nee joh! Ben je gek! Je brengt jezelf nog in gevaar!" zegt hij dan. "Nee, serieus. Ik ga mee." zeg ik dan vastbesloten. Ik laat mijn allerbeste vriend niet in de steek. Hij knikt. "Letten jullie op Lola?" vraagt Rob dan. Milo en Raoul knikken. "Rob, ben je nou echt serieus?" vraagt ze dan. Haar stem trilt en is schor van het huilen. "Ja, ik ben serieus. Ik ben over drie kwartier terug, geen zorgen." zegt hij dan geruststellend. Ze knikt. Er valt een traan over haar wang. Rob geeft een kusje op haar hoofd. "Tot zo." zeg ik dan zacht. "Tot zo." haar ogen glinsteren van de tranen en haar wangen zijn appeltjesrood. Ik geef Raoul en Milo nog een knuffel en daarna verlaten we Casa del Huts. Niet wetend wat ons allemaal te wachten staat. 

The Masked Killer || F.t BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu